Op Safari over de Kinabatangan River

18 april 2019 - Sukau, Maleisië

Om 10:00 uur worden we door Mr. Joe opgehaald voor ons hostel in Sandakan. Mr. Joe komt uit Sukau, een plaatsje aan de Kinabatangan River en had vanochtend iemand afgezet in Sandakan. Daarom kon hij ons dus dus mee terugnemen naar zijn woonplaats. Onze privé-chauffeur spreekt goed Engels en hij weet ons veel te vertellen over de economie, cultuur en natuur van Sabah.

Halverwege de autorit stoppen we voor lunch. We bestelllen allemaal een bakso, iets wat we moeten proberen volgens Mr. Joe. Het is lekker en vult goed. Onder het mom van, we komen er toch langs, vroegen we aan onze bestuurder of we konden stoppen bij de Gomantong Caves. Dat was voor hem geen probleem. Deze grotten schijnen de grootste van Sabah te zijn en erg mooi. We lopen via het bospad naar de grotten als er onderweg een Belgisch gezin langs komt, de jongste dochter begint vol enthousiast naar ons te roepen dat er een orang-oetan naast de ingang van de grot zit en waar we precies moeten kijken. Hollend maken wij onze weg naar de ingang van de grot: een orang-oetan dat zou toch fantastisch zijn? Bij de grot aangekomen zien we niks, er is ook nog een Duits stel met een verrekijker die zegt af en toe een hand van de aap zien. Tom probeert vanaf een andere hoek te kijken en volgens de Duitsers is het alleen mogelijk van de hoek waar zij staan. Wij zien de hand ook af en toe, maar daar neemt Tom geen genoegen mee. Hij kijkt vanaf iedere mogelijke hoek en loopt terug naar de ingang van de de grot. De Duitser begint te lachen en is een beetje geïrriteerd om Toms eigenwijsheid, zo van luister nou maar gewoon naar mij ik sta hier al een uur! Nu komt het mooie, Tom ziet wel de volledige orang-oetan met baby zelfs! Zo zie je maar weer, trek altijd je eigen pad, luister niet altijd naar anderen en trek je eigen conclusies. Fluisterend en zwaaide gebaard hij naar Lizan en Loes die allebei bijna begonnen te huilen van geluk! Wat een mooi moment is dit. We zien een wilde orang-oetan en ook nog eens met een baby. De aap klimt hoger en we zien hem niet meer goed. We besluiten de grot in te lopen. 

Het is de eerste keer dat Lizan niet enthousiast is, want het stinkt enorm erg naar ammoniak van de guano (gedroogde uitwerpselen van vleermuizen en vogels). Er ligt een hele hoop guano in de grot en er lopen duizenden kakkerlakken. Niet bepaald fris en Lizan blijft maar klagen en kan er niet aan wennen. Ze loopt hele tijd te klagen met haar hand voor neus en mond. Heel grappig. Ze kan de schoonheid van de grot niet door de stