De overtreffende schoonheid van het werelderfgoed Gunung Mulu National Park

11 april 2019 - Nationaal park Gunung Mulu, Maleisië

Charlie staat alweer klaar om ons op te halen, want vandaag, maandag 8 april, vliegen we naar Mulu National Park dat op de werelderfgoedlijst staat voor alle vier de criteria. Slechts twintig andere werelderfgoederen voldoen hier ook aan. Voordat we naar het vliegveld rijden, brengen we eerst een bezoek aan “The Grand Old Lady”. Dit monument was de eerste boorezel in Miri, sinds er in deze plaats 1910 olie is gevonden. Het staat bovenop een grote heuvel dat door de lokale bevolking Canada Hill wordt genoemd. Het is vernoemd naar een Canadese personeelsfunctionaris van Shell die bovenop de heuvel zijn kantoor had. De lokalen die destijds voor Shell wilden werken, moesten dus eerst helemaal de “Canada Hill” oplopen om te solliciteren, vandaar de naam.

De vlucht van Miri naar Mulu duurt nog geen uur, het echt heel kort. Toch is het helaas lang genoeg om onderweg heel veel houtkap en palmolievelden te zien. Echt heel erg!  

Gelukkig nadert Mulu National Park ook snel en zien we de ongerepte jungle en bergen. 

Op het kleine vliegveldje van Mulu worden we opgewacht door iemand van ons hotel en we kunnen meteen inchecken in onze lodge. Overdag is er geen stroom, alleen de ventilator en een klein lampje werkt op een zonnepaneel. Het is heel erg klam en benauwd hier, want we zijn midden in de jungle! We moeten tot twee uur wachten tot we worden opgehaald door onze gids. Ondertussen lopen we rond in de tuin van ons hotel en zien we mooie vlinders en een cicada , de krekels in de jungle.

Dan is het eindelijk 14:00 uur en gaan we samen met Desmond naar het hoofdkwartier van het Mulu National Park. Daar registeren we ons en kunnen we de boardwalk naar de Lang en Deer Cave lopen. De wandeling gaat door de jungle en Desmond laat ons allerlei inheemse boom- en plantsoorten zien zoals rotan dat de lokale stammen gebruiken als touw. Onderweg spotten we een pygmee eekhoorn, een heel klein eekhoorntje met hele grote ogen. Heel schattig! We krijgen het diertje moeilijk op de foto, want het springt telkens weg! Ook toont Desmond ons een heel interessant en mooi insect: de witte Lantern Bug (Fulgoridae). Zoals de naam al zegt hangt het aan de boom als een lantaarn. Het heeft een grote naald onder zijn neus waarmee het suiker uit de lianen kan zuigen. 

Na ruim een uur lopen komen we aan bij de eerste grot van vandaag: de Lang Cave. Deze grot is niet heel groot en bestaat vooral uit stalactieten en stalagmieten. Desmond weet ons te vertellen dat het één miljoen jaar duurt om één vierkante centimeter te vormen. Deze grot is dus heel erg oud, want er zijn formaties van tientallen meters hoog.

De tweede en laatste grot van vandaag is de Deer Cave. Deze is zo genoemd, want er wonen herten in deze grot, echter zien wij deze niet. De herten zijn niet de enige bewoners van deze grot, want er wonen ook drie miljoen vleermuizen. Die hangen allemaal hoog aan het plafond dus daar hebben we verder geen last van, want de grot is 150 meter hoog en 120 meter breed. Daarmee is het de grootste grot ter wereld. Althans daar promoten ze in Borneo deze grot mee. Ze zijn sinds de bekendmaking in 2009 van de in 1991 ontdekte andere grootste grot ter wereld, de Han Son Doong Cave in Vietnam, in een strijdt verwikkeld welke nou eigenlijk de grootste grot ter wereld is. Het is allemaal een kwestie van interpretatie, want de ene heeft de grootste passage en de andere de grootste inhoud. Welke nou precies welke is dat weten we niet meer. Maakt ook niet uit, deze grot is in ieder geval gigantisch groot. De grot is niet alleen groot, het is, veel belangrijker, ook één van de mooiste grotten die we hebben gezien. Zo hangen er twee grote zogenoemde showerheads aan het plafond. De ene werd de Adam Showerhead genoemd en de ander Eve. Daarachter was namelijk de Garden of Eden, echt een paradijs. Van binnenuit is het alsof je naar Jurassic Park keek, zo mooi! Helaas konden we daar niet komen tijdens deze tour. Daarvoor moeten we een andere tour boeken die de hele dag duurt, want het duurt vijf uur om er te komen. Je zwemt dan door het water en klimt over de rots. Het schijnt in het paradijs nog veel mooier te zijn dan dat wij vanaf hier kunnen zien, ook is er een waterval. 

