Een dagtocht over Tun Sakaran Marine Park en een kleine week op Mabul Island

26 april 2019 - Pulau Mabul, Maleisië

Osman brengt ons op vrijdag 19 april met zijn bootje naar Sukau waar we worden opgehaald door een minibus die ons naar de snelweg brengt. Het wordt de Sukau Junction genoemd en is de plek waar de bus van Sandakan naar Semporna passeert. Bij Semporna willen we naar het Tun Sakaran Marine Park en naar Mabul Island om te duiken.

We komen aan bij de snelweg en wachten op de bus. De man van de minibus die het voor ons heeft geboekt, heeft contact met de chauffeur die zegt dat het nog ruim een half uur duurt. We gaan erbij zitten tot de bus eindelijk komt. Wanneer de bus komt blijkt het vol te zijn geboekt, we worden achterin de bus gedropt in het midden gangpad. Op zich niet echt een probleem voor ons, maar ze willen ons wel de volle 45 Ringgit per persoon laten betalen. Wij zeggen daar niet mee akkoord te gaan als we geen fatsoenlijke plaats in deze bus hebben. Dan moeten we wachten tot de bus van vanavond zeggen ze. Wij zeggen dat we hebben geboekt en gelukkig bevestigd onze chauffeur van de minibus dat. We zeggen dat we een fatsoenlijke plek willen, omdat we hebben geboekt en alle lokalen hier gewoon op komen dagen. Zo niet, dan willen we korting. Nee dat kan echt niet zeggen ze. Daarop geven wij aan dat ze allang alle onkosten eruit hebben en zelfs winst hebben, want de bus zit vol. Alles wat ze van ons krijgen is pure winst en gaat in hun eigen zakken, lachend kijken ze ons aan en mogen we de helft betalen. Smiechten zijn het, je moet er echt mee oppassen. Gelukkig reizen we al een tijdje en hebben we het systeem al aardig in de gaten.

Onderweg wordt er drie keer gestopt, twee keer voor een korte plaspauze en één keer voor een lunchpauze. Tijdens de lunchpauze bestellen we wat willekeurige dingen bij een kraampje: loempiaatjes, rissoles en pannenkoekjes. Lizan en Loes smullen van de pannenkoekjes wat Kueh Dadar blijkt te zijn en is gemaakt van pandan, kokos en rode suiker. Smullen dus!

In totaal is het zo’n vierenhalf uur rijden van de afslag bij Sukau naar Sandakan, dus we komen aan het begin van de middag aan. We verblijven bij een nieuw en schoon guesthouse net buiten de stad. En wat zijn we blij met die keuze! Semporna is de meest vieze stad die we tot nu toe in Azië hebben gezien en het stinkt er enorm. De stank is echt onverdragelijk een combinatie van braaksel, ontlasting en rotte vis. Vooral als we over de markt lopen houden we het overgeven bijna niet meer tegen. We willen snel weg uit deze stad dus boeken voor morgen een dagtocht naar het Tun Sakaran Marine Park en daarna een accommodatie op Mabul Island.

‘s Avonds komen we aan de praat met de Engelse eigenaar van ons guesthouse. Hij beaamt dat het een vieze stad is en vertelt ons veel over het runnen van een guesthouse in Maleisië en waar hij  als werkgever mee te maken krijgt. We drinken een paar biertjes met hem en daarna brengt hij ons bij een goed restaurant niet ver bij het guesthouse vandaan.

