Mount Gambier en The Great Ocean Road

9 maart 2018 - Apollo Bay, Australië

Na een prachtige heldere nacht met miljoenen sterren boven ons, worden we op woensdag 7 maart wakker bij Mount Monster. We ontbijten rustig en vertrekken naar Naracoorte. Hier halen we in het Visitor Centre informatie op voor deze regio. Op advies van hen gaan we eerst naar het Wonambi Fossil Centre. Er zijn hier in de buurt heel veel fossielen en botten van uitgestorven diersoorten gevonden die hier 200.000 jaar geleden leefden, zoals de Tasmaanse Tijger, Buidelleeuw, reuze echidna en de grizzly koala van 500 kilogram. Ze hebben ze in elkaar gezet en bewerkt met vacht, zodat we konden zien hoe ze er echt uit zagen. Ook konden sommigen bewegen. Heel realistisch gemaakt en super interessant. Daarna zijn we naar de bijgelegen Stick-Tomato Cave. Een diepe grot met grote open ruimtes! Overal droop water naar beneden en in de opening groeiden prachtige groene varenachtige planten. We genieten van de schoonheid van de grot en verbeelden ons over hoeveel onontdekte fossielen er in deze grot verborgen liggen! We verlaten na een tijdje met een voldaan gevoel de grot.

We rijden daarna richting Mount Gambier en onderweg komen we door de wijnregio Coonwarra, bekend om haar Cabernet Sauvignon. Aangezien we  al een paar dagen geen wijn meer hebben geproefd, beginnen we een beetje afkickverschijnselen te krijgen. We moeten en zullen dus wijnproeven. We stoppen bij de twee beste wijnhuizen van de regio volgens kenners: Wynns Coonwarra Estate en Zema Estate. Beide huizen maken prima Cabernet Sauvignons, maar het is verder niet veel bijzonders. Vervolgens rijden we langs de reuze wijnvelden van Lindemans, waarschijnlijk kennen de meesten deze wijn wel. Elke paar weken namelijk in de bonus bij de Albert Heijn. 

Na deze korte wijnstop arriveren we in Mount Gambier, waar we linea recta naar de Cave Garden rijden. Dit is een grot midden in de stad, waar allemaal planten en bomen uitgroeien. Vrij bijzonder allemaal. Er is een heel mooi park omheen aangelegd met allemaal mooie bloemen. Daarna zijn we naar het Valley Lake gereden, een heel mooi groen meer in een krater. Iets verderop is het Blue Lake, zoals de naam al zegt een heel mooi knal blauw meer. We waren hier vorig jaar al geweest, maar het weer is vandaag zulk mooi helder weer, dat het meer prachtig is! Vorig jaar was het niets bijzonders, nu dus wel! De laatste attractie in Mount Gambier voor ons was de Umpherston Sinkhole. Heel lang geleden is hier de grond helemaal weggezakt en nu hebben ze er een trap en een park in gemaakt. Heel mooi!

Vervolgens zijn we via Nelson naar Cape Bridgewater. De laatste dertig kilometer was een smalle bochterige grindweg door mooi bos. Aangekomen bij onze bestemming hebben we een korte wandeling gemaakt naar het Petrified Forest, zoals de naam al doet vermoeden leken het allemaal versteende boomstammen. Of dit daadwerkelijk ook zo was, moeten we nog opzoeken. De kust is hier erg ruig en de door erosie mooi gevormde kliffen erg hoog. Hierna hebben we in Portland aan het strand ons avondeten bereid en zijn we daarna naar de camping gereden. Deze lag heel mooi aan een inham van de oceaan.

Op donderdag 8 maart zijn we van onze camping via Port Fairy naar het Tower Hill Reserve gereden. Eerst zijn we over de rand gereden en zagen we het natuurreservaat heel mooi beneden liggen met een groot meer eromheen. In het reservaat zelf hebben we een korte wandeling gelopen. Eerst liepen we over een boardwalk en eindigden door een bos waar we twee koala's en een zwarte wallaby. Bij onze auto zagen we een grote gezonde nieuwsgierige emoe en boven onze auto in de boom wederom een koala. Na de korte wandeling reden we door naar Warnambool waar de Great Ocean Road begint. Deze weg hebben we vorig jaar in het begin van ons Australië-avontuur ook gereden alleen toen andersom. Deze keer zien we hopelijk dus alles in een ander perspectief. Daarnaast is deze route vele malen aantrekkelijker dan de snellere saaiere snelweg rechtstreeks naar Melbourne. 

