Rondtoeren op het veelzijdige Bohol!

26 maart 2019 - Tagbilaran City, Filipijnen

Woensdag 20 maart worden we wakker met gemengde gevoelens. We gaan vandaag met de boot naar het eiland Bohol, een nieuw avontuur. Dat betekent ook dat we afscheid nemen van onze vrienden Paul en Anne, waar we bijna twee weken mee samen zijn geweest. We gaan samen ontbijten en daarna brengen zij ons naar de haven en nemen we afscheid van elkaar. Vreemd, want misschien zien we elkaar wel nooit weer. De afgelopen twee weken waren heel erg gezellig en het was voor ons heel erg ontspannend. We hoefden niks te regelen en het vervoer was altijd direct, doordat zij een auto hebben. We zullen ze ongetwijfeld gaan missen, maar zijn ook zeker klaar voor een nieuw avontuur.

Nadat Paul en Anne ons hebben afgezet gaan we dus met de boot naar Tagbilaran, de hoofdstad van de provincie Bohol. Hier hebben we één nacht in een guesthouse en ‘s avonds gaan we met ons tweeën uit eten bij Gerardas restaurant en nemen we daarna een ontspannende massage bij Banahaw Heals Spa. Het is, zeker voor Filipijnse begrippen, een professionele massagesalon, want van te voren wordt onze bloeddruk opgemeten om te kijken welke massages voor ons geschikt zijn. Ook is dit voor ons een gratis tussentijdse bloeddrukcontrole en krijgen bevestigd dat ons stressniveau nihil is. :p

Bij ons guesthouse huren we op donderdag 21 maart voor zes dagen een motorfiets. We willen een tour door en rondom Bohol maken. Onze grote backpack kunnen we bij ons guesthouse achterlaten en we nemen alleen de benodigde spullen mee in een dagtas. We verlaten Tagbilaran en rijden via wegen door de bossen naar de Batuan waar we een accommodatie voor vannacht hebben geboekt. Onderweg komen we eerst langs een Tarsier opvang (spookdiertje in het Nederlands). Na het lezen van wat informatie bijvoorbeeld dat Tarsiers suïcidaal worden wanneer ze in gevangenschap leven, liepen we het park binnen. Meteen zien we er eentje in de boom! Wat een wonderlijk diertje is dit! Het is ongeveer zo groot als een hand en het heeft enorme ogen! En dan hebben we het nog niet over zijn hekserige botterige haakvingers gehad waar hij zichzelf mee om zijn takje heen klemt! Wat een prachtig wezentje! We bewonderen het een hele tijd waarna we doorlopen naar de volgende om het zelfde te doen. Dit doen we bij de vier diertjes die we zien. Als we het park uitlopen, vraagt Loes aan de parkbeheerders of we nog een rondje mogen lopen. Dat mag! En daar zijn we blij om!

Tarsiers komen alleen voor op de Filipijnen, Borneo, Sulawesi en Sumatra, maar worden door intensieve houtkap met uitsterven bedreigd. Als we op de huidige manier met de wereld blijven omgaan dan sterft de Tarsier binnen twintig jaar uit. Doordat hun leefgebied verdwijnt komen ze met te grote aantallen bij elkaar en dat zorgt ervoor dat ze zelfmoord plegen. Andere twee oorzaken van hun kritieke fase zijn huiskatten en het jagen en verkopen van deze dieren (kortom, alle drie oorzaken van de mens).

De opvang is zo gebouwd dat ze in hun eigen omgeving kunnen leven, zonder dat ze naruurlijke vijanden hebben of teveel Tarsiers bij elkaar kunnen komen. In de opvang krijgen we veel te weten over de Tarsiers. Zo lijkt het in eerste instantie misschien op een aapje, maar dat is het niet. Het is wel een primaat, zelfs een oudere dan de aap. Het spookdier ziet er niet alleen lief uit, het is ook nog eens extreem nuttig, want het eet voornamelijk insecten en dus ook muggen. De naam Tarsier is vernoemd naar zijn bot, de Tarsial Bone. De fysieke kenmerken van het spookdier zijn bijzonder. Zo zijn de ogen groter dan zijn hersenen en kan het zijn nek met 180 graden draaien. De oren draaien richting de kant waar het geluid vandaan komt en het dier kan 5 meter springen. En dat voor een beestje dat niet groter dan 12 centimeter kan worden. Het is klein, maar mooi en een erg fascinerend beestje.