In de ochtend van zaterdag 20 april worden we opgehaald door de tourorganisatie waarmee we naar het Tun Sakaran Marine Park. Op de boot zitten nog zeven anderen, allemaal mensen van Chinese afkomst. Drie van hen wonen in Singapore, drie in Melbourne en één in Peking. Op één na spreken ze gelukkig allemaal Engels, dus kunnen we gesprekken met elkaar voeren. Onze eerste stop is bij de Bajau Laut (de zeezigeuners), die op palen boven de zee wonen. In principe komen zij nooit aan land en leven volledig van de zee. Het is ons echter een vraag hoe zij aan drinkwater komen. De kinderen lopen naakt over de platformen zitten naakt in de bootjes. We voelen ons een beetje bezwaard, want het is echt aapjes kijken. De kinderen zijn gewend aan alle toeristen en springen vanuit hun kleine kano op de toeristenboten en vragen dan om geld en andere dingen. De huizen zijn klein, en gebouwd op hoge palen hoog boven het water. De enige manier om bij de buren te komen is per boot of zwemmen. Het water is prachtig blauw en het eiland met daarop bergen waar deze mensen naast wonen is wonderschoon! 

Na de Bajau Laut te hebben aanschouwd gaan we naar Pulau Bohaydulong. Het is hier erg druk met voornamelijk Chinese toeristen, wij zijn in ieder geval de enige drie westerlingen. Het is een steile wandeling omhoog naar een uitzichtpunt en het tempo van de mensen is echt irritant laag. We halen de hele meute aan mensen in naar de tip en onze groep en gids arriveren ook een half uur later dan ons. Het uitzicht is adembenemend mooi, maar er staan wel honderd mensen op het platform. Iedereen wil foto’s maken van dezelfde punten dus het is dringen. Chinezen vragen ook niet of ze er even bij mogen nee ze drukken je gewoon aan de kant. Best begrijpelijk, want als je met 1,6 miljard mensen vriendelijk een gesprek aan moet gaan dan kost dat heel veel tijd, nee voordringen en duwen is veel gemakkelijker. Ze kunnen dan wel een paar ellebogen terug verwachten natuurlijk. Hoewel het uitzicht adembenemend was, was het dus niet optimaal genieten. We nemen onszelf voor niet meer naar de mooiste plekken te gaan, als het te makkelijk te bereiken is. Best gek, normaal gesproken als mensen reizen worden ze opener naar alles, wij ook, maar we krijgen wel steeds meer een hekel aan mensen in het algemeen. Het pad van het uitzichtpunt naar beneden is nog steiler dan het pad omhoog. Ja vanwege de drukte hebben ze twee verschillende paden gemaakt, zodat men niet tegen elkaar inloopt. Wel grappig Lizan had dit plekje opgezocht en wilde hierheen, omdat het minder toeristisch zou zijn dan andere eilanden, wij hadden er ook nog niet van gehoord. Nou wij weten niet welke sites Lizan heeft gelezen, maar in ieder geval geen websites voor Chinese reizigers.

Na Pulau Bohaydulong varen we naar Pulau Mataking dat een mooi strand heeft. Helaas kunnen we niet het eiland op, want we het is eb. We kunnen dus niet over het rif komen. Nou jongens, lekkere timing, overal kun je de getijden opzoeken of de kapitein weet het vak zelfs uit hun hoofd. Dan plan je het toch zo dat je eerst of juist als laatst naar dit eiland gaat? Nee in Azië laten ze alles gebeuren en oefenen ze zelf geen invloed uit op de situatie. Best frustrerend soms. Onze lunch hebben we dus niet op het eiland, maar op het kleine bootje. Iets wat niet echt ontspannend is. Op de plek van waar we lunchen, gaan we daarna snorkelen. Het water is helder, maar het koraal en de vissoorten zijn niet echt bijzonder. 

