Op naar Palawan: vrije gevangenen in de Iwahig Prison en de imposante Underground River

28 maart 2019 - Sabang, Filipijnen

Vandaag, woensdag 27 maart, vliegen we vanuit Cebu City naar Puerto Princesa, hoofdstad van het eiland Palawan. Palawan staat bekend als één van de mooiste eilanden ter wereld met witte zandstranden en heldere blauwe zeeën. Reden genoeg lijkt ons om dit deel van de Filipijnen te gaan verkennen.

Om 10:00 uur vliegen we met Philippine Airlines. Voor de gekke reden was het voor ons goedkoper om business class te vliegen dan een plek tussen het klootjesvolk. Dit was oprecht onze meest comfortabele vlucht ooit. Waar we normaal gesproken met tenminste drie man naast elkaar zitten, zaten Loes en ik nu als enige in onze rij. We zaten letterlijk op de eerste rang en mochten als eerste het vliegtuig in en ook als eerste uit. Allemaal privileges. Zo kregen we een warme maaltijd tijdens de vlucht en een sapje, de rest kreeg nootjes en een bekertje water. En dat voor twee arme backpackers!

Het was slechts 50 minuten vliegen naar Puerto Princesa. Dus we kwamen al rond 11:00 uur aan op het vliegveld. Buiten stonden de tourbedrijven natuurlijk weer te wachten. Taxi sir? Mini-van? Wij wilden naar Sabang de kosten zouden rond de € 40,- zijn, dus kwamen wij op het briljante idee om andere reizigers te vragen of ze ook die kant opgaan en de kosten kunnen delen. Helaas ging niemand, maar dan ook niemand naar Sabang. Iedereen ging linea recta naar El Nido, de toeristen hotspot van Palawan. Wij hadden geen zin om € 40,- te betalen voor een busritje van twee uur, dus gingen we opzoek naar alternatieven. Het bleek dat er Jeepney’s en mini-vans vanuit het busstation van Puerto Princesa gaan. Met een tricycle was het van het vliegveld een halfuurtje naar het busstation. Hier konden we kiezen tussen de bus van 13:30 of 15:30 uur. Wij kozen voor de busrit van 15:30 uur zodat we ondertussen een scooter konden huren en de omgeving van Puerto Princesa konden verkennen. De totale kosten van het ritje met de tricycle, de bustickets naar Sabang en de scooter huur waren slechts € 15,-, waarvan scooterhuur de helft van het bedrag was. Moet je nagaan hoe veel je kan besparen als je even de rust neemt om dingen uit te zoeken. Wij hebben allebei geen inkomen, dus wij kunnen die vijfentwintig euro heel goed besteden aan leukere dingen. Daarnaast hebben we er nu ook nog een leuke activiteit bij inzitten. 

Die activiteit is niet een meeste voor de hand liggende activiteit tijdens een vakantie. We gaan onbezield bij de bijzondere Iwahig Prison, een unieke gevangenis zonder muren. De gevangenis en het daarbij horende land is ongelofelijk groot. De gevangenis telt bijna 3000 gevangen en zij leven, wonen en werken hier samen in een soort dorp. De gevangenen zijn ingedeeld in een lichte, medium en zwaar bewaakte groep. De zwaarbewaakte gevangenen mogen niet hun gevangenis verlaten. De medium bewaakte gevangen mogen tijdens daglicht vrij rondlopen en de licht bewaakte gevangenen mogen ten alle tijden vrij rondlopen. Ondanks dat er rondom het complex geen muren staan, ontsnapt er zeer zelden iemand. Die enkeling probeert te ontsnappen wordt altijd binnen een dag weer gevonden. De reden dat bijna niemand probeer te ontsnappen is het feit dat niemand, maar dan ook niemand terug wil naar de gevangenis in Manila. Daar leven ze met honderd gevangen in een klein celletje onder inhumane omstandigheden. In de Iwahig gevangenis hebben ze vrijheid, kunnen ze werken om voor hun toekomst te sparen en hebben ze contact met de buitenwereld.

Bij het enteren van de gevangenis moeten we ons registeren en ons rijbewijs afgeven. Dan rijden we langs allemaal weilanden en plantages waar mensen aan het werk zijn. Dit blijken de licht-bewaakte gevangen te zijn. Wij hebben geen idee waar we moeten zijn en zien regelmatig zwaait er iemand naar ons. We hebben geen idee of dit gevangenen zijn of niet. Op een gegeven moment komen we bij een sportveldje met een zaaltje er naast. Hier komt meteen iemand naar ons toe. Hij stelt zich voor als Emman en nodigt ons uit om binnen te komen. Daar zijn nog tien andere gevangenen en allemaal hebben ze iets wat ze hebben gemaakt en aan je willen verkopen. 

