Mount Field National Park, Strathgordon en Mount Wellington

25 maart 2018 - Strathgordon, Australië

Na de geweldige track naar de Frenchmans Cap waren we eigenlijk wel toe aan een rustdag. Echter was het weer heel erg goed vandaag op vrijdag 23 maart, dus zou het jammer zijn om vandaag niks te doen. We waren al dichtbij Mount Field National park, omdat we aan de Tyenna River de nacht hadden doorgebracht. Dus besloten we met ons drieën om daar maar iets te gaan doen. Bij het Visitor Centre haalden we wat informatie over het nationale park en we kwamen tot de conclusie om het Mount Field East Circuit te lopen. Een wandeling van zo'n vier tot vijf uur naar de top van de oostelijke top van Mount Field. Het begin was sub-alpine en heel eg steil, een beetje het andere uiterste van een rustdag dus. Onderweg naar de top komen we langs Beatties Tarn, een klein meertje en daarna langs Lake Nicholls. Vlak voor de top zagen we een klein wild baby katje die helemaal alleen was. Natuurlijk wilde dierenvriend Loes het graag meenemen. Het laatste stuk van de top was wederom erg steil en we moesten klimmen over grote rotsblokken die soms log lagen. Bovenop de top waaide het heel erg hard, maar we hadden een mooi uitzicht over de regio. We moesten weer terug naar het pad overzelfde keien en namen daarna het pad door open grasvlaktes (wordt de Windy Moor genoemd) naar Seagers Lookout. Vlak voordat we terug bij de auto waren, kwamen we langs Lake Fenton dat 20% van Hobarts drinkwater levert. Na het Mount Field East Circuit hebben we nog een hele korte wandeling gedaan aan de westkant van het park, de Pantani Grove Nature Walk. Het pad ging om Lake Dobson heen en deels door mooi regenwoud en we passeerden mooie grote keien. Daarna reden we terug naar ons kampeerplekje aan de Tyenna River.

Volgende dag deden we wederom een circuit, ditmaal het Waterfall Circuit. De wandeling begon door een bos waar het heel erg lekker naar eucalyptus rook. Het beginpad eindigde bij de Russell Falls. De waterval was mooi, maar verder niet veel bijzonders. We vervolgden het pad omhoog en vanaf hier zagen we de Russel Falls van een ander perspectief en zagen dat we beneden van de voorkant de helft niet zagen. Het was veel mooier en groter dan we dachten met verschillende platforms. We gingen verder via het pad omhoog achter de Russell Falls langs en kwamen uiteindelijk bij de Horseshoe Falls. Vanaf hier was het niet veel verder naar de Tall Trees. Dit waren echt hele lange bomen die ruim 90 meter lang kunnen worden. De langst levende boom is momenteel 79 meter en groeit nog steeds. Ze zijn zo hoog dat je de top niet eens kan zien vanaf de grond. Ook zijn sommigen zo oud dat ze al leefden toen Abel Tasman in 1642 het eiland Tasmanië (destijds Van Diemensland) bezocht. De bomen hebben in die tijd droogtes, bosbranden en windstormen overleefd. Vanaf de grote bomen was het nog een half uurtje naar de Lady Barron Falls.

Aan het begin van de middag waren we klaar met de wandeling en reden we richting Strathgorden waar de gelijknamige dam is. Onderweg stopten we bij een boerderijtje dat adverteerde voor verse groente. We halen vaak onze groenten vers van het land en we hebben heel erg lang met deze jonge boer gepraat. Ook kochten we rund- en lamsvlees van hem en dat voor een spotprijs. Halverwege de bijna honderd kilometer lange doodlopende weg naar Strathgordon slaan we linksaf om naar Lake Pedder te rijden en doen we de Creepy Crawly Nature Trail. Een hele korte wandeling door regenwoud met heel veel mos en sommige bomen zijn zo schuin gegroeid dat je af en toe moet kruipen tussen de bomen en onder de takken door. Volgens Loes is het net een sprookjesbos. We vervolgen onze weg naar Lake Pedder wanneer het ineens met bakken uit de lucht komt. Om ons heen zijn de bergtoppen van Mt Anne en Mt Eliza die we helaas niet zagen door het slechte weer. Aan de andere kant van de weg reden we de hele tijd langs Lake Pedder, waar we wel een mooi uitzicht over hadden. Zo nu en dan trok er wat bewolking weg en zagen we het meer omgeven door prachtige bergen. We reden zo'n veertig kilometer over deze gravelweg door de regen tot we bij onze camping Huon Campground aankwamen. We waren hier de enigen en konden uitkiezen waar we wilden staan. Het lag prachtig in een regenwoud en er waren zelfs bankjes met een overkapping waar we konden koken en zitten in de regen. Heel chill, Tasmanië heeft hun Nationale Parken sowieso goed geregeld ten opzichte van de rest van Australië. Na het eten zijn we nog even naar de Lake Pebber Lookout geweest en morgen gaan we weer. Het is hier prachtig. Het meer is veertig kilometer lang en heeft een totale oppervlakte van 242 vierkante kilometer. Erg groot dus. Toen we terug kwamen op de camping, zat er een hele dikke, lieve possum op de tafel.

De volgende dag moeten we het hele eind weer terug rijden over de gravelweg en dan nog naar de Strathgordon Dam. De weg is heel erg mooi en omgeven door mooie bergen. We komen door het plaatsje Strathgordon waar eigenlijk helemaal niks is. We moeten dan nog een paar kilometer voordat we bij de 140 meter hoge dam zijn. Het ligt helemaal in de Middle of Nowhere, diep in de Tasmaanse Wildernis. De Dam is indrukwekkend hoog en 198 meter breed. We lopen er overheen en voelen ons enorm klein. Als je over de leuning leunt, krijg je automatisch een soort hoogtevrees. Het is dus ook wel een beetje eng. De dam is van 154.000 kubieke meter beton gemaakt en een volle dam bevat 12.450 miljoen kubieke meter aan water. Na een tijdje hier te hebben rondgeneusd, zijn we naar een andere dam in de buurt gereden: de Serpentine Dam. Deze was lang niet zo indrukwekkend als de Strathgordon Dam, maar we waren hier nu toch. We zijn daarna richting Hobart, de hoofdstad van Tasmanië gereden. Onderweg kwamen we langs New Norfolk, een leuk stadje, en vanaf daar waren we weer in de bewoonde wereld. Vanaf hier was het niet ver meer naar Hobart en we waren op tijd voor de zonsondergang op piek van Mount Wellington. Gelukkig konden we hier met de auto oprijden. Deze berg ligt aan de rand van Hobart en we hadden een heel mooi zicht over Hobart en de omgeving. De hoofdstad van Tasmanië heeft een prachtige omgeving met heel veel verschillende baaitjes, wateren en heuvels. De zonsondergang was prachtig en de lucht was oranje en roze gekleurd. Bij de Springs, halverwege de weg naar de top van Mount Wellington, hebben we overnacht.

Foto’s

1 Reactie

  1. Mart Van Blanken:
    16 april 2018
    mooie verhalen weer jongens, doe voorzichtig

    groeten Mart