Onze laatste stop van deze tour is Pulau Sibuan dat ook een heel mooi strand en een lange zandbank heeft. Het kleine eilandje is mooi en er is een kleine dorp op het eiland met Bajau Laut die hun hutten op het land hebben gebouwd. Op het eiland is ook een legerbasis en aan de kant van de zandbank staat een bunker van zandzakken met een groot kaliber mitrailleur. Rondom dit hele gebied varen ook marineschepen die deze omgeving tegen de Filipijnse piraten en terroristen te beschermen. Zoals we eerder al hebben geschreven wil het Islamitische zuiden van de Filipijnen onafhankelijk worden van het verder streng Katholieke land en dat wil men bereiken door terrorisme wat ze willen sponsoren door toeristen te ontvoeren voor losgeld en piraterij. De wateren en eilanden rondom deze kant van Maleisië, die heel dicht bij de Filipijnen liggen, worden zwaar bewaakt door de Maleisische marine. We lopen een rondje om het zwaarbewaakte eiland, maken een aantal foto’s en gaan vervolgens snorkelen. Daarna is het tijd om terug naar Semporna te gaan en worden we afgezet bij ons guesthouse. We hebben definitief besloten nooit meer een tour zoals dit te gaan doen. Nogmaals het was mooi, maar totaal niet ontspannen en we missen liever zoiets dan dat we het moeten delen van honderden mensen. Nee doe ons maar avontuur van de gebaande paden af.

In de ochtend van zondag 21 april lopen we naar het pand van Scuba Junkie in Semporna, de organisatie waar we verblijven op Mabul Island. Hier moeten we ons verzamelen en worden we in groepen gedeeld. We worden helaas gescheiden van Lizan, omdat wij iets ervarener dan Lizan zijn met duiken en Lizan een introductieduik gaat doen. Lizan gaat al eerst met een boot naar Mabul en wij gaan een kwartier later. Het is een uur varen en als we aankomen is Lizan al bezig met de voorbereidingen op het duiken. Wij krijgen ook ons wetsuit en andere duikbenodigdheden. Met de boot gaan we naar Kapalai, een eiland naast Mabul en Lizan gaat rondom Mabul duiken, omdat het daar ondieper is. Om precies te zijn gaan wij duiken bij South Kapalai en we zien heel wat nieuwe vissoorten tijdens onze duik. Onze eerste duiklocatie is Black Ray Channel en zien we Banded Coral Shrimp, Baby Stick Pipefish, Crocodile Flathead, Blue Spotted Stringrays, Nudibranches, Tassled Scorpionfish, Spotted Garden Eel en vier schildpadden.

Onze tweede duiklocatie van de dag is Little Okinowa en hier zien we onder andere vier groene schildpadden, Robust Ghost Pipefish, Short Pouch Pygmee Pipehorse, Day Octopus, Lady Headshield Slug, Bumphead Parrotfish en een Peacock Manta Shrimp.

Na de twee duiken vaarden we terug naar Mabul Island voor onze lunch bij het resort van Scuba Junkie. Voor het eersts sinds lange tijd weer onbeperkt groenten! Ook zien we Lizan weer tijdens de lunch. Haar eerste duik was vooral vaardigheden oefenen en tijdens de tweede zag ze ook echt vissen. Ze weet nog niet of duiken daadwerkelijk iets voor haar is, dus ze doet een derde introductieduik die dag. Wij gaan voor onze laatste duik naar een locatie tegenover Mabul Island, een oud olieplatform dat nu overigens is omgebouwd tot een hotel. De duikplek heet Seaventure en zien hier voor het eerst in ons leven de giftige Blue Ringed Octopus. Ook zagen we naast hele scholen vissen een Painted Spiny Lobster, Giant Moray Eel, Spotted Moray Eel, drie Lionfish, Zebra Lionfish, Ornate Ghost Pipefish, veel verschillende Nudibranches, Frogfish en zes Crododile Fladhead. Het was een hele mooie duik, waarbij het koraal helemaal was opgegroeid tegen de pilaren van het oude olieplatform en de gezonken schepen daar omheen. Ook Lizan komt enthousiast uit het water, ze heeft onder andere schildpadden en een Eagle Ray gezien en wil haar Open Water duikbrevet gaan halen. Joehoe, dat vinden wij heel leuk!

Ook op Mabul-eiland is een legerbasis, patrouilleren militairen en liggen marineschepen voor de kust. In het verleden zijn op dit eiland namelijk toeristen ontvoerd door de Filipijnse terroristen, maar daar is nu dus niks meer van te merken door de aanwezigheid van het leger.