We vervolgen onze weg richting Batuan en komen rond lunchtijd in Loboc. We zijn hier om een kerk te bekijken, die klaarblijkelijk in de steigers staat, en zoeken een restaurant voor ons middageten. Dan zien we allemaal drijvende restaurants op boten varen over de Loboc Rivier. We informeren wat dit kost en besluiten een cruise te boeken. Een tocht van een uurtje over de Loboc Rivier, inclusief lunch, twee vliegen in één klap! Op de boot is een live band aanwezig en iedere boot heeft zo’n dertig toeristen aan boord. De natuur is prachtig, maar wel erg toeristisch dus. Het eten is echt goed, een buffet, maar goed. Na de cruise zijn we voldaan en rijden we weer verder met onze motor. We rijden door het man-made-forest, waar de toppen van de bomen als een soort dakje tegen elkaar aangroeien. Het is heel mooi en lekker koel hier in de schaduw. 

Onze laatste stop voordat we in Batuan zijn, is bij de Pangas Falls. Het is enorm warm vandaag dus we gaan lekker met onze voetjes in het water in de schaduw zitten. De waterval is mooi, maar niet extreem groot, vol of lang. Het is gewoon een mooie waterval en we genieten vooral van het weer en verkennen een beetje rondom de waterval. Het is vanaf hier nier ver meer naar Batuan waar onze accommodatie is. We droppen onze tassen hier en gaan naar de Chocolate Hills bij Carmen voor zonsondergang. De Chocolate Hills zijn allemaal ronde heuvels in een gebied van vijtig vierkante kilometer. In de wintermaanden zijn de rondingen groen en in de zomermaanden worden ze vanwege de droogte donkerbruin, vandaar de naam chocolade heuvels. In de droge maanden schijnen ze op enorme chocolade bergen te lijken. De Chocolate Hills is unesco werelderfgoed, omdat ze geologisch gezien erg bijzonder zijn. In een vrijwel vlak omliggende gebied rijzen uit het niets 1268 vrijwel identieke kegelvormige heuvels de lucht in, variërend van 30 tot 400 meter boven zeeniveau. Het gebied waar de heuvels zich bevinden was ooit één groot platform. Helemaal gevuld en uitgerekt met dik koraalrif dat twee tot vijf miljoen naar geleden is uitgestorven. De resten van het dode koraal, schelpen, fragmenten van skeletten en andere organismen zijn in de loop der jaren in kalksteen is veranderd. Ongeveer een miljoen jaar geleden kwamen de kalkstenen heuvels uiteindelijk boven het zeeoppervlakte uit, werd het land en werden de heuvels gevormd. De kalksteen brak af, er ontstonden zwakke lijnen en regenwater en stroompjes begonnen de heuvels te vormen zoals we ze vandaag kennen. Niemand weet alleen waarom ze allemaal zo identiek zijn, kortom een uniek verschijnsel in de wereld. Door de Filipijnse regering zijn in 1988 de Chocolate Hills uitgeroepen tot nationaal geologisch momument van de Filipijnen. Na de zonsondergang te hebben aanschouwd op de Chocolate Hills zijn we terug naar onze accommodatie in Batuan gegaan. We verblijven bij mensen die drie kleine hutjes in de tuin hebben gebouwd: Maria en June. Het zijn echt twee hele lieve mensen en doen echt alles voor ons. We mogen zelfs mee eten. Er zijn ook andere gasten 2 Duitse meisjes en een Australisch stel en vooral met de Australiërs hebben we een leuke avond. Maria verteld ons dat ze voor de gemeente werkt en bezig is om toerisme in dit gebied te ontwikkelen. Het doel is om Batuan uit economische klasse 5 te krijgen naar 4 of misschien zelfs 3. Klasse 5 is de laagste klasse die een dorp kent en is echt heel armoedig. Om het toerisme in Batuan te ontwikkelen, krijgen ze hulp van iemand van het US Peace Corps. Samen met hem maken ze een aantal grotten toegankelijk voor publiek en creëeren ze andere activiteiten. De omgeving van Batuan bestaat uit karstgebergte en er zijn overal grotten, sinkholes en waterbronnen. Een ideale en interessante omgeving om open te stellen voor publiek en zo meer inkomsten in dit dorp te genereren. Maria vraagt ons of wij proefpersonen willen zijn, ze willen binnen enkele maanden beginnen met deze activiteiten. We mogen alle activiteiten gratis doen, zodat de gidsen kunnen oefenen en wij de kinderziektes kunnen aangeven. Tuurlijk willen wij dat, hartstikke leuk toch!

