MONA en Zuid-Tasmanië

28 maart 2018 - Cockle Creek, Australië

Ons plan is om vandaag, maandag 26 maart naar het meest zuidelijke punt van Tasmanië en dus ook Australië te rijden en daarna lopen. Echter komt het met bakken uit de lucht vallen, dus wijzigen we onze plannen en besluiten we vandaag naar MONA te gaan: het Museum voor oude en moderne kunst. Het museum is wereld bekend en iedereen die we spraken, zei dat het een must was om hier naartoe te gaan. Hier kunnen we dus niet omheen! 

Om 10:00 uur gaat het museum pas open, dus we staan een tijdje te wachten totdat het open gaat. Vanaf het begin is de parkeerplaats al bommetje vol en ook bij de kaartverkoop staan lange rijen. Onze verwachtingen zijn dus extra hoog gespannen. Via een grote ronde trap, uitgehold in de grond, lopen we naar de meest onderste verdieping. In dit museum loop je van beneden naar boven. De eerste indruk is goed. Er hangen twee enorme schilderijen van ruim vijf meter hoog bij de ingang die we allebei mooi vinden. Het museum is half in de grond en in een berg, waardoor een wand de originele steen is. Erg mooi. Dan bezoeken we het "museum van van-alles", een vaag museum in het MONA waar heel veel vage kunst is te bewonderen van allerlei onbekende artiesten. Het was zo druk in dit museum dat je stapvoets liep en op moest passen dat je anderen niet omstootte. Na het "museum van van-alles" werd het gelukkig ruimtelijker en rustiger. Er was allerlei interessante en vooral erg bijzondere kunst te bewonderen. Het was niet allemaal per sè mooi of onze smaak, maar bijzonder was het.

Zo was er een machine gebouwd door een kunstenaar die net zo werkte als zijn eigen spijsvertering. Op dezelfde momenten als hij wat at, werd de machine gevoerd met echt voedsel. En opdezelfde momenten was de spijsvertering in hetzelfde proces als de artiest. Zelfs hetzelfde moment naar het toilet. Het museum was erg interactief en zo zaten we op het ene moment aan een tekentafel om een tekening te maken door middel van een spiegeltje, heel interessant, en op het andere moment stonden we twintig minuten lang in een spierwitte kamer (waar we witte stokjes aan moesten omdat alles wit was). In deze kamer werd een soort lichtshow gegeven, dat was heel bijzonder. Ook was er een enorme bak met motorolie gevuld, maar het leek alsof het oneindig diep was doordat het plafond erop weerkaatste. Het meest bijzondere was voor ons een hele donkere kamer, waar maar twee mensen tegelijk naar binnen mochten. Er waren allemaal platforms waar je overheen moest lopen, met overal om ons heen water. Aan het einde van het pad was een kist met een echte mummie! Lang verhaal kort, een erg bijzonder en inspirerend museum en we zijn blij dat we er geweest zijn! Na ruim een halve dag in MONA te hebben gelopen, regende het nog steeds. We zijn toen maar de was gaan doen en daarna naar een camping onder Hobart gereden. Eigenlijk heeft Loes gereden, want Tom voelde zich niet zo lekker. Loes was hartstikke trots op zichzelf dat ze voor het eerst door de bergen reed!

