Lucky Bay en het Murchison Station

12 januari 2018 - Kalbarri National Park, Australië

Als een soort van afscheidstrip gaan we op maandag 8 januari met Mick nog een laatste keer naar Lucky Bay. Mick gaat al op zondag met de Frenchies, maar Loes moet eerst nog in de pub werken. Rond lunchtijd arriveren we op Halfway, het kamp bij Lucky Bay. We boogieboarden natuurlijk en voor de rest is het voornamelijk chillen op het kamp, want het waait erg hard. Tegen etenstijd maken we het kampvuur aan en gooien we de aardappels gewikkeld in aluminiumfolie erop. Het is een erg rustige Lucky Bay Day vandaag!

De volgende dag is het weer iets beter en zijn we wat meer bij het water te vinden. Ook komen Charlotte en Kayleigh ons vergezellen op het kamp. Charlotte heeft een paar jaar geleden bij Mick en Davina gewerkt en komt ze nu opzoeken. Ze komt ook uit Frankrijk dus heeft natuurlijk gelijk een click met Constance en Charline. Voor het avondeten proberen we verse vis te vangen. We rijden dus met de kajak en visnetten achterop de auto naar de baai. Tijdens het rijden moeten we van Mick letten op springende Mullet (harders in het Nederlands). Zodra we er een paar zien gaat Mick in de kajak zitten en peddelt een halve cirkel, terwijl Tom het net vast en strak houdt. De Mullet zitten opgesloten en wanneer we het net binnenhalen tellen we er negen! Joehoe, wij hebben vanavond verse vis! Mick leert Tom hoe hij de vis moet klaarmaken, van doden tot organen verwijderen. Een onsmakelijk proces, maargoed kan handig zijn wanneer het een kwestie van overleven is. Daarna bereiden we de vis op de barbecue en tijdens het grillen komt er gele olie uit, omega 3. Hmm, het is een heerlijke en supergezonde vis! 's Avonds hebben we nog een klein feestje met onze gasten, maar iedereen gaat al redelijk op tijd naar bed, omdat ons morgen een groot avontuur te wachten staat.

Samen met Mick en Charline gaan we vandaag, woensdag 10 januari, naar het Murchison Station. Zij rijden in Micks auto en wij in onze Jeep. Beide auto's zijn volgeladen met een aantal koelboxen voor twee dagen, want er is helemaal niks. "Stations" zijn enorme veehouderijen met voornamelijk rund en schapen die duizenden vierkante kilometers aan oppervlakte kunnen hebben. Het is vergelijkbaar met een Amerikaanse "ranch". De mensen die op de stations werken zijn een soort cowboys, in Australië "jackaroo (man)" of "jillaroo (vrouw)" genoemd. Vroeger, sinds het begin van de Westerse Wereld in Australië tot zo'n aantal decennia geleden, werkten er ook veel Aborignals, die in kampen op de stations woonden en tegen een soort van kosten inwoning of zeer lage lonen daar werkten. Een van de Aborignals die op het Murchison Station heeft gewerkt is een ver familielid van Mick, genaamd Old Clayton. Hij is een levende legende van 86 jaar oud in Northampton en omgeving. Als een dank naar ons toe, heeft Mick geregeld dat deze man ons rondleidt op het station. Het Murchison Station heeft een oppervlakte van 1417 vierkante kilometer en bevat vooral rund en geiten. Bij de poort van het station wachten we op Clayton en zijn neefje Dave en kleinkind Trevor. Zij kwamen vanuit Northampton en wij vanaf Lucky Bay, dus vandaar dat we niet samen rijden. We ontmoeten Clayton en vanaf het begin zien we dat hij een prachtig figuur is. Het is dus een oude man van 86 met een half verluisterende stem en een cowboy accent. Hij zou in een oude film kunnen spelen. Clayton is erg opgewonden en vindt het geweldig om terug naar zijn land te gaan, The Murchison Station. Met drie auto's rijden we dus het station binnen. We passeren het bewoonde gedeelte en gaan regelrecht de bush in. 