De volgende dag worden we tegen 08:00 uur opgehaald door Sir Todd, de Amerikaan van het Peace Corps. We gaan vandaag de Janlud Cave tour en Lazy River tour doen. We beginnen met de grot. Samen met een lokale gids lopen we eerst naar de ingang van de grot alvorens we het betreden. We klimmen door een smalle ingang over keien met diepe gleuven daartussen. Als we hier iets laten vallen, dan zijn we het voorgoed kwijt. We krijgen ook een zaklantaarn mee, want het is erg donker in de grot. Het is spannend en allemaal erg smal. Heel leuk, want normaal zijn als toeristische grotten aangelegd met planken. Hier niet, lekker ruig en kruipend door de natte gangen. Om het nog wat aantrekkelijker te maken vliegen de vleermuizen ons om de oren en vliegen ze soms zelfs tegen ons aan. Het is klam, modderig en worden helemaal vies. Het geeft allemaal niet, het is een spannend avontuur en kunnen ons zo lekker afspoelen tijdens de Lazy River activiteit. Tussendoor gaan we naar een waterbron waar de lokale bevolking hun was doet.

We gaan met opgeblazen vrachtwagen binnenbanden de Makapiko rivier af. In de lokale taal betekent Makapiko elleboog en de rivier is zo genoemd, omdat het een en al bochten is. In rustig tempo drijven we de rivier af. Het is heel erg ontspannend en kunnen rustig om ons heen kijken. Genieten van de mooie natuur en de lokale bevolking die vist, kookt, kleding wast en zichzelf wast in de rivier. Kinderen lopen naakt rond en zwaaien allemaal. Nee toeristen kennen ze hier niet. Af en toe is er een stroomversnelling of een afdaling. Meestal kunnen we blijven zitten in de autobanden, maar soms moeten we er even uit. De activiteit duurt zo’n anderhalf uur, maar door alle kronkelingen zijn we hemelsbreed helemaal niet ver van ons beginpunt. Eenmaal terug bij de auto brengt Todd ons terug naar onze Homestay. Todd is overigens een interessante man die zijn baan heeft opgezegd om het Peace Corps te dienen en hij verteld over al zijn projecten die hij over de wereld heeft uitgevoerd. Voor het project in Batuan is hij uitgezonden om van dit arme dorp eco-toerisme te ontwikkelen. Dus met behoud van natuur en cultuur duurzaam toerisme opzetten in deze plaats. Als je het ons vraagt mogen ze overal in Azië deze projecten opzetten.