Emman vertelt ons zijn levensverhaal en het is eigenlijk best wel bizar. Hij vertelde dat hij werkte als monteur voor motoren. Iemand vroeg hem om een motor op te knappen voor race. Op een dag kwam de politie bij zijn zaak binnen, omdat de motor gestolen bleek te zijn. Hij rende naar boven en begon op de agenten te schieten. Hij heeft spijt, want hij verloor zijn geduld en kreeg zwart voor zijn ogen. Hij zegt dat hij geen verkeerde jongen is, maar door dit incident een groot deel van zijn leven kwijt is. We zitten een tijdje op de grond met Emman te praten en het is oprecht een sympathieke jongen, maar toch zegt iets in je achterhoofd wel dat hij uit het niets is gaan schieten op politie. Emman is heel open en vertelt heel veel over het leven in de gevangenis. Zowel over het leven in de gevangenis hier, als in Manila, waar hij is gevangen zat. Ook vertelt hij dat hij hard werkt binnen de gevangenis en zo iets probeert op te bouwen voor het leven na zijn gevangenschap, hij moet nog vier jaar zitten. Hij vertelt zelfs dat zijn vrouw hem heeft verlaten en dat een vriend van hem nu een relatie met haar heeft. Hij zegt dat hij blij is, want nu zorgt iemand tenminste voor haar en zijn kinderen. Hij is echt heel erg open naar ons, heel bijzonder. Dan komt er een andere gevangene bij zitten en we spelen samen een potje uno (lijkt op het kaartspel pesten). Het is echt gezellig en vergeten de tijd. Als we aan de andere jongen vragen waarom hij hier gevangen zit, zegt hij: “oh, just for killing a guy”. Nee een leven is niet zoveel waard in de Filipijnen. Voor drugshandel krijg je levenslang in de Filipijnen, voor een moord gemiddeld zeven jaar. Dan zetten de gevangenen een liedje op, noemen zichzelf de Criminal Backstreet Boys en beginnen te streetdancen. Heel bijzonder om allemaal mee te maken. Na het dansje nemen we afscheid van de gevangen, want onze bus gaat over een uur. We hebben echt lang bij de gevangenen gezeten, wel zo’n drie uur.

Terug bij het busstation halen we onze bagage uit het kantoor. Wij hebben nog alle zoetigheden gekregen van Paul en Anne in onze handbagage. We delen dit met het personeel, want anders smelt het en ze vinden het verrukkelijk. Ze kenden het allemaal niet, het is ook echt een delicatesse uit Dumaguete. Meteen beginnen zij ook dingen te delen, heel grappig, een soort voedseluitwisseling. Om 16:00 uur vertrekt onze mini-van, met een half uur vertraging, naar Sabang. In het busje zitten alleen maar lokalen en geen toeristen. Naast ons zit een vrouw die ons allerlei tips geeft over Sabang en vooral het boeken van de Underground  River. Ze benadrukt ons dat we absoluut niet met een tourbedrijf of tussenpersoon moeten boeken, want dan betalen we het dubbele. De belangrijkste tip is: “zorg dat je in de eerste boot zit”. Zo bespaarden we in eerste instantie dus geld met de lokale bus, ook krijgen we nu allerlei lokale tips. Handig en vooral ook heel erg leuk!

Rond zonsondergang komen we aan in Sabang over het strand lopen we naar onze accommodatie. Sabang is heel klein. Een strand met een paar homestays en één groot luxe resort. Natuurlijk zitten wij in een Homestay. Het is voordeliger en veel leuker. Bovendien ondersteunen we zo de lokale economie, want de resorts zijn allemaal in handen van rijke, vaak buitenlandse, investeerders.

Op aanraden van de lokale vrouw staan we op donderdag 28 maart al om 06:30 uur op, zodat we om 07:00 uur bij het Loket kunnen zijn. We zijn de eerste in de rij en het wordt steeds drukker. Iedereen wil in de eerste boot zitten. De reden daarvoor is dat je geen lichtvervuiling van tegenliggers hebt, rust en alle vleermuizen en andere dieren zijn nog rustig. Tom haalt ondertussen ergens ontbijt en Loes blijft in de rij staan. Als Tom terugkomt eten we ons ontbijt op in de rij. Dan gaat om 07:45 uur de deur open van het parkbeheer. We moeten een parkvergunning kopen en een ticket voor de boot. Doordat wij de eersten zijn, vragen allerlei lokalen of ze bij ons in de boot mogen. Natuurlijk mag dat en het scheelt voor ons ook dat we de bootkosten kunnen delen. 

Met een grote boot gaan we eerst een stukje over de Zuid Chinese Zee. Vanaf daar moeten we een stukje over het strand lopen en over een boardwalk naar het begin van de Underground River. Of eigenlijk is het het einde van de rivier. De Underground River is onderdeel van het Puerto Princesa Subterranean River National Park. Een park dat sinds 1999 op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. Het bestaat uit een kalkstenen-landschap, ligt in de jungle en heeft als grootste bezienswaardigheid dus de ondergrondse rivier die voor 8,2 kilometer bevaarbaar is. Van de rivier wordt gezegd dat het de langste ondergrondse rivier ter wereld is.

