The Gibb River Road

3 augustus 2017 - Derby, Australië

Op zondag 30 juli beginnen we aan de Gibb River Road (hierna "the Gibb" genoemd), een alternatieve route van de Savannah Way naar Broome. Het is een offroad binnendoorweg van bijna 700 kilometer (zonder de zijwegen meegeteld) langs allerlei nationale parken, kloven, rivieren en watervallen. The Gibb start voor ons in Kununurra, eindigt in Derby en is gelegen in de Kimberley's. De Kimberley's is een gebied in het noordwesten van Western Australia dat groter is dan 75% van alle landen ter wereld. Het gebied beslaat slechts een klein deel van Western Australiae en je kan dus wel nagaan hoe groot Western Australia is en al helemaal het gehele Australische continent. Tijdens deze scenische fourwheeldrive-track is er gelimiteerd water en benzine te verkrijgen, dus we nemen 40 liter aan watervoorraad mee en 60 liter benzine op het dak. De enige civilisatie in dit gebied zijn de Aboriginal gemeenschappen en de veehouderijen van miljoenen hectares groot. Sommige van deze "stations" zijn toegankelijk voor mensen die The Gibb rijden en bieden basisboodschappen, water en brandstof. De enige brandstoffen die hier verkrijgbaar zijn, zijn Diesel en Ongelood 91 (Opal). Andere brandstoffen als ongelood 95 en 98 zijn op deze rit niet toegestaan, omdat hier veel Aboriginals gemeenschappen zijn. Deze Opal is een aantal jaar geleden speciaal voor Australië ontworpen door BP, omdat er grote verslavingsproblemen met benzine snuiven onder Aboriginals zijn. Opal heeft een lagere aroma, waardoor het minder effect heeft en er dus niet high van wordt. Nu begrijpen we waarom in alle Aborignal gemeenschappen waar we zijn geweest ze alleen deze vorm van benzine verkopen.

Om 09:30 uur vertrekken we met een volle tank en voedselvoorraad vanuit Kununurra. Het is 50 kilometer naar het begin van de Gibb River Road en deze weg is al prachtig!! We worden omringd door kliffen en rotsen. De eerste 30 kilometer van de Gibb River Road is nog asfalt, omdat hier een commercieel park, El Questro ligt. Daarna begint de onverharde weg en het is direct menens. De weg trilt enorm van de golvingen in het wegdek en overal liggen dikke stenen op de weg, waar je wel overheen moet rijden!! We verlagen direct onze bandenspanning naar voor 26 en achter 28 psi om de banden een beetje bewegingsruimte te geven en de stenen te kunnen absorberen. Na 10 kilometer zien we de eerste auto's al langs de kant staan met lekke banden. Een Zwitsers gezin vraagt onze hulp, omdat notabene hun huurauto geen goede krik heeft. Natuurlijk helpen we ze en deze man geeft aan dat hij zijn bandenspanning niet had verlaagd, omdat nergens bordjes stonden dat dit moest. Natuurlijk staat dat niet aangegeven, je bent in afgezonderd gebied, pannenkoek!! Zijn hele band is ontploft en lag aan flarden om de wielas gedraaid. Tijdens deze stop, zien wij ook dat onze offroad spotlights zijn losgetrild, dus tapen we die ook meteen ff vast. We rijden verder en komen bij de Pentecost River. De eerste rivier die we moeten doorcrossen is 50 meter breed, maar is slechts 30 cm diep op het oversteekpunt, een eitje dus! Na enkele kilometers beseft Loes dat we tijdens het vastplakken van de spotlights onze zakmes/multitool op de bullbar hebben laten liggen. We rijden helemaal terug naar het punt waar we de Zwitsers hebben geholpen, maar helaas we vinden hem niet! Loes was erg gehecht aan dit Zwitserse zakmes en is de hele middag een beetje in rouw, omdat ze deze van haar vader had gekregen. Bij een uitkijkpunt vlak na de riviercrossing hebben we een mooi uitzicht over de Cockburn Rangers. Hierna begint de omgeving tegen te vallen en wordt de weg als maar dramatischer. Op sommige stukken rijden we slechts 10 kilometer per uur en we horen de vering en shockdempers hard werken. Alle boekjes trillen onder de zonneklep vandaan en het hele meubileer trilt uit elkaar. Onderweg zien we meerdere caravans en andere aanhangers verlaten staan met kapotte of zonder banden en een aantal sleepwagens met compleet kapotte auto's, soms met caravan er nog aan. Dit kan natuurlijk altijd gebeuren, maar de meeste ongelukkigen rijden gewoon niet naar de omstandigheden. We crossen nog wat kleine riviertjes en zoeken tegen 15:00 uur een plekje aan de Durack River. We genieten hier van de zonsondergang en maken daarna een kampvuurtje. De eerste dag was meteen een avontuur, met een aantal tegenslagen en de omgeving is nog niet wat wij ervan hadden verwacht. Hopelijk worden de komende dagen beter.