We nemen afscheid van June en Maria en rijden tegen het begin van de middag richting Anda. We besluiten om qua afstand een sluiproute te nemen, maar qua tijd duurt dit twee uur langer dan de hoofdweg. We komen door kleine gemeenschappen, langs rijstvelden en de weg is uitdagend. Afgebrokkelde paden, kleine kiezelsteentjes, mulle zandpaden, gras en enorme rotsen. Op sneeuw, ijs en zout na, passeren we alle mogelijke ondergronden. In Pilar zijn de enorme rijstvelden waar we even een stop maken. Om bij de rijstvelden te komen moeten we langs een basketbalveldje waar het hele dorp staat te kijken. Het spel wordt stilgelegd, iedereen loopt naar ons toe en ons wordt gevraagd wat we komen doen en of we verdwaald zijn. Hier komen echt nooit toeristen. Iedereen is verbaasd. Ook komen we langs de Can-Umantad Falls, een hoge waterval met een mooie omgeving. Hier verblijven we even en vervolgens rijden we door richting Anda. Vanaf hier is de weg weer goed en kunnen we een beetje tijd inhalen voordat het donker wordt. In de Filipijnen wil je namelijk niet ‘s avonds op straat rijden. Overdag kan het al link zijn en moet je oppassen, ‘s avonds speel je met je leven. We boeken een huisje bij het Bohol-Lahoy Dive Resort, want ze hadden een mooie last-minute aanbieding en blijven de avond daar.

Zaterdag 23 maart rijden we eerst een stukje terug naar Anda, een klein strandplaatsje met een super mooi wit strand. Het water is heel erg helder en de lucht is knalblauw. We nemen een brunch bij een leuk lokaal eettentje. We bestellen allebei een kokosburger. Een burger gemaakt van het vlees van een kokosnoot. Een veganistische maaltijd, maar heel erg lekker. Niks voor Tom die het liefst alles met vlees wil hebben, maar kokosfan als hij is, kan hij dit niet niet-lekker vinden. We hebben een heel leuk gesprek met de serveerster en komen zo weer veel over de lokale omgeving te weten. Na de brunch relaxen we op het strand en zwemmen we in het warme water. Heerlijk!

Na een tijdje verlaten we Anda en willen we naar de Cabagnow Cave Pool, een grot met water waar je kunt zwemmen. Daar aangekomen blijkt het wegens schoonmaakwerkzaamheden dicht te zijn voor zwemmen. Wel kunnen we de grot van bovenaf bekijken. Het is mooi, maar het is wel een minpunt dat we niet kunnen zwemmen, dat zou de ervaring helemaal compleet maken. Gelukkig geven locals aan dat er een andere grot is waar gezwommen kan worden, dan moeten we die maar gaan verkennen. Na een pad door de bosjes  te hebben gelopen, komen we uit bij de Tibaw Cave Pool. Hier zijn inderdaad alleen lokalen te vinden die hier met een motor hangen, blijkbaar hadden we er ook gewoon vanaf de andere kant naartoe kunnen rijden. Maar goed, wij moeten dus weer terug over het pad door de bosjes. We rijden in één stuk naar Loboc, want we willen wederom voor het donker aankomen.

In Loboc verblijven we wederom in een homestay en ‘s avonds hebben we een nachtsafari geboekt. We gaan opzoek naar de vuurvliegjes. Af en toe zien we enkele vuurvliegjes, maar de kapitein vaart door op zoek naar een boom met daar omheen een grote zwerm. Plotseling lijkt het alsof we in een straat zijn aangekomen waar alle huizen zijn verlicht voor kerst. De bomen lichten op van afstand. Het zijn echt duizenden vuurvliegjes in de boom. Als het kerstboomverlichting is. Het is echt magisch! Één vuurvliegjes land zelfs op Loes haar hand! Voor Tom was het de eerste keer dat hij vuurvliegjes zag, echt bijzonder! De mannetjes zijn helderder dan de vrouwtjes en trekken zo de vrouwtjes aan. Ook zien we miljoenen sterren in de lucht. Het is een heldere nacht en de Melkweg is zichtbaar. We zijn echt heel erg blij dat we deze tour hebben geboekt, we zijn ook de enige twee gasten, dat terwijl er toch heel veel toeristen in dit stadje zijn. Alsof niemand dit wil zien, heel vreemd.

