Watervallen, Bay of Fires en Wineglass Bay

15 april 2018 - Freycinet National Park, Australië

Lieve volgers, jullie hebben al heel lang niets meer van ons gehoord. We zijn nog steeds op reis, we werken momenteel in Goulburn en konden er ons even niet toe zetten om de blog af te maken. De komende weken maken we onze verhalen up-to-date, voordat een beginnen aan ons nieuwe avontuur: Singapore en Vietnam. We zullen ons verhaal nu verder gaan, waar we waren gebleven.

We ontwaken op dinsdag 10 april dus in het Evercreech Forest en beginnen deze ochtend met een wandelingetje door het bos. De bomen zijn heel erg hoog en er vliegen heel veel Yellow Tailed Black Cockatoo (geeloograafkaketoe) door het bos. Het zijn grote zwarte vogels met een gele staart die enorm veel lawaai maken maar prachtig zijn om te zien! Ons volgende wandelingetje leidt door een dichtgegroeid bos naar een waterval. We lopen een tijdje langs een kraakheldere rivier waarna we uitkomen bij de waterval. Het is erg rustgevend hier en eigenlijk zouden we hier de rest van de dag wel kunnen vertoeven. Maar dat doen we niet en we vervolgen onze reis naar de Ralph Falls en Cashs Gorge. We nemen de binnendoor weg en snijden ruim honderd kilometers af. Daar tegenover staat wel dat we dwars door de bergen moeten, heel veel sneller is het dus niet, maar mooier is het wel! Bij onze bestemming aangekomen lopen we een korte ronde van zo’n veertig minuten en kijken we zo nu en dan de Cashs Gorge in. Het hoogtepunt zouden de Ralph Falls moeten zijn, maar a het zicht is niet heel goed en b het is een pisstraaltje water. Wel is het erg hoog. 

Niet zo hoog als onze volgende bezienswaardigheid: de Saint Colombia Falls. Een van de langste watervallen van Tasmanië met 90 meter hoog. Het is een heel mooi gezicht en het water valt op de grote granieten rotsen. We sluiten onze ogen en genieten van de rust. Het vallende water en de vogelgeluiden is het enige wat we horen en we ruiken de heerlijke frisse gezonde geur van bos en natuur. We voelden overigens de waterdamp, heerlijk!

Vanaf daar gaan we naar de Bay of Fires, om precies te zijn de camping Cosy Corner South. We komen aan op de camping en kiezen een plekje dat uitkijkt op de oceaan. Op het strand liggen enorme rotsen en de golven klappen er met geweld tegenop! Het is een prachtig gezicht. Het is niet echt warm buiten, dus we besluiten een kampvuur te maken. Greg heeft ons een grillplaat voor op de vuurkorf meegegeven, dus Tom bereidt de lamskoteletten op de grillplaat. Heerlijk! We genieten van de warmte en de gezelligheid van het vuur, tot het begint te regenen. 

De volgende dag, 11 april, gaan we naar een lookout waar we een heel mooi zicht over een groot deel van de Bay of Fires hebben. Dit gebied is internationaal bekend om zijn vibrant oranje rotsen, blauw water en lange witte stranden. Die laatste twee waren door de bewolking helaas niet goed te zien, maar de rotsen waren erg bijzonder. Ze zijn bedekt met lichenen (korstmos) waardoor de stenen dus helemaal oranje zijn en dus op een baai vol vuur lijken. Dit is één theorie waarom de baai dus Bay of Fires heet. De andere theorie is dat in 1773 de Britse kapitein Tobias Furneaux deze baai de Bay of Fires noemde, omdat vanaf de zee overal branden op het land waren te zien, die waren gesticht door Aboriginals om het jagen te vergemakkelijken. Beide theorieën zijn uit te leggen, maar niemand weet de echte reden waarom deze baai zo is vernoemd. Lekker dan, ben je een relatief nieuw land, weet je de achtergronden nog niet.

Maargoed, na een ochtend in de Bay of Fires te hebben doorgebracht, rijden we verder naar het zuiden. Het is slechts 130 kilometer naar onze volgende bezienswaardigheid, Freycinet National Park. Gelukkig is Tasmanië niet zo groot! We doen het lekker rustig aan en stoppen vlak voor het nationale park en overnachten  bij de Friendly Beaches. Hier zijn kilometers lange stranden en ook de mooie vibrant oranje rotsen te bewonderen. We maken een lekkere strandwandeling en verblijven de rest van de dag en nacht op een mooi plekje aan het strand.

Donderdag 12 april gaan we vroeg uit bed om vóór de toeristenhorde in het Freycinet National Park te zijn. In dit park is namelijk het welbekende Wineglas Bay, een van de grootste attracties van Tasmanië en iedere touringcar stopt hier, dus het wordt topdrukte. Althans na 10:00 uur, wij zijn de eersten op de parkeerplaats en ook op het wandelpad. Het is fris vandaag dus we hebben ons goed bewapend tegen de koude met winddichte jasjes en een muts. Bij het begin van de wandeling staat een groot waarschuwingsbord, met de tekst: Alleen voor ervaren wandelaars, neem genoeg water mee en dit gaat waarschijnlijk een van de meest zware wandelingen in je leven worden. We maakten ons dus maar schrap voor een pittig klimmetje. Na een half uurtje bereikten we het uitkijkpunt waar we het uitzicht over Wineglass Bay hadden. De tocht naar boven was aardig steil, maar we snappen nog steeds het waarschuwingsbord niet. Alles was geasfalteerd en er waren trappen aangelegd. Toch kwamen we op de terug weg een groepje Chinese toeristen tegen die waren verdwaald, hoe was dit mogelijk! Het uitkijkpunt zelf viel erg tegen. Kijk, het was mooi, maar wij denken dat het zo is verheerlijkt doordat het heel toegankelijk is. Nee, doe ons maar avontuur en afgelegen wildernis. Rond de middag reden we weer terug naar Campania, naar Greg en Chris. Onze auto was ook klaar, dus die haalden we ondertussen ook even op.

Op vrijdag deden we niks en namen we een rustdag om vervolgens op zaterdag de toch richting Devonport te maken, waar de boot richting het vaste land vertrekt. De boot vertrok op zondag 15 april, de zee was heel erg ruig, heel veel mensen werden zeeziek, maar gelukkig hadden wij voorzorgsmaatregelen genomen.

Foto’s

2 Reacties

  1. Harriet:
    27 augustus 2018
    Blijkbaar werken de voorzorgsmaatregelen goed dat je niet zeeziek wordt!
    Heel fijn en dat is dan dubbel genieten!
  2. Benno:
    27 augustus 2018
    Dubbel genieten. Niet alleen om wat jullie zien maar niet minder om de prachtige wijze waarop het beschreven wordt. Chapeau.