In de avond gaan we naar de reggae-bar, want aan deze kant van het eiland schijnen vaak hele mooie zonsondergangen te zijn. Alle backpackers komen hier samen en lijkt elkaar hier te kennen. De reggae-bar is onderdeel van Scuba Jeff, een budgetaccommodatie en duikorganisatie, vandaar dat hier veel backpackers zijn. De zonsondergang is erg mooi. De lucht is oranje met grijs, op de voorgrond liggen allemaal bootjes in het water, daarachter is het rif en op de achtergrond zijn heuvelachtige eilanden te zien. Echt een plaatje dat we zouden kunnen afdrukken en in ons toekomstige huis kunnen hangen.

De tweede dag op Mabul Island hebben we een rustdag. We rusten uit van al het reizen en snorkelen een beetje. Alleen daarmee zien we al heel wat moois in de heldere wateren rondom Mabul. Lizan rust in de middag wat uit en wij gaan op verkenning rondom het eiland. Het is echt een vies eiland met de Bajau Laut die hier zijn gekomen. Ze zijn tegenwoordig nergens welkom meer, niet in Maleisië en niet in de Filipijnen. Ze worden overal verdreven, zijn overal illegaal, spreken de taal niet, hebben geen opleiding en zijn dus op Mabul gestrand. Ze vervuilen het hele eiland en Scuba Junkie probeert een actieve rol te vervullen om het schoon te houden. We hebben het in ons hoofd gehaald om een cursus reddingsduiker te gaan doen, een certificaat dat we nodig hebben om onze duikmaster te starten. Helaas zijn er niet genoeg duikinstructeurs beschikbaar bij Scuba Junkie, dus zoeken we een andere duikorganisatie. We komen uit bij Scuba-Jeff waar we een goed gevoel hebben bij instructeur Marsin. Zowel Lizan, Loes en ik gaan dus weer de schoolbanken in voor onze theorie en dat terwijl we op vakantie zijn. Ja deze trip door Maleisisch Borneo met Lizan beschouwen we echt even als vakantie. We nemen meer luxe dan normaal en hebben een rustig tempo!

Op dinsdag 23 april beginnen we dus met onze cursus tot reddingsduiker. Officieel is het een driedaagse opleiding, maar doordat we ‘s avonds de theorie doornemen en examens maken, doen we het in twee dagen. De eerste dag staat vooral in het teken van de manieren om een persoon uit het water te begeleiden/halen, al dan niet bewusteloos en jezelf te verdedigen tegen duikers in paniek. Het is enorm leerzaam en we krijgen veel meer zelfvertrouwen onderwater. Eenmaal uit het water nemen we theorie met Marsin door. In de namiddag bekijken we de twee uur durende video van PADI en in de avond nemen we zelf het boek door. Het is lastig om ons ertoe te zetten, maar we weten waar we het voor doen. 