De volgende ochtend is het alweer zondag 24 maart, de tijd vliegt echt. We gaan vandaag naar Pamilacan Island, een piepklein eilandje zo’n 20 kilometer voor de kust van Bohol. We rijden eerst naar Tagbilaran om geld te pinnen en rijden daarna terug naar Baclayon. Hier staat de oudste kerk van Azië uit de 15e eeuw, gebouwd door de Spanjaarden. Het is een reusachtige kerk en het gesteente is mooi. In Baclayon gaan we ook op zoek naar een boot om naar Pamilacan te kunnen.  Een eigen boot regelen kost ons 2500 peso, zo’n veertig euro. Wij komen aan de praat met lokale mensen die naar het eiland gaan. We mogen mee voor 250 peso persoon. Zij zijn heel erg blij, want dat dekt hun transportkosten zowel heen als terug. Wij zijn natuurlijk ook blij want dit scheelt ons ruim € 30,-. Wel moeten we een uur wachten totdat de zee kalmer is, het is namelijk enorm wild. Ondertussen parkeren we onze motor, op aanraden van de lokale bevolking, voor de deur van het politiebureau. We vragen even toestemming en worden uitgenodigd voor een kop koffie. Ze excuseren zich dat ze geen eten hebben en de politiemannen blijven maar tegen ons kletsen en zijn geïnteresseerd want ons brengt in dit dorp. De helft van de agenten kijkt een film op Netflix en de andere helft praat met ons, allemaal erg bijzonder. Wel heel leuk!

Dan is het tijd om te vertrekken. De zee is nog steeds wild en het bootje klein. Het is een pompboot dus met dit ruige weer moet de kapitein om de tien minuten zijn boot handmatig leegpompen. De tocht van twintig kilometer duurt anderhalf uur. We zijn allebei doorweekt en helemaal nat door alle hoge golven die op het bootje klappen! De boot verliest ook bagage, gelukkig niet onze, want dat ligt in het waterdichte compartiment. Eigenlijk is het niet verantwoord om met dit soort bootjes op open zee te varen, maar hier is het blijkbaar normaal. Dan zijn we vlak bij Pamilacan, al in kalm water en bijna bij de kust. De eigenaresse van de boot en kapitein bespreken wat met elkaar in het Filipijns. De kapitein vaart ineens om. Het blijkt dat de kustwacht op het eiland is en dat we de kustwacht proberen te omzeilen, want de boot is pas volgende maand geregistreerd. We meren dus aan de achterkant van het eiland aan. Aangekomen op het strand, gaan we naar onze homestay.

Het is heel erg rustig op het eiland en er is niet veel te doen. We kunnen snorkelen, duiken en op het strand liggen. Het duiken schijnt hier niet zo bijzonder te zijn, dus we geven daar ook geen geld aan uit. Al liggend op het strand van maaltijd tot maaltijd brengen we de tijd door. Normaal gesproken niet onze meest favoriete bezigheid, maar wel een keer lekker. De maaltijden zijn echt goed op het eiland en alles is vers. In de avond komen we aan de praat met drie Argentijnen. We halen een fles rum samen en een local maakt een kampvuur voor ons op het strand. Een Japanner en een Spaans meisje komen er ook bij en de lokaal vertelt ons verhalen over de cultuur. Hij vertelt dat hij veel vechthanen heeft en dat er elke zondag een wedstrijd is. Hij is trots dat zijn haan een kampioen is, want hij heeft al zes wedstrijden gewonnen. De gevechten gaan door tot de dood en er worden zelfs mesjes onder de vleugels geprepareerd en aan de schenen. Heel heftig! De eilandbewoner is zich van geen kwaad bewust en vertelt ook doodleuk dat een groot deel van zijn salaris naar supplementen voor zijn hanen gaat. De overleden haan mag de winnen houden om op te eten, nou lekker met al die steroïden erin. Ook vertelt de eilandbewoner dat ze niet lang geleden walvishaai, walvis, haai en manta op het eiland aten. Ze zijn ermee gestopt vanwege toerisme, maar eigenlijk mist hij het heel erg. Echt de gesprekken waren heel interessant, maar ook heel bizar om te horen. Het leukste was dat hij super eerlijk over alles was.