We reden al snel door een smal pad met een wegdek van diep en mul zand. Iedereen kwam vast te zitten, dus laten we onze banden leeglopen naar 18 psi. We rijden een uurtje door ruig terrein, voordat we stoppen bij Toolonga Hill. We zien een deel van een hele oude gebouwde muur en niemand weet waarom die daar staat en wie die heeft gemaakt. De bouwstijl dateert in ieder geval van voor de Engelsen hier waren. Clayton zegt dat ze denken dat de Nederlanders deze muur hebben gebouwd, omdat de Aborignals niet over deze kennis en bouwtechnieken beschikten. In 1712 is hier voor de kust namelijk het VOC-schip de Zuytdorp gezonken, vandaar dat dit hele gebied tot aan Shark Bay naar dit schip is vernoemd (Zuytdorp Cliffs en Zuytdorp Nature Reserve). Een aantal bemanningsleden heeft het vaste land gehaald en zich met Aboriginals vermengd. Clayton vertelt dat ook hij Nederlands bloed in zich heeft en dat er in deze regio een grote Aborignal community is met groene ogen. Er is overigens echt DNA-onderzoek na gedaan en Clayton en Mick vertelden dat ze hier ene paar jaar geleden met een Nederlandse filmploeg waren, die een reportage hierover maakten. Dit was een interessant stukje vaderlandse geschiedenis. Samen met Mick, Charline en Trevor lopen we de berg op. Mick vertelt ons over het landschap en boven op de berg hebben we een prachtig uitzicht over het landschap. We zien een aantal grote kangaroos voorbij springen. Door een eeuwenoude opgedroogde rivier lopen we terug naar onze auto's. We rijden naar een plek aan een rivier waar we lunchen. We reden wederom door ruig terrein, waarvan we niet wisten dat je met auto's kon rijden. We rijden door diep mul zand, water, dikke keien, rotsen en losliggende stenen. We gaan zelfs over stenen plateaus en rijden over natuurlijke gevormde traptreden met onze Jeep, zowel op als af. Gelukkig is onze auto extra verhoogd, want het past allemaal maar net. De auto heeft nu wel wat meer krasjes, want we rijen door dichtbegroeide paden van slechts anderhalve meter breed. Aangekomen bij de rivier lunchen we en vertelt Clayton over zijn land en zijn geschiedenis. Hij vertelt dat hij connected met dit stuk land is en over het zware leven op de stations.

Na de lunch rijden we na een spirituele plek voor Aborignals, een heilige plaats voor vrouwen. Clayton en zijn Aborignal familie gaan niet mee, omdat zij hier niet mogen komen. Om hier te komen rijden we door een droog liggende rivier, onze Jeep laten we achter bij de rivier, omdat die te hoog voor de rivier is. Charline en Loes zitten op de laadkleppen van Mick's auto en Tom en Mick zitten voorin. Het terrein is erg ruig en heel bijzonder. Zo nu en dan moeten we onder laaghangende takken door en moeten de meisjes bukken om geen tak in het gezicht te krijgen. Onderweg zien we kangaroos wegspringen en we passeren hele families geiten die rechtop tegen de bomen staan en ze kaalvreten. Na een half uur rijden komen we aan bij onze bestemming. We lopen een eindje tussen twee rotsen tot ze steeds nauwer worden en samensmelten tot een soort van hoek. Mick verteld dat hier in de winter een rivier loopt en dat deze hoek fungeerde als bad- en baarplaats plaats voor vrouwen. In de rosten zien we kervingen (we weten niet wat ze betekenen). Ook spotten we hier een een bijzondere vogel, de Australische Dwergnachtzwaluw. We moeten weer terug over dezelfde "weg". We halen onze auto weer op en nu gaan we naar de plek waar Clayton is geboren. Het ligt aan een droge rivier en er zijn alleen nog ruïnes te vinden. Het is dus een beetje inbeelden, hoe het vroeger moet zijn geweest. Na deze korte stop rijden we naar onze overnachtingsplek, een enorme kale vlakte waar een vervallen en verlaten oude kapschuur staat. Het waait hier hard en er is helemaal niets. Geen water, geen toilet en geen elektriciteit. En we zijn zo'n honderd kilometer van de bewoonde wereld. Het enige leven om ons heen zijn kangaroos, emoes en stieren. Ondanks het vuurverbod, maken we een groot kampvuur om ons eten op te bereiden. Daarvoor moet hout gehaald worden en dat doen we samen met Mick en zijn kettingzaag. Tijdens het eten vertelt Clayton, die graag verhalen vertelt, over het ruige leven op de stations. Hij was soms weken alleen met zijn paard in de "bush" om de omheining voor het station te maken. Hij kapte de bomen zelf, zaagde ze op maat, en knoopte het draad eraan. Week in week uit en dat voor 4 Dollar per kilometer. Het is erg indrukwekkend wat hij allemaal vertelt en wat zijn we twee geluksvogels dat hij ons wil rondleiden in "his country".