Voor Lizan start op woensdag 24 april haar Open Water cursus, dat vooral uit theorie en wat onderwateroefeningen bestaat. De tweede dag van onze cursus hebben wij eerst weer wat oefeningen en vervolgens onze praktijkexamens. We moeten een vermist persoon onder water zien te vinden na aanwijzingen van een duiker. Met een kompas en bepaalde zoektechniek moeten we diegene vinden. Als we degene (een paar gewichten) hebben gevonden moeten we de persoon (de gewichten worden verruild door een van ons beiden) naar boven zien te krijgen volgens bepaalde technieken zonder onszelf in gevaar te brengen. Dus langzamer dan de kleinste bubbeltjes die we uitademen. Eenmaal aan het wateroppervlak moeten we de persoon nog naar de boot zien te krijgen. Terwijl Loes Tom naar de boot trekt, verliezen we zijn duikmasker. We kunnen het niet weervinden en balen enorm. Deze zat namelijk heel erg fijn en was erg speciaal. Het is moeilijk om een zelfde masker weer te vinden, want deze kwam uit Australië en is alleen daar te verkrijgen. Maargoed, gelukkig heeft Marsin voor de cursus een reservemasker bij zich en gaan we voor een plezierduik, dus even geen oefening of examen, althans dat zegt Marsin. Als we onderwater zijn speelt hij ineens een duiker in paniek en trekt bij ons beiden het masker van het gezicht af en trekt ons beademingsapparaat uit de mond, waar we dus onverwacht adequaat op moeten reageren. Daarna gaan we voor nog een duik en doet Marsin enkele kleine testen met ons. De duik was heel mooi bij Lobster Wall waar we hele grote schildpadden, parende nudibranches en vijf grote kreeften zagen. Na de laatste duik zegt Marsin dat we voor de praktijk zijn geslaagd en nemen de laatste onderdelen van de theorie door. Na het eten doen we ons theorie-examen en na het controleren horen we dat we zijn geslaagd met slechts twee fouten van de vijftig vragen! Daarna sluiten we af met een feestje in de reggae-bar dat dus onderdeel van Scuba Jeff is. Lizan is ook mee en samen met twee Italiaanse en twee Britse meiden, een Amerikaanse en Duitse jongen, Marsin, Jeff en wat locals hebben we een hele gezellige tijd. De drank vloeit rijkelijk en Jeff speelt allerlei bestaande liedjes op de gitaar vaak met eigen verzonnen teksten over Mabul Island.

Lizan heeft vandaag, donderdag 25 april, haar tweede dag van de cursus. Wij ontspannen boven in de lounge op de banken en zoeken foto’s uit van onze reis. Wat een werk is dat zeg! Al veel te vroeg komt Lizan bij ons en neemt even pauze, omdat ze last had van druk op haar oren tijdens het duiken. Dat is niet zo leuk, want daardoor mist ze een paar oefeningen en duiken kan ze haar Open Water niet meer halen. Wel kan ze de cursus Scuba Diver nog afronden, waarmee ze maximaal tot een diepte van twaalf meter mag. Ter vergelijking wij hebben ons geavanceerde certificaat en mogen tot dertig meter, dat is wel een wezenlijk verschil. Om Scuba Diver af te ronden moet Lizan wel in staat zijn om morgen te kunnen duiken. Wij doen na de zonsondergang een nachtduik, je ziet dan altijd hele andere vissen dan overdag. Samen met onze duikgids die Shark heet, gaan we gewapend met een zaklamp opzoek naar bijzondere en voor ons nieuwe vissoorten. Zo zien we onder andere Two-Tone Pygmee Squid, Stompy Spined Cuttlefish, Broadclub Cuttlefish, Needle Cuttlefish, Day Octopus, Green en Hawkbill Turtles, White Spotted Harmit Crab, Red Frog Spanner Crab, Barded pipefish, Tassled Scorpionfish, Lionfish, een zwangere Map Pufferfish, Zebra Moray Eel, Crocodile Flathead en een baby Oriental Sweetlips. Het is een hele lange duik van zeventig minuten. Bij terugkomst in het resort komen we Lizan tegen die onderweg is naar het strand, want ze laten 175 schildpadden uit in zee, die vannacht zijn uitgekomen. Scuba Junkie beschermt en ondersteunt de schildpadden bij het leggen van eieren en het uitkomen ervan. Als ze dit niet doen graven varanen, honden, katten, slangen en de lokale bevolking de eieren op. De lokale bevolking verkoopt het vervolgens voor weinig geld op de zwarte markt. Om de schildpad te beschermen betaalt Scuba Junkie duizend Ringgit aan iemand die een schildpadnest aan hen meldt, veel meer dan dat ze zouden krijgen op de zwarte markt.