Op maandagochtend 25 maart willen we het eiland weer verlaten. Het was leuk voor een dag en we willen ook Panglao nog zien. We kunnen alleen geen bootregelen en het lijkt erop dat we nog een nacht moeten doorbrengen. De eigenaresse doet in ieder geval totaal geen moeite om een boot te vinden, zelfs niet als we zeggen dat we woensdagochtend vliegen vanaf Cebu naar Palawan. En we moeten dus ook nog van Bohol naar Cebu zien te komen. Volgens haar moeten we nog een nacht blijven, maar dat willen we niet. Vastberaden gaan we dan zelf maar opzoek naar een boot en vinden weer wat lokale eilandbewoners. Ze proberen te onderhandelen en vragen wat we er voor over hebben om het eiland te verlaten. Wij gebruiken, zoals je moet doen in Azië, de stilte techniek. Zelf komen ze dan met 250 peso en wij knikken snel ja en kunnen het eiland verlaten. De oceaan is vandaag heel erg rustig, echt het tegenovergestelde van gisteren. Ook is deze boot wat groter, dus het is een relaxte overtocht. Halverwege de bootrit stop de kapitein ineens, want hij ziet iets in het water. Dan komt er ineens vlak voor onze boot een enorme walvis uit het water. Het is een relatief kleine walvis, een Bryde’s Whale, van twaalf meter, maar toch, dit is nog steeds twee keer zo groot als onze boot. Volgens de kapitein hebben we heel erg geluk, want er zitten mensen op Pamilacan Island voor zeven dagen om walvissen te spotten en zien niks. Wij spotten er meteen één terwijl we er niet eens naar opzoek zijn. Heel bijzonder was het in ieder geval weer en wat een geluk!

Na een kleine drie kwartier zijn we weer aan het vaste land van Bohol. We bedanken de politieagenten voor het bewaken van onze motorfiets en rijden naar Antequera waar de Mag-Aso Falls zijn. De waterval is in een kloof en omgeven met jungle. Echt mooi. Uit het niets horen we ineens een slepend geluid, alsof er een bulldozer door de kloof komt rijden en een paar grote rotsen verplaatst. Ook is het daarna enorm stil. Geen vogelgeluiden en veel blaadjes dwarrelen in het rond en de grond begint keihard te trillen. Iemand die het gebied onderhoudt roept ineens ren, schiet op weg hier! Het blijkt een aardbeving te zijn geweest en in een kloof moet je dan vooral altijd voorzichtig zijn, want het water kan ineens naar beneden komen vallen. Het bleek achteraf een aardbeving van 4,5 op de schaal van Richter te zijn. Niet eens heel sterk, maar wel een eng gevoel. Het episch centrum van de aardbeving was ook in het plaatsje Antequera dus het voelde hier extra heftig. Op de terugweg kwamen we langs een school waar veel mensen buiten stonden te schreeuwen en te huilen. Ja heel veel mensen waren in paniek, want zes jaar geleden, 2013 was hier een hele sterke aardbeving die heel veel heeft vernield en waarbij tweehonderd doden vielen. De schrik zat er bij de meesten dus nog goed in. 

Wij waren ook erg geschrokken en wilden zo snel mogelijk uit dit gebied en reden naar Panglao, een eiland voor Bohol dat met twee bruggen is verbonden met her vaste land van Bohol. Daar gaan we eerst naar de Hinagdanan Cave. Dit is een grote grot waarin je kunt zwemmen. Leuk om te zien, maar toeristisch, hier gaan we dus gauw weer weg. Daarna rijden we langs de kust naar Alona Beach, opzoek naar een slaapplek. We komen langs een duikwinkel en raken aan de praat met de eigenaar. We besluiten spontaan om hier een duik te doen. Samen met een duikmaster is opleiding en een instructeur hebben we een mooie duik. We zien veel en na de tijd geven ze ons complimenten over onze duikvaardigheden. De eigenaar of wij ook interesse hebben in een duikmaster opleiding. We hebben er nog nooit over nagedacht, maar voelen ons wel vereerd. We vragen wat het inhoudt, denken er over na en zeggen dat we in contact blijven. De duikinstructeur gaat met ons mee naar de duikwinkel, zodat we duikbenodigdheden met 40% korting kunnen aanschaffen. We wilden namelijk nog wat spullen hebben. Daarna moeten we echt opzoek naar een slaapplek en vinden een guesthouse op twintig meter van het strand. In de avond lopen we het stadje Alona Beach in. Heel erg toeristisch hier, vooral met rijke Chinezen en Russen. Nee, één nacht is genoeg hier. 

