Bergtempels, lekker eten en naar de bioscoop in Ipoh

Op dinsdag 6 augustus worden we met een taxi opgehaald bij ons hostel en naar het busstation van Georgetown gebracht. Georgetown is de hoofdstad van het eiland Penang dat is verbonden met het vaste land door middel van een ruim tien kilometer lange brug. Met de bus verlaten we het eiland en bezoeken we Ipoh, de tweede grootste stad van Maleisië. De rit van Georgetown naar Ipoh duurt iets langer dan twee uur. Vanaf het busstation in Ipoh nemen we een taxi naar ons hostel, waar de we worden ontvangen door de meest chagrijnige receptionist ooit. We hadden we recensies op Booking.com gelezen, maar geloofden niet dat het daadwerkelijk zo erg zou zijn. Het is ook de eerste keer dat we ons hebben beklaagd in een recensie. Het hostel zelf was gelukkig wel heel fijn en we mochten gratis fietsen lenen. We vonden het levensgevaarlijk om hier te fietsen en parkeerden de fiets al gauw. Je telt als fietser gewoon niet mee in het verkeer. In Ipoh stad is net als in Georgetown straatkunst te vinden, maar we vinden het niet bijzonder. Na een rondje langs de straatkunst te hebben gelopen, brachten we de fietsen terug naar ons hostel. We bestelden een taxi en lieten ons naar de Kek Lok Tong brengen, een tempel in een grot met veel gouden boeddhabeelden. De achterkant van de grot was open en ging over in een grote vallei. Daarna lieten we ons brengen naar de Sam Poh Tong Temple. Althans dat wilden we, maar de taxichauffeur had een beter plan. Hij kende een meer dat alleen lokalen kenden. Het was er heel rustig tussen allemaal hoge bergen in. Daarna dropte hij ons alsnog bij de Sam Poh Tong. Deze tempel is gebouwd tegen een bergwand aan. Het is mooi, maar zegt ons niet zo veel. We bestellen dus maar weer een taxi en laten ons afzetten bij een restaurant dat het beroemde en uit Ipoh komende Taugé Ayam verkoopt. Deze maaltijd was heel lekker. De kip was heel mals klaar gekookt en de taugé was aangemaakt met soyasaus. Het was heel simpel, maar echt verrukkelijk! Vanaf het restaurant zijn we via een avondmarkt  naar een heel groot winkelcentrum gelopen waar ze een bioscoop hadden, want we wilden de Lion King graag zien. We waren bang dat her misschien bij onze terugkomst niet meer in de Nederlandse bioscopen zou draaien. Daarnaast was het echt heel goedkoop om hier naar de film te gaan, slechts € 2,20 per kaartje en samen waren we met popcorn en drinken nog geen € 6,- kwijt. De kwaliteit van de bioscoop was tenminste hetzelfde en misschien wel beter dan in Nederland, dus dat is nog eens lekker een avondje uit gaan. Als ze in Nederland deze prijzen zouden hanteren zouden we iedere week naar de film gaan, waarom niet?

De volgende dag, woensdag 7 augustus, verlaten we Ipoh alweer, want er is niet veel meer te doen. We gaan met de taxi naar het busstation dat zich buiten de stad bevind. Onderweg stoppen we weer bij een tempel  in een grot. Hier was een trap uitgehouwen in de berg waardoor we boven op de berg konden komen. We hadden hier een uitzicht over Ipoh, niet zo bijzonder. Weer bestellen we een taxi en laten ons afzetten op het busstation om daar een bus naar de Cameron Highlands te nemen. Het zegt wel wat over Ipoh dat onze hoogtepunten het eten van de Taugé Ayam en het bekijken van de Lion King waren. Alhoewel, de omgeving met bergen en grotten was wel mooi. De tempels waren niet bijzonder.