Bij het einde van de rivier stappen we met zes personen in een kano. Onze gids peddelt en we krijgen een hoofdtelefoon met een gids in onze eigen taal. Althans, in het Engels voor ons.  We gaan meteen de grot in en de Underground River op. Het is meteen heel indrukwekkend. Het water is emerald groen en de rotsen zijn mooi van kleur. Na enkele tientallen meters is het pikke donker, want er komt geen licht meer binnen via de ingang van de grot. Onze gids heeft een sterke zaklamp bij zich en bij elke bezienswaardigheid schijnt hij op het object. Zo heeft iedere ruimte een ander thema en een andere naam. Ze is er de kathedraal, want alle rots formaties hebben een vorm dat iets met een kathedraal te maken heeft. Zo is er een rotsformatie dat op Maria en Jezus lijkt, eentje dat lijkt op het laatste avondmaal en een dertig meter hoge brandende kaars. Een andere ruimte heeft als thema de markt, want hier zijn rotsformaties te zien in verschillende fruitsoorten zoals een cacaoboom, een grote paddenstoel, aubergine, een tros bananen en een grote kippenborst. Echt heel bijzonder, want alles is door water en wind gevormd. Ook leren we het verschil stalactieten en stalagmieten. De “t” in stalactieten staat voor top, groeit vanaf het plafond dus en de “g” in stalagmieten staat voor ground en groeit dus vanaf de grond.

De grot is 120 meter breed en 80 meter boven zeelevel. Dat is echt gigantisch hoog, ter vergelijking de kerktoren van de Lambertus Kerk in Hengelo is rond de 70 meter hoog. De diepte van de grot is dus ruim acht kilometer. Op het plafond hangen overal vleermuizen. Die hangen op de kop aan het plafond om vaart te krijgen voor het vliegen en het beschermt tegen vijanden. Hun uitwerpselen is een van de mest in de wereld en samen met de groupers, garnalen, kreeften, krabben, een mix van zout, zoet en brak water en het kalksteen heeft zich hier een uniek ecosysteem gevormd. Het gebied is bekroond tot één van zeven nieuwe wereldwonderen.

En dat kunnen wij beamen! Van de buitenkant ziet het er al prachtig uit. We stappen in het bootje en bij het enteren van de grot zien we alle prachtige formaties aan ons voorbij komen. Het word steeds donkerder en het is erg stil in de grot. De kamers die deze grot te bieden heeft zijn onvoorstelbaar groot en hoog! Het is prachtig en je moet het met eigen ogen gezien hebben om te weten waar we over schrijven.

Op de terugweg komen we tegenliggers tegen en nu begrijpen we precies waarom we in de eerste boot moesten zitten. Het is niet meer donker, niet meer spannend en de helft van de rotsformaties komen door verkeerde belichting niet meer tot hun recht. Nee we zijn echt super blij met de tips van de lokale bevolking. Daarnaast hadden we doordat we in de eerste boot zaten ook nog ruim de tijd on terug te lopen naar Sabang in plaats van met de boot. Wegens eventuele agressieve apen in de jungle werden we verplicht om een gids in te huren. Het was een achttienjarig meisje en we zagen in haar niet echt de meerwaarde tegen agressieve apen. Gezellig was het wel. De tocht duurde ongeveer twee uur en ging eerst steil omhoog over kalksteen. Daarna kwamen we in de jungle en zagen we ook Makaken. Ze trokken zich niet veel van ons aan. De jungle wandeling was leuk, maar verder niet heel bijzonder. Wel passeerden we een aantal kleinere grotten. Aan het einde van de wandeling was een kraampje dat verse smoothies verkocht. Er was geen stroom, dus om de blender te laten werken werd eerst een dieselgenerator aangezet. Eenmaal terug bij onze accommodatie hingen we een tijdje op het strand, voordat we de bus naar El Nido pakten. Van Sabang was het eerst een ruim half uur naar de hoofdweg van het eiland. Daar werden we in een klein cafeetje langs de weg gedropt. We werden zo opgehaald door een busje uit Puerto Princesa die ons naar El Nido zou brengen. Terwijl we wachten stoppen er allerlei vrachtwagen- en buschauffeurs om even te rusten. In hun pauze drinken ze gewoon één of twee biertjes en gaan vrolijk weer verder. Niemand die opkijkt. Iets anders wat ons opvalt is dat overal sachets worden verkocht met shamooo, tandpasta en andere verzorgingsmiddelen. Allemaal één-keer-gebruiks-artikelen. Echt bizar, hoe snel kun je de aarde vervuilen. Toen we vroeg waarom er zo’n grote markt is voor deze kleine verpakkingen gaven ze aan dat er gewoon geen geld is voor een voordeelverpakking. Soms hebben ze 10 peso, net genoeg voor een maaltijd en een zakje shampoo. Echt verschrikkelijk. Na anderhalf uur verbaasd in het wegcafé te hebben gewacht, komt eindelijk ons busje eraan en rijden we naar El Nido. Een rit van vijf uur en onze chauffeur rijdt als een gek. Gelukkig komen we veilig aan, maar wij snappen wel dat er zoveel verkeersdoden zijn. Filipijnse mensen kunnen echt niet rijden.

2 Reacties

  1. Harriet:
    3 mei 2019
    Een bijzonder verhaal dat in een grot een ondergrondse rivier loopt! Wat een avontuur!
  2. Benno:
    3 mei 2019
    Jullie doen alles goed !!