We moeten van onze gids de grot uit, want het is al bijna zonsondergang. Dat betekent dat alle drie miljoen vleermuizen de grot verlaten om te gaan jagen. Dat willen we vanaf buiten zien volgens hem. Op een bankje wachten we tot de show begint. Na een kleine tien minuten komt de eerste zwerm vleermuizen naar buiten gevlogen! Het zijn er te veel om te tellen en je kunt ze van ver al horen door hun gefladder. Lange zwarte slierten vliegen door de lucht. Het is een erg spectaculair aanzicht. De uittocht van de in totaal twaalf verschillende soorten vleermuizen is al een uur bezig, wanneer we besluiten om terug te lopen naar de ingang en het is nog niet eens afgelopen! De vleermuizen jagen de hele nacht tot zonsopkomst op kleine vliegende insecten. Iedere nacht eten ze voor 15 ton aan insecten. Desmond vertelt dat er dankzij de vleermuizen geen muggen zijn in de jungle van Mulu. We hoeven dus volgens hem geen muggen werende spray te gebruiken en van malaria en dengue is al helemaal geen sprake. Nou is dat toch even fijn! Op de terugweg naar de ingang horen we gerommel in de bosjes en komt er ineens een pauw voor ons langs springen. Echt een mooie was dit. Vanaf de ingang worden we weer opgehaald met de auto en afgezet bij ons hotel.

De tweede dag van onze tour, dinsdag 9 april, stappen we vanaf ons hotel in een traditionele longboat. We hebben voor de komende drie dagen een nieuwe gids, Ronaldo, want Desmond is helaas ziek geworden. Jammer, maar kan gebeuren. We varen stroomopwaarts over de Sungai Melinau. De rivier is ontstaan uit de bergen van Mulu en het water is ijskoud. Lekker verfrissend en bijzonder om te voelen in de verder klamme jungle. Het water is ook erg helder en bijzonder schoon. Heel mooi! We passeren een lokaal dorp van de Penan stam: de Batu Bunganman Village. We krijgen hier wat informatie over de lokale bevolking en de Penang stam, er zijn souvenirskramen en ze laten zien hoe ze hun wapens en werktuigen maken. Wij zijn natuurlijk geïnteresseerd in de blowpipe (blaaspijp), die ze in het verleden voor de jacht gebruikten. Er werd dan een pijltje met vergif in gestopt en het dier kon op afstand worden verdoofd of gedood. Het duurt meer dan zes maanden om een drie meter lange blaaspijp van Ironwood (hele harde houtsoort) te maken. De hele dag, voor zes maanden lang, holen ze handmatig het hout uit. Ze kunnen geen boormachine gebruiken, want dan splijt het hout. Heel erg indrukwekkend. Ze verkopen er één voor slechts honderd euro. Tom wil er eigenlijk één meenemen als verzamelobject, lijkt hem mooi, een originele blowpipe. Het probleem, hoe neem je het mee, opsturen kan wel, maar dan betalen we ons scheel aan import- en vrachtkosten. Ook is er een schietbaan waar we mogen proberen te schieten met de blaaspijp. De eerste pijl gaat ver over het bord, maar de tweede zit in de roos. Nou was dit slechts een afstand van tien meter. Het kleine tengere mannetje die de blaaspijp aan het maken is, laat zien dat hij scherp kan schieten over een afstand van vijftig meter! Dat is een half voetbal veld!

We verlaten het dorp na zo’n dertig minuten en varen verder de rivier op naar onze eerste echte bezienswaardigheid van vandaag: de Wind Cave. 

Deze grot heeft deze naam, omdat er in de smalle gangen van deze grot een hele sterke wind waait. De Wind Cave is een hele lange diepe grot van tenminste 220 kilometer, verder is de Algo-expeditie in 2017 niet gegaan, maar ze gaan een keer verder. Wij doen slechts 350 meter van deze grot, maar komen onderweg wel langs hele mooie bezienswaardigheden. Zo zijn er bijzondere melkformaties te zien, dat lijkt op stof en heeft de bijnaam popcorn. Het is schijnbaar uniek en wordt gevormd door bacteriën in de wind die achterblijven op het plafond. De wind in de gangen heeft inderdaad een behoorlijke snelheid en is lekker fris. We komen in de Koningskamer die zo is genoemd, omdat er in de rug van de kamer een formatie is te zien dat lijkt op een koning en een koningin die de zaal in kijken. Echt bijzonder. Ook zijn er in deze kamer en grot nog tal van andere mooie formaties te zien en is er een groot gat, een sinkhole, waardoor je rechtstreeks vanuit de gang naar de jungle kijkt!