Maandag 31 juli beginnen we met een makkelijke rivier oversteek van de Durack River. Onze eerste stop, na 20 kilometer, was Ellenbrae Station. We hebben er ruim een half uur over gedaan, dus je kunt onze gemiddelde snelheid wel berekenen! Tijdens dit halve uurtje zagen we al twee auto's met pech langs de weg staan. In Ellenbrae vullen we onze watervoorraad weer aan. We rijden door en onderweg zien we twee mensen naast hun auto staan. Ze wachten om weggesleept te worden en wij helpen ze om de auto even in de schaduw te drukken. Om de haverklap zien we banden, veren, shockdempers en andere auto materialen liggen. We worden ook regelmatig ingehaald door mensen die harder dan 70 rijden, die wij later weer inhalen omdat ze dan met pech langs de kant staan. Als je harder rijdt, voelt het alsof je over de weg vliegt en heb je zelf minder last van de golvingen in het wegdek, maar je banden, veren en shockdempers krijgen veel meer te verduren. Rond lunchtijd komen we aan bij Gibb River Station, een veehouderij die wordt gerund door de Ngallagunda Tribe, de oorspronkelijke bewoners van de Kimberley's. Ook hier vullen we onze watervoorraad weer aan. Jullie zullen wel denken, waarom stoppen jullie zo vaak voor water. Nou, dat leggen we jullie even uit. Met de hoge luchtvochtigheid hier en het warme weer raden ze aan vier tot zes liter water (koffie, thee en frisdrank tellen niet mee) per dag te drinken. Wij halen dit op z'n minst, want we hebben de hele dag gewoon behoefte aan water. Daarnaast willen we onze watervoorraad gewoon continue volhouden bij een eventuele breakdown, want het kan maar zo een paar dagen duren voordat ze je opkomen halen met een sleepwagen. Na 340 kilometer op "The Gibb" is het dan zo ver, onze eerste echte stop. De Barnett River Gorge, Jigngarrinn noemen de lokalen het. Het lag drie kilometer van de weg af en was allemaal over scherpe stenen, we reden er dus met 5 kilometer per uur overheen en deden er dus ruim een half uur over. Vanaf de parkeerplaats moesten we nog zo'n 45 minuten lopen. Het pad was slecht aangeven en we moesten ons navigeren via voetstappen, gebaande paden en gestapelde stenen. De kloof stond überhaupt niet aangeven langs de kant van de weg. Af en toe waren we de weg kwijt, maar gelukkig was ons gevoel uiteindelijk altijd juist. Halverwege kwamen we bij een droge rivier aan. Enigszins teleurgesteld aarzelden we om terug te lopen, maar besloten om het er nog ff op te wagen. We stegen nog iets en kwamen dicht bij een afgrond. Wat zien we daar?? Een brede diepe rivier, hè wat was dat droge dan? Zou haast een zijtak moeten zijn geweest. We lopen nog een stuk verder en komen bij de Upper Gorge aan, waar een hele mooie waterpoel was die ontstond door allemaal kleine watervalletjes. Helaas wisten we niet dat we hier konden zwemmen dus we hadden geen zwemspullen meegenomen. Gelukkig denken wij niet in problemen, maar in oplossingen. Er was hier helemaal niemand, dus trokken we ons Adam- en Evakostuum aan. Konden we gelijk onze kleren wassen in het water. We hebben ons hier zo'n drie uur helemaal alleen vermaakt in de felle zon. De verfrissing was heerlijk en de omgeving prachtig, een klein paradijsje helemaal voor onszelf. The Gibb is voor ons nu echt begonnen!! Op de weg terug naar de hoofdweg stonden er twee enorme stieren op de weg, die niet aan de kant wilden. Eerst bleven we een paar minuten staan, maar de stieren bleven ons aankijken. We reden een stukje naar achter, maar de stieren bleven staan en kijken. Toen zijn we er maar vol gas, over het gras langs heen gereden, want we wilden niet dat ze de kans hadden om onze zijkant te rammen (we hebben de verhalen gehoord)! Zo'n twintig kilometer verder hebben we bij de Barnett River Crossing een overnachtingsplekje gezocht.