Op onze laatste dag op Mabul Island, vrijdag 26 april, gaan wij weer in de lounge aan het werk met onze blog en foto’s en hervat Lizan haar duikcursus. Gelukkig is ze vandaag wel in staat om te duiken en behaalt het Scuba Diver certificaat. Direct na haar cursus gaan we met de boot naar Semporna en verlaten we Mabul Island. In Semporna worden we opgewacht door medewerkers van Scuba Jeff, want we moeten nog betalen aangezien er geen pinautomaten op Mabul Island zijn. Lizan en Loes wachten bij het kantoor van Scuba Junkie en Tom gaat alleen met de twee jongens geld pinnen. De jongens kijken enorm serieus en houden Tom telkens in de gaten zodat hij niet wegrent. Tom begint Maleis met ze te praten en een beetje te dollen en ze worden wat ontspannender. Het is enorm druk in Semporna, want het jaarlijkse festival van de Bajau Laut wordt deze week in de stad gehouden. Het is ook nog eens vrijdag, in de Islamitische cultuur de vrije dag in de week en de dag met het drukste programma. Het duurt wel een uur voordat we bij de pinautomaat zijn en er staat een gigantische rij voor. In twee automaten zit niet genoeg geld (dat probleem hebben we wel vaker in Azië), maar gelukkig in de derde wel. Op de terug weg lopen we door allemaal smalle steegjes en langs vage types. Ik heb echt het idee dat ik zo wordt beroofd, vooral omdat die twee jongens dus weten dat ik zoveel geld opzak heb. Op gegeven moment zeggen ze rechtsaf, maar die straat loopt voor mijn gevoel dood dus ik ga linksaf en ik zie de hoofdstraat. De jongens zeggen dat de andere kant sneller is, maar ik sta erop via deze weg te lopen. We komen aan bij het gebouw van Scuba Jeff, ik kan de cursus betalen en terug naar Loes en Lizan. Of ik misschien te wantrouwend was weet ik niet, maar het voelde gewoon niet goed. Misschien was er wel niks gebeurd, maar ik vond het gewoon vaag, ook omdat ze telkens dingen mompelden tegen andere jongens, dus ik koos simpelweg voor zekerheid.

Met ons drieën lopen we van het kantoor van Scuba Junkie naar ons hostel. Wederom hebben we met ons drieën een eigen kamer, doordat de kamers van dit hostel uit slechts drie bedden bestaan. In de avond lopen we even over het festival. Het is heel druk en bestaat vooral uit eetkraampjes bestond, kraampjes met rotzooi en een groot podium waar ze traditionele dansen uitvoeren. Nee bijzonder was het voor ons allemaal niet, wij denken dat jullie een leukere Koningsnacht hadden. Het was wel bijzonder dat de stad tijdens dit festival schoner was dan voordat het festival begon. Bij ons in Nederland is dat vaak andersom.

Op zaterdag 27 april gaat onze bus al vroeg naar Lahad Datu, want we gaan morgen naar de Danum Valley. Bij het busstation aangekomen blijkt de bus die we hebben geboekt vol te zitten, want de eigenaar die wij hadden gesproken had het niet doorgegeven aan zijn medewerkers. Onder hoge druk werden we naar een andere bus gebracht die per direct weg ging, we hadden dus geen tijd meer om onze tassen in onze hoezen te leggen en op slot te doen. Niet echt een fijn gevoel, maar het is niet anders. Na twee uur komen we aan in Lahad Datu. We gaan meteen naar een dokter, want Lizan heeft nog steeds last van zere oren en het blijkt dat ze een oorontsteking heeft. Die gek is gewoon met een oorontsteking gaan duiken! Als we ‘s avonds onze Go Pro willen pakken blijkt die weg te zijn. Echt typisch, altijd doen we onze tassen op slot als we er geen zicht op hebben. Doen we dat één keer niet, wordt er meteen in onze tassen gegraaid en wordt onze Go Pro gestolen. Dachten we een ontspannen avond te hebben, zitten we de hele avond op het politiebureau. Gelukkig hadden we onze sd-kaart met alle video’s niet in de actiecamera zitten. Een geluk bij een ongeluk!

1 Reactie

  1. Harriet:
    28 mei 2019
    Knap gedaan Tom en Loes; gefeliciteerd 💐