Terug bij onze boot, varen we naar de Clearwater Cave. We meren aan en nemen eerst een kopje koffie op een bankje, voordat we een klein klimmetje naar de ingang van de grot hebben. Bij de ingang hangen allemaal Monophyllaea Pendula (single leaf plant), die uitsluitend voorkomen in Mulu. De plant is bijzonder en het geeft een mooi aanzicht hangend boven de ingang van de grot. Op de grond zien we de Monophyllaea Glauca die alleen voorkomen in Borneo. In de Clearwater Cave is een grote rivier te vinden die tweehonderd kilometer verderop is ontstaan en zich ondergronds naar deze grot heeft vervoerd. Ongelofelijk bizar waartoe de natuur in staat is! In de Clearwater Cave zijn ook mooie formaties te vinden zoals de Cyino Bacterie die naar het licht groeien en daardoor als een soort van duizenden mini kegels overeind staan. Een uniek fenomeen wat niet veel voorkomt.

Als we uit de grot komen krijgen we onze lunch. Daarna varen we met de boot stroomopwaarts naar Kuala Litut. Normaal gesproken is dit een boottocht van een uur, maar wij doen er ruim twee uur over. Het heeft volgens Ronaldo al zes weken niet geregend in Mulu en dat terwijl het regenseizoen hoort te zijn. Het droogseizoen start normaal gesproken pas in mei. Dit jaar dus ruim twee maanden te vroeg. Ronaldo vertelt dat er de laatste jaren sowieso geen peil op te trekken valt en dat het droogseizoen alsmaar langer wordt. Een slechte voortgang dus! Doordat het droogseizoen al zo vroeg in het jaar van start is gegaan is het waterpeil in de Sungai Melinau erg laag. Daardoor moeten we soms uit de boot en de boot duwen, voornamelijk in stroomversnellingen, wat soms tot hilarische manoeuvres leidt. Zo valt ons gids een keer heel hard uit de boot en zijn wij helemaal doorweekt. Gelukkig liggen onze spullen veilig en droog onder een zeil.

Eenmaal aangekomen bij Kuala Litut is het nog zo’n elf kilometer lopen naar Camp 5, een basaal kamp, waar we twee nachten verblijven. Tijdens de trek passeren we twee hangbruggen en halverwege de wandeling zien we een kameleon die van kleur veranderd en moeilijk zichtbaar is door de lens van de camera, zijn verdediging werkt dus goed. Ook zien we weer een lantern bug (fulgoridae), deze keer een hele mooie zwarte met oranje en bruine kleuren. De lantern bugs zitten altijd op lianen en hebben een naald waarmee ze suiker uit de lianen halen. Volgens Ronaldo is deze heel bijzonder, want vaak zie je volgens hem alleen de witte in Mulu. We zagen een hele grote uil die zat te slapen, wakker schrok en vlak voor ons langs vloog. Loes zag nog een bruine slang. Hoewel de wandeling naar Camp 5 slechts elf kilometer is en daarnaast ook nog eens vlak doen we er bijna vier uur over. Vol enthousiaste horen we alle familieverhalen van Ronaldo aan, wiens opa een headhunter is geweest. Ronaldo weet ook veel te vertellen over alle plantsoorten en insecten in de jungle. Ja hij weet echt veel! In het kamp kookt Ronaldo een lekkere maaltijd voor ons. De hele dag heeft hij gewoon een hele kip in zijn tas meegesleept, wat een gek! Het kamp beschikt over een simpele keuken, en vijf aparte kamers met daarin twaalf bunkbedden. Gelukkig zijn er niet veel andere gasten, dus wij hebben met een twee een hele kamer voor onszelf. We krijgen een dun matje, een klamboe en een dekentje. We hopen dat het genoeg is, want het schijnt hier nogal koud te kunnen worden gedurende de nacht!