Op dinsdag 1 augustus beginnen we dag wederom met een rivier oversteek. De Barnett River is een vrij makkelijke crossing, want hij is geasfalteerd, maar is wel 60 centimeter diep. Slechts een paar honderd meter verder is het Mt Barnett Roadhouse, de enige plek waar we benzine kunnen krijgen, de rest heeft alleen diesel. Op 361 kilometer gelegen vanaf het begin, is het dus iets over de helft van de Gibb River Road. We vullen hier natuurlijk weer onze watervoorraad aan en gooien de tank vol. Een rip uit onze lijven, want we betalen hier $ 2,15 per liter. Maargoed, dat valt te verwachten op deze afgelegen plekken. We verkennen de bijgelegen Manning Gorge, waar we ons eerst met een kabelbootje naar de overkant van de rivier moesten trekken. Daar begon de wandeling naar de kloof. Het was een leuke wandeling over rotsen en keien! Aangekomen bij de Manning Gorge, zagen we een prachtige brede, lage waterval met een mooi, koel en diep waterpoeltje eronder. We namen een kijkje en fristen ons op in het water. Helaas was het wel een beetje druk, er waren wel twintig mensen, de kloof van gisteren heeft dus onze voorkeur. Op de weg terug naar het kabelbootje kronkelde een donkere slang langs het pad en vluchtte voor ons weg. Hij was gekronkeld tenminste tweeënhalve meter lang, gestrekt dus nog veel langer en behoorlijk dik! Super mooi om dit te zien, het kronkelde echt boven het gras uit een gleuf in tussen de rotsen. Onze eerste echte wilde slang in actie, en wat voor een! Wat hebben we een geluk met alle wildlife die we in Australië zien, Freek Vonk zou trots op ons zijn. Na onze research te hebben gedaan bleek het een King Brown Snake te zijn geweest, een van de langste giftige slangen ter wereld. Het gif kan dodelijk zijn als je niet binnen een paar uur wordt geholpen. Gelukkig laten slangen jou met rust als je hen met rust laat en weten we precies was we moeten doen als we toch gebeten worden, genoeg voorlichting gehad. Na de Manning Gorge te hebben bezocht zijn we naar de Galvans Gorge gereden. De weg hier naartoe was heel erg slecht met hele grote scherpe stenen op de weg en dikke keien. Het was weer tijd voor een versnelling lager dus. Eenmaal aangekomen bij de Galvans Gorge werden we betoverd door het uitzicht. Wat een schilderij en wat een speelvertier hier. Er was een mooie zwemvijver met rotsen erin en een boom met een slingertouw, waar we natuurlijk vanaf sprongen. De zon verwarmde de waterval die uit verschillende lagen bestond en je kon er lekker onder zonnen door de zon die er continue op scheen. Ook was erg genoeg schaduw naast de hoge rotswanden en omringende bomen. Bovenop de waterval was een plateau waar een stroompje liep en nog een plateau hoger stond de befaamde Boab-boom, die hier veel in de Kimberley's te vinden zijn. Kortom, een schilderij van dit beeld zouden wij wel wilden hebben, prachtig was het! We hebben hier ruim vier uur gehangen, maar dit was het niet voor vandaag. We zijn namelijk vervolgens naar de Adcock Gorge gereden. Onderweg kwamen we langs de Phillips Range Lookout, maar het uitzicht vonden we niet zo bijzonder, waarschijnlijk al te verwend haha! Voordat we bij de Adcock Gorge kwamen namen we eerst een afslag naar de bovenpoel van de waterval van de kloof. Om daar te komen liepen we over allerlei rotsen en door hoog gras. Niet zo verstandig achteraf, een perfect habitat voor slangen. Ook moesten we langs een aantal stieren die ons al van een afstand aan stonden te kijken. Best spannend allemaal! Eenmaal bij de bovenpoel van de waterval, was er heel weinig water, dus liepen we verder en verder tot we de top van de waterval bereikten die in de Adcock Gorge uitkwam. We stonden heel erg hoog op de kliffen, naast de waterval. We konden ontzettend ver kijken, kilometers ver, omdat we zo hoog stonden. We keken uit over de Adcock Gorge, bergen, rotsen en eucalyptusbossen. Nergens om ons heen waren mensen, het was ook geen aangegeven wandeling. Het was fantastisch. We genoten van de rust en van het prachtige uitzicht. Daarna zochten we onze weg terug over de rotsen en langs de rivier. Na dit avontuur hoefden we ook niet meer naar de Adcock Gorge zelf, wat een stuk toeristischer was. We hebben een plekje opgezocht aan een beekje en maakten er weer een gezellige avond van met een kampvuurtje.