Onze laatste dag op Bohol is op dinsdag 26 maart. Op aanraden van de duikwinkel van gisteren gaan we snorkelen bij een plek waar een Sardine Run is, net als de duik in Moalboal. Deze is echter veel minder bekend en is dus ook veel rustiger. Wat ons betreft daardoor ook veel mooier, want we kunnen lekker genieten van de omsingeling van alle sardines zonder bang te zijn dat andere duikers tegen ons aanbotsen. Na een uur genieten moeten we echt gaan, want onze boot vertrekt om 15:00 uur van Tagbilaran City naar Cebu City. Ondertussen moeten we ook nog onze motor inleveren bij het guesthouse en onze bagage daar ophalen en bij de haven zien te komen. Het is dus een beetje haasten.

Het is twee uur met een hele snelle veerboot naar Cebu. Vanaf daar moeten we met een taxi naar ons hotel dichtbij het vliegveld. Het is minder dan tien kilometer rijden, maar doen er bijna drie uur over. We zijn blij dat we ons hotel naast het vliegveld hebben geboekt, want morgenvroeg vliegen we naar Palawan. Dan willen we natuurlijk niet in de file staan. Voor het avond eten hebben we afgesproken met Paul en Anne. Zij zijn speciaal voor ons naar Cebu gereden, een overtocht met de veerboot en een zes uur lange autorit vanaf Dumaguete. Zij hebben het ervoor over om zes uur lang te rijden om mensen te zien die ze wellicht nooit weer gaan zien. In dat opzicht is zes uur dus niks. Een hele mooie opvatting vinden wij en kunnen wij Nederlanders heel veel van leren. Sommigen vinden twee uur naar Amsterdam of Nijmegen voor een avondje bij familie al te veel. 

We gaan uit eten bij een heel lekker restaurant en krijgen zelfs van Paul en Anne nog een afscheidscadeautje. De heerlijke Silvana’s die wij zo lekker vinden van Sans Rival, de cakeshop in Dumaguete. En ook de gedroogde Mango’s van 7D, het lekkerste snoep ter wereld, hebben ze voor ons meegebracht. Na het eten doen we nog een paar drankjes bij een luxe bar. Normaal gesproken zouden wij hier nooit gaan zitten, ver boven ons budget, maar Paul staat erop dat we er naartoe gaan. We moeten deze gezamenlijke trip goed afsluiten. De avond wordt afgesloten met een heerlijke massage, waarna we dan definitief afscheid nemen en beiden onze eigen weg nemen naar onze hotels.

5 Reacties

  1. IRMA THRESIA ALBERTA Westerbeek Westerhof:
    2 mei 2019
    Geweldig avontuur weer en prachtige verhalen van de locale mensen.
  2. Harriet:
    2 mei 2019
    Was weer een mooi avontuurlijk verhaal! Mooi om te lezen 👏
  3. George:
    3 mei 2019
    We krijgen een goed beeld van de Filipijnen door het weer mooie reisverslag.
  4. Benno:
    3 mei 2019
    Wat leuk. Op school leerde ik al dat het spookdiertje heel bijzonder was en nu lees ik dat jullie het zomaar in het wild hebben gezien. Ze kunnen hun ogen niet bewegen en daarom kunnen ze hun kop alle kanten op draaien. Eén oog is al groter dan de hersens ! dat is bij mij ook zo, maar dat komt door het formaat van mijn hersens.
  5. Marleen Coopman:
    4 mei 2019
    Als we het toch over hersenen hebben.....Dit schrijven bevat opnieuw een heleboel interessante informatie die het opzoeken op internet zeer de moeite waard is. De vraag is,....waar begin je? 😍