Na een inderdaad frisse nacht staan we op woensdag 10 april om 05:45 uur op, want we gaan vandaag de Pinnacles beklimmen. Het schijnt een van de hoogtepunten van Mulu National Park te zijn, maar wij hebben geen idee waar we aan beginnen. We hadden ook niet echt iets van te voren opgezocht. Tijdens ons ontbijt krijgen we een briefing van onze gids. We moeten binnen een uur bij de mini-pinnacles zijn. Halen we het niet, dan moeten we terug naar het kamp. Het is een maatstaaf om te kijken of je fit genoeg bent om de top te halen. Ze nemen het heel serieus, zo moet iedereen op het kamp ook na 21:00 uur stil zijn, zodat mensen die de pinnacles de volgende dag beklimmen voldoende kunnen rusten. Wij zijn dus een beetje zenuwachtig of we het wel halen. De wandeling begint gelijk al stevig met een stijle touwklim. Loes heeft dus lichte stress en is al binnen 35 minuten bij de eerste controlepost, de mini-pinnacles. Het klinkt heel spannend maar er staat alleen een bordje met 900 meter en één kleine ini mini pinnacle rotsformatie. Ronaldo vertelt ons onderweg dat er verschillende cicada’s zijn met allemaal een ander geluid. Zo is er één soort die de dag inluidt en één soort die de dag afsluit. Je kunt er de klok op gelijk zetten, elke dag op hetzelfde tijdstip. Dan is er ook nog de Piet Paulusma van de jungle, een cicada die waarschuwt als het gaat regenen/onweren. Echt leuk dat Ronaldo ons al die feitjes vertelt. De wandeling naar de top is echt een pittige klim, het is alleen maar omhoog, soms zo steil dat we ons omhoog trekken met touwen en geen moment vlak. Op 1000 meter hoogte, na 2 kilometer te hebben gelopen en geklommen, komen we bij de eerste ladder. Hierna hebben we nog 400 meter èn nog 17 meer ladders te beklimmen. Veel mensen kijken op tegen de ladders, maar voor ons is het het meest ontspannende stuk van de hele klim. Ladder klimmen vinden we veel gemakkelijker dan de hele tijd de helling oplopen. Drie uur na de start komen we eindelijk aan bij de top, op 1200 meter hoogte. Toch bizar dat we drie uur doen over een afstand van slechts 2,4 kilometer. Het zegt wel iets over de zwaarte van de wandeling. Op de top staan Nepenthes Faizaliana, een vleesetende plant, endemisch aan de kalksteenklippen van Gungung Mulu National Park. Echt een bijzondere plant en dit hebben we altijd al eens willen zien. Het doet een beetje denken aan de vleeseter je plant van Super Mario. Van Ronaldo moeten we een stukje doorlopen de hoek om en dan zien we waar we eigenlijk voor zijn gekomen: The Pinnacles!

Wat een beloning! Het is prachtig. De grijze lange puntige rotsen in de groene achtergrond zijn erg fascinerend om te zien en we zijn blij dat we dit mogen aanschouwen. We hebben al eerder pinnacles gezien. Maar deze zijn weer heel anders dan alle anderen. Deze torenen hoog boven het regenwoud uit tegen de berg aan. Ronaldo weet te vertellen dat toen lang geleden de zeespiegel zakte en het kalkstenen aan zuurstof werd blootgesteld, het begon te slijten en zo ontstonden dus deze puntige rotsformaties. Langzaam maar zeker brokkelen ze af en over een aantal duizend jaar zullen ze niet meer bestaan. Hebben wij dus even geluk dat we ze nog hebben gezien, haha! Terwijl we van het uitzicht genieten eten we onze lunch en worden we vergezeld door een eekhoorntje. Iedere keer als we hem zien, rent ie weg waarna we hem vervolgens weer op een andere plek zien. Hij houd ons overduidelijk in de gaten. En we hebben het gevoel dat hij een spelletje met ons speelt. Heel grappig.

De weg terug was vooral oppassen geblazen. Waar je verticaal met een touw nog wel makkelijk omhoog komt, is dalen toch wel iets moeilijker, vooral met een tas op de rug. Ook zijn we vermoeid en is het erg benauwd wat het niet makkelijker maakt. Dan begint het ook nog eens te regenen en worden de stenen keiglad. Loes glijdt dan ook uit en viel op haar rug, maar gelukkig had ze een tas op haar rug. Gelukkig had ze dus geen persoonlijk leed, maar wel een tros geplette bananen, echt heel grappig. Over de terugweg deden we uiteindelijk ook drie uur en eenmaal bij het kamp waren we helemaal kapot. Naar beneden leek ook veel langer te duren dan naar boven gaan.