Woensdag 2 augustus worden we weer wakker met het ritme van de zon. Een nieuwe dag, dus weer nieuwe avonturen! Wanneer we de auto uitgaan, voelen we direct de kou! Dit hebben we al lang niet gevoeld. Heel vreemd, vooral omdat het de dagen hiervoor in de vroege ochtend al zo'n 25 graden was. Nu staat er een vreselijk koude wind, en trekken we dus snel een vest aan. Tijdens het ontbijt zingen we heel hard een liedje voor de verjaardag van George, in de hoop dat hij het hoort. Aan The Gibb hebben we helaas (of gelukkig, hoe je het wilt noemen) geen bereik, dus kunnen we hem niet bellen. Na een heerlijk kopje koffie en een gebakken eitje rijden we naar de Imintje, een Aboriginal gemeenschap, waar we onze watervoorraden weer bij vullen. Niet veel later rijden we de King Leopold Ranges in, een nationaal park. Hier rijden we naar de Bell Gorge. De weg naar de Bell Gorge is echt leuk, met heel veel enigszins diepe watercrossings. Wel liggen er weer heel veel stenen op de weg, dus het is oppassen geblazen. Iedereen die we tegenkomen onderweg zwaait, heel gezellig haha! Eenmaal aangekomen op de bestemming is het een kilometer lopen naar de kloof. We lopen over allemaal keien, rotsen en gladde lemen rotsplateaus. Niet echt moeilijk, maar halverwege breekt mijn slipper en moet ik dus op blote voeten verder. Bijna iedereen spreekt me wel aan, zozo op blote voeten! Anderen hebben allemaal bergschoenen aan, een beetje overdressed vinden we allebei. We komen aan bij de top van de waterval, waar we het water naar beneden zien stromen en een heel mooi uitzicht hebben in de kloof. Er gaat ook een wandelroute naar de bodem van de waterval en de kloof zelf. Natuurlijk doen Tom en Loes die even. We lopen door het water over de kliffen naar beneden en het beeld daar is nog mooier dan bovenop. Wat een mooie waterval en wat een reusachtige rotswanden om ons heen. Helaas vinden we het een beetje te koud om te zwemmen, dus gaan we na een uurtje weer terug naar de auto. Het is sowieso de hele dag fris met slechts 25 graden, de hele week was het 41. Echt gek dat je zo snel al aan deze temperaturen gewend raakt dat we 25 graden fris vinden. We rijden over dezelfde weg 29 kilometer terug naar de hoofdweg, The Gibb River Road , en we dus weer langs al die rivieroversteken. Het blijft leuk, welke debiel rijdt nou door water van een halve meter hoog? Wij, gewoon omdat het kan! Terug op de hoofdweg passeren we een aantal bergketens en op de Mt Bell hebben we een mooi uitzicht over de gebergtes en laaglanden. Bij de March Fly Glen hebben we geluncht, lekker ouderwets hebben we een vuurtje gestookt en daar ons brood opgebakken. Na de lunch rijden we naar de Lennard River Gorge. Helaas komen we bij de afslag hier naartoe erachter dat de weg nog steeds is overstroomd en gesloten vanwege de enorme hoeveelheid regen die er is gevallen in het late regenseizoen. We rijden verder richting het westen en komen bij de Pat Malcolm Lookout. Hier kijken we uit over een heleboel rondgevormde hoge bergen. Tijdens onze rit komen we door de Napier Range waar we worden omringd door bergen, heel mooi. Verderop komen we nog langs de Queen Victoria Rock, een rots die lijkt op het silhouet van het gezicht van de oude Engelse Koningin Victoria, zoals ze op muntstukken staat/stond.  We stoppen niet en rijden door naar de Lennard River, waar we ons kamp opslaan. Ons plekje ligt heel mooi hoog aan deze rivier. Het zonnetje schijnt heerlijk op ons en toch hebben we ook onze schaduw. Loes zoekt hout bij elkaar voor het kampvuur, lekker warm en het houdt de muggen weg. Het lijkt alsof we vandaag heel veel doen, maar alle uitkijkpunten zitten letterlijk aan de weg, dus daar verblijven we slechts enkele minuten. Het enige wat we vandaag hebben gedaan is dus de korte wandeling bij de Bell Gorge en zo'n tweehonderd kilometer gereden, konden we lekker een middagje aanklungelen.