De volgende dag rijden Mick, Loes, Charline en ik in de ochtend naar Mt. Curious. De drie Aborignals hebben geen zin om deze berg te beklimmen en gaan op kangoeroejacht, één van hun traditionele maaltijden. Vanaf de berg hebben we een fantastisch uitzicht over het niemandsland. Daarna rijden we met z'n allen naar Gee Gie, het huis waar Dave is opgegroeid, wat er nog steeds staat. Vervolgens rijden we langs wat andere plekken zoals de waterput. Daarna splitten we op en gaan wij naar de kust over een track met allemaal scherpe stenen. Dat vinden onze bandjes denk ik niet zo leuk, maargoed het uitzicht is verbluffend mooi! Wat een ruige en indrukwekkende kust. We rijden een heel stuk naar beneden totdat Mick stopt. Dit stuk komt hem niet bekend voor en het zand is hier wel heel mul. We denken dat we het moeilijk gaan krijgen, maar proberen het toch. De helling is echt stijl en het lukt ons dan ook niet. Dat betekent de bandenspanning nog lager naar 10 psi en de transmissie in low-range 4x4. De auto graaft zich telkens in, maar na een paar keer proberen, cruisend in de tweede versnelling lukt het dan toch, gelukkig! We hebben het gered en hebben nu wel de juiste track te pakken. We komen bij het strand uit en genieten enorm van de wilde uitzichten. Tientallen meters hoge kliffen en wat is de oceaan hier ruig (we snappen wel dat de Zuytdorp hier is gezonken) Het is hier prachtig! Vanaf nu is het nog zo'n 50 kilometer terug naar de uitgang en op de weg terug passeren we alle mogelijke terreinen die je maar kan bedenken. Zo gaaf, dit Outback avontuur. Om dit avontuur samen te vatten, zeggen we tegen iedereen: Eigenlijk is er heel veel van helemaal niets!

Zodra we het station verlaten, rijden we via Kalbarri terug naar Lucky Bay. In de supermarkt in Kalbarri lopen we Charlotte en haar vriendin weer tegen het lijf die twee dagen in Kalbarri zijn geweest. Ze besluiten de avond weer met ons in Lucky Bay door te brengen. Terug in het kamp gaan we natuurlijk weer boogieboarden en in de avond gaan we weer vissen op Mullet. Na en koude rit achterop Micks auto, arriveren we in de baai. Mick de de peddel van de kajak vergeten en wil terug rijden. Wij overtuigen hem, dat we het te koud vinden om op en neer te rijden dus dat hij met z'n handen moet peddelen. Het is al donker en kunnen de vis niet zien. We gaan dus blind en wanneer we het net binnenhalen ontsnappen veel vissen. Toch houden we 31!!! vissen over, we voeden niet alleen onszelf, maar ook wat andere bewoners op halfway. De rest geven we aan vrienden en familie van Mick die zelf niet naar Lucky Bay kunnen. Na het eten genieten we na van de visvangst en vooral het avontuur in het Murchison Station. Wat was het bijzonder!

Foto’s

6 Reacties

  1. IRMA THRESIA ALBERTA Westerbeek Westerhof:
    1 februari 2018
    wat maken jullie toch veel spannende avonturen mee,en niet altijd ongevaarlijk, maar wel super dat jullie er zo van genieten!! wij blijven jullie volgen doe voorzichtig groetjes van ons xxxxx
  2. Harriet:
    1 februari 2018
    Prachtig en spannend verhaal. Heel bijzonder om dit te ervaren samen met deze lieve mensen 🍀
    Liefs xxx
  3. J van Blanken:
    1 februari 2018
    Al weer zo'n mooij avontuur. Wat beleven jullie toch veel. Ik geniet van de verhalen. Doe voorzichtig en veel plezier. Kus oma van Blanken
  4. J van Blanken:
    1 februari 2018
    Al weer zo'n mooij avontuur. Wat beleven jullie toch veel. Ik geniet van de verhalen. Doe voorzichtig en veel plezier. Kus oma van Blanken
  5. Benno:
    1 februari 2018
    Hartstikke bedankt voor weer zo'n mooie roman. Ik probeer er in gedachten een filmpje van te maken, maar het lukt niet echt geloof ik.
  6. Mart Van Blanken:
    3 februari 2018
    Super gaaf jongens! Wat een mooi verhaal weer.