Op onze door zweet doordrenkte kleding, kwamen heel veel wespen af. Het eerste wat we deden was dus lekker afkoelen in de rivier en onze kleren wassen. De rest van de middag genoten we lekker van het zonnetje en rustten we vooral uit. Er waren een paar hele mooie hagedissen en gigantisch veel vlinders bij het kamp. Tegen zonsondergang komen er tien neushoornvogels (Rhinoceros Hornbill - het nationale symbool van Maleisië) langs de rivier overvliegen. Ze vliegen naar een grote vijgboom voor hun diner. Deze vogels zijn enorm groot en hebben een grote hoorn op hun snavel. Het is heel bijzonder om deze vogel te spotten, want de laten zich niet veel zien. We hebben echt geluk, maar helaas zijn ze te snel om op de foto te krijgen. Na ons diner regent het en onweert het enorm hard. De bliksem is heel dichtbij, want al een seconde na de flits volgt de donder. Het geluid is beangstigend en zo intens! Wanneer het dondert trilt de grond en de bliksem klinkt keihard! Heel erg spannend! De hoeveelheid regen die er binnen enkele minuten valt is bijna niet voor te stellen zo veel! Dan roept onze gids dat we naar het platform bij de rivier moeten rennen. Hij hoort een vloed aankomen en dat is bijzonder om te zien. Het water was uit het niets ineens twee meter hoger. Heel gek! Het water stroomde razend snel, heel gaaf om mee te maken. Het bleef de hele nacht regenen en onweren, lekker om in te slapen.

Donderdag 11 april is onze laatste dag in het nationale park en verlaten we Mulu ter voet via de Headhunters Trail gevolgd door een drie uur durende boottocht. Headhunter Trail is zo genoemd, omdat over dit pad de koppensnellers naar andere dorpen gingen en op de terugweg hun trofeeën toonden. Het pad is ook heel erg mooi en niet veel mensen lopen deze route. We komen drie lokale mannen tegen met een kapmes in hun hand, oh oh, als dit maar geen koppensnellers zijn. Volgens Ronaldo onderhouden ze het pad, pfiew! Onderweg zien we een veel grotten en rotsformaties en we kunnen ons inbeelden hoe de koppensnellers zich hier achter verscholen om hun slachtoffers op te wachten. We passeren een rots die precies lijkt op een mensenschedel! Wat een toeval. Halverwege komen we bij de Chinese Rivier, die zo is genoemd omdat hier een bootje met Chinezen tijdens een storm is omgeslagen en ze zijn nooit weergevonden. Om deze rivier over te steken moeten we tot aan ons middel door de rivier lopen. Aan de overkant van de rivier hebben we een korte pauze op een bankje. Ronaldo heeft een hele zak koekjes bij zich, altijd lekker tijdens een wandeling. Verderop de track ligt een gifgroene giftige slang op het pad, een Viper. Het is echt een mooie en maken veel foto’s van het reptiel. Ronaldo is er een beetje bang voor en met een stok leidt hij de slang weg de bosjes in, zodat wij veilig kunnen passeren. Na zo’n vijftien kilometer en vier uur lopen, komen we aan bij een rivier waar een man met zijn vrouw in een longboat op ons zit te wachten. We varen een stukje en hebben onze lunch. Daarna moeten we nog tweeënhalf uur met de boot naar een klein dorpje. Onderweg komen we mooie vogels tegen en zelfs één neushoornvogel. Zo nu en dan moeten we de boot uit om de boot voorruit te drukken in verband met de lage waterstand. We zien de mooie ongerepte bossen langzaam plaatsmaken voor gestructureerde plantages, we zijn uit het Nationale Park. Je merkt het ook aan de afname van het aantal vogels. De afgelopen vier dagen waren prachtig. Mulu hoort zeker thuis op de werelderfgoedlijst en is wat ons betreft een van de mooiere parken ter wereld. Mulu is een overtreffende schoonheid van bergen, gecombineerd met grote rivierennetwerken, een tropisch regenwoud en enorme grotten. Eenmaal met het bootje bij het dorpje aangekomen staat er een 4x4 auto op ons te wachten. We moeten nu nog anderhalf uur over een grindweg naar Limbang waar we onze laatste overnachting van de tour hebben. In de avond gaan we met Ronaldo uit eten bij een Chinees restaurant en nemen we afscheid met een biertje.

3 Reacties

  1. Marleen Coopman:
    17 mei 2019
    Gaaf zeg die pinnacles! Ik zag ze ook op foto's in de clear water gave! Heel bijzonder 👍
  2. Harriet:
    17 mei 2019
    Weer zo’n bijzondere gids die Ronald en wat een klim om bij de pinnacles te komen!
  3. George:
    20 mei 2019
    Weer een mooi reisverslag. Misschien zouden jullie de verhalen moeten bundelen. Het is voor toekomstige reizigers een hele mooie praktische reisgids.