We merken meteen dat we op de Great Ocean Road zitten, een van Australië's meest bekende en toeristische routes. We hebben ook wel te maken met uitersten. Waar we  ruim een week geleden nog in de outback reden en om het uur een auto tegenkwamen, stikt het nu van de auto's. De meeste auto's zijn gehuurd en dus toeristen die net in Australië zijn aangekomen. Dat merken we echt, remmen voor iedere bocht. Wanneer een tegenligger in de smalle wegen passeert vol in de remmen. Verkeerde kant de weg opdraaien. Dat soort taferelen, levensgevaarlijk. Het stikt ook van de toeristen (Chinezen) bij de trekpleisters. We hebben nu al spijt dat we deze route hebben gekozen, haha. Nee niet helemaal, we genieten natuurlijk wel van de prachtige uitzichten en rotsformaties. Eigenlijk genieten we nu meer dan de eerste keer. We zijn nu met z'n tweeën en hoeven geen rekening te houden met anderen en veel belangrijker. De vorige keer kwamen we net uit Nieuw-Zeeland, waar heel erg verwend waren geraakt en alles met Nieuw-Zeeland gingen vergelijken. Daarnaast hebben we nu het contrast met de droge dorre woestijn waar we net uitkomen. Kortom, deze keer genieten we optimaal!

Onze eerste stop aan de Great Ocean Road is de Bay of Islands Lookout. Allemaal kleine prachtige rotsformaties in een baai. Daarna zijn we naar Worm Bay gereden en toen naar The Grotto. Allebei hebben ze mooie rotsformaties, maar we zullen niet in detail treden. Hetzelfde geldt voor the London Bridge en The Arch. De London Bridge is nu een eiland, nadat het in 1990 is ingezakt, maar het was een brug met twee bogen daaronder. Vervolgens zijn we naar Loch en Gorge gereden waar een uitkijkpunt naar het scheepswrak is, naar Mutton Bird Island, de Razorback en naar de Thunder Cave. Stuk voor stuk mooie bezienswaardigheden die allemaal door erosie zijn gevormd. Bij de Thunder Cave kwamen we aan de praat met een Nederlandse man die al sinds zijn derde hier woont, maar doordat men thuis Nederlands sprak, spreekt hij de taal nog steeds. Hij vertelde ook dat de London Bridge in 1990 was ingezakt en dat er toen nog mensen op het andere deel stonden en dus niet meer van het eilandje afkonden. Heb je wel een goed verhaal, als dar je overkomt. Daarna zijn we verder gereden naar de wereldberoemde en de hoofdattractie van de Great Ocean Road: The Twelve Appostles. Het waren twaalf door erosie gevormde dikke  pilaren in de Zuiderlijke Oceaan. Het zijn er inmiddels geen twaalf meer, haha. Het is bijzonder te zien, maar verschrikkelijk druk. Op de parkeerplaats stonden honderden auto's en heel veel tourbussen met massa's mensen. Hutje mutje liepen we naar de uitkijkpunten. Iedereen die moet wachten om een foto te kunnen maken. Echt te erg! We missen onze vrijheid van de westkust nu al! Vervolgens zijn we direct naar Apollo Bay gereden, waar we in een parkje hebben gekookt. Na het eten zijn we naar onze camping gereden. Onderweg kwamen we langs Kennett River, dat we nog kenden van de vorige keer. We stopten hier om op koala safari te gaan. En ja hoor, na slechts een minuut rijden, spot Loes er één! Hij kijkt ons heel lief aan en nog veel beter: geen toerist te vinden!

De volgende dag rijden we het laatste stuk van de Great Ocean Road van Lorne naar Melbourne. Onderweg stoppen we bij verschillende stranden en mooie uitkijkpunten. We nemen een omweg via Queenscliff, een van de twee uiteinden van de Port Phillip Bay waaraan Melbourne ligt. We zien de overkant liggen, wat echt 100 meter lijkt, maar 3,5 kilometer blijkt te zijn. Daarna rijden we toch echt naar Melbourne.

Foto’s