Donderdag 3 augustus is onze vijfde dag aan The Gibb en waarschijnlijk ook onze laatste actieve dag. Vandaag staan Tunnel Creek National Park en Windjana Gorge National Park op het programma, twee relatief kleine parken, dus die kunnen we beiden wel op deze dag combineren. Vanaf ons kampeerplekje is het slechts 25 kilometer naar de Windjana Gorge. De weg is heel mooi! Gravel rode weg, aan beide kanten staan groene bomen en de lucht is helemaal blauw! Als een perfect plaatje. Opmerkingen parkeerplaats worden we direct geconfronteerd met de immense rotswand, prachtig. De wand is erg groot en bijna zwart van kleur. Bovenaan de wand zijn een soort van stenen spijlen gevormd, heel apart. We besloten om de wandeling van zeven kilometer de Gorge in te gaan lopen. We zagen wel vijftig freshies (zoetwaterkrokodillen)! Allemaal langs de kant van de rivier. Ze waren  tussen de één en de drie meter groot, en sommigen konden we wel van een meter afstand bekijken! Deze freshies zijn in tegenstelling tot de zoutwaterkrokodillen helemaal niet gevaarlijk en ook niet territoriaal. Ze zien er ook wat schattiger en sulliger uit en hangen vaak in groepjes bij elkaar. De wandeling was mooi door de reusachtige kloof. Het pad hield ineens op en leidde tot nergens. Er was niet eens een uitzicht. We hadden twee opties, terug over hetzelfde pad of door de rivierbedding terug. We houden van afwisseling dus de keuze was makkelijk, door de rivier. Terug bij de auto reden we naar Tunnel Creek National Park. De naam zegt het al, maar het is een enorme rots met een rivier erdoor. Op blote voeten en gewapend met een zaklamp en hoofdlamp daalden we af de donkere grot in. De tunnel is waanzinnig mooi, met allemaal stalagmieten en druipstenen. We moesten tot onze knieën door het water en er was zelfs een waterval in de grot. Onder deze waterval lag een zoetwaterkrokodil. Toen we er op schenen, leek hij daar niet zo van gediend, en hij kwam recht op ons af. Gelukkig draaide hij zich op twee meter van ons af weer om. In de grot leven ook kleine kikkertjes en een paar vleermuizen. De grot was een kilometer lang en de rivier nog veel langer. Echt een super ervaring die we niet hadden willen missen. Op onze weg terug naar de hoofdweg worden we aan de rechterkant kilometers lang geflankeerd door de hoge rotswanden van de Windjana Gorge en aan de linker kant kilometers verre savanne vlakten met hier en daar een grote rots. Het is nog maar 14:00 uur wanneer we terug op de Gibb River Road zijn en besluiten direct door te rijden naar Derby. De laatste 125 kilometer is het heel fijn rijden, de weg is net gladgestreken en het laatste deel is zelfs asfalt. Na 830 op The Gibb en 19 uur netto rijtijd komen we om 15:30 uur aan in Derby. Daar kijken we de zonsondergang aan zee en daarna rijden we richting Broome. Ergens onderweg zoeken we een overnachtingsplek.

Foto’s

7 Reacties

  1. Willem Husken:
    4 augustus 2017
    Wat schrijven jullie toch leuk en gezellig om te lezen. En waar halen jullie die kennis vandaan van autotechniek tot biologie, jullie weten en doen alles. Petje af, zelfs een hoge hoed, heel veel plezier en geluk op jullie wereldreis. Klasse
  2. Harriet:
    4 augustus 2017
    Wat een trip en wat een lef! Geweldig dat de auto dit allemaal doorstaat! Complimenten voor de automonteur
  3. Marleen Coopman:
    4 augustus 2017
    Hoe zal de titel van jullie boek luiden? Opnieuw prachtig verhaal!
  4. Benno:
    4 augustus 2017
    Wel Marleen, de titel voor het boek ligt voor de hand en luidt:
    Van waterval naar waterval in Nieuw Zeeland en Australië, klimmend en glibberend over rotsen, rijdend over bijna onbegaanbare wegen, mensen ontmoeten die we nooit vergeten, alles doen waarvan men zegt dat het niet kan, het klootjesvolk in Nederland glimlachend achterlatend.
  5. Marleen Coopman:
    5 augustus 2017
    Best een lange titel...
  6. Mart Van Blanken:
    7 augustus 2017
    ha jongens,

    wat een mooie verhalen allemaal! ik ben weer helemaal bij.
    blijf genieten en doe voorzichtig.

    liefs Mart
  7. Lisa:
    13 augustus 2017
    Wat avonturen maken jullie mee. En wat een lef hebben jullie. Tijdens het lezen probeer ik me in te denken welke keuzes ik zou maken. Ik ga altijd voor safety. Jullie niet, dat blijkt wel weer. Maar wel super tof! Ook die krokodillen, krijg er helemaal kriebels van.. zo dichtbij!

    Doe voorzichtig en spreken elkaar snel weer
    Dikke kus, Lisa