Op dinsdag 27 maart, was Tom wat opgeknapt en zijn we naar het zuiden van Tasmanië gereden. Onderweg kwamen we bij het Duckhole Lake waar we een wandeling deden. De weg hier naartoe was een grindweg van acht kilometer, niks bijzonders aangezien we al duizenden kilometers offroad hebben gereden. Eenmaal bij de parkeerplaats stappen we de auto uit en komt Loes naar mij toe rennen: "Lekke band!" Het ging echt leeg in een paar seconden en we zagen er een steen in zitten. Echt typisch, op de meest slechte wegen in Australië blijven je banden heel voor duizenden kilometers en op een klein weggetje in het vredige Tasmanië krijg je een lekke band. Maargoed, we moeten onze band dus verwisselen. We hebben er allebei niet echt zin in, dus bellen we de wegenwacht, haha! We zijn tenslotte niet voor niets lid en willen een beetje waarde voor ons geld. De man van de RACT is er snel en verwisseld onze band. Hij neemt onze band mee om te plakken en deze kunnen we morgen weer ophalen op onze weg naar Hobart. Wij kunnen daarna eindelijk naar het Duckhole Lake lopen. Het was een mooie korte wandeling door regenwoud langs een riviertje die uitkomt bij een waterpoel. Overal waren paddenstoelen en het was echt herfst. Vervolgens rijden we verder naar Cockle Creek, het meest verre punt dat je kunt rijden in Australië. Daar hebben we afgesproken met Lars om samen de South Cape Walking Track te lopen. Na de eerste heuvel te hebben overgestoken, is het anderhalf uur lang een doodsaaie wandeling over een boardwalk door grasvlaktes naar de zuidkaap. Gelukkig werd het einde wel beloond, want de kliffen waren fantastisch mooi. Zwart vulkanisch gesteente wat ruig gesmeed was door de Zuiderlijke Oceaan en wind. Hier hebben we een lange tijd naar de oceaan gestaard en genoten van de rust. Het is echt een enorm bizar gevoel dat het eerst volgende stuk land Antarctica is. Helaas moesten we via dezelfde saaie weg weer terug. In de Cockle Creek hadden we een heel mooi kampeerplekje onder een grote boom waar we 's avonds een quoll (buidelmarter) zagen. Samen met de Tasmaanse Duivels zijn dit de nog enige levende vleesetende buideldieren. Dit was voor ons dus een bijzonder moment om dit dier in het wild te mogen zien, vooral omdat ze normaliter vooral 's nachts opereren.

De volgende ochtend, woensdag 28 maart, gingen we met ons tweeën weer verder. Het was heel mooi weer in de ochtend en we besloten naar de piek van Mount Hartz te wandelen. Op onze rit naar deze wandeling toe kwamen we door het plaatsje Dover, waar we onze lekke band weer op konden halen. De monteur liet ons de steen zien die in de band zat, wat was die groot zeg!! Gelukkig kon het allemaal gerepareerd worden. Vervolgens reden we door naar de parkeerplaats waar de wandeling naar de piek van Mount Hartz startte. De wandeling zelf was erg makkelijk, alleen toen we boven waren sloeg het weer ineens om en zagen we helemaal niks meer. De wolken kwamen enorm snel in. Gelukkig was de wandeling zelf wel heel mooi, want overal waren stroompjes en waterpoeltjes. We maakten een kleine stop bij Lake Esperance en verlieten de wandeling toen gauw, want het weer werd slechter. Aan het eind van de middag zijn we naar Ketering gereden, waar de veerboot naar Bruny Island vertrekt.

Foto’s

5 Reacties

  1. Harriet:
    21 april 2018
    Goed Loes dat je dat durft om in de bergen te rijden 👍
  2. IRMA THRESIA ALBERTA Westerbeek Westerhof:
    21 april 2018
    gelukkig kon de band weer gemaakt worden, en konden jullie weer verder,en fijn dat jij Loes ook durft te rijden. we steken volgende week nog een kaarsje voor jullie op in Lourdes,voor een behouden thuiskomst .doe voorzichtig .XX
  3. Mart Van Blanken:
    22 april 2018
    Goed bezig Loes! Ben trots op je
  4. Marleen Coopman:
    22 april 2018
    Ohhh wat is het mooi daar! Super foto's, fantastische verhalen 😍
  5. Marianne:
    22 april 2018
    Heb de foto’s ontdekt.
    Prachtig zeg.
    Doet me veel aan Afrika denken. Met name het zuidelijk deel. Al is de fauna anders.
    Geniet.
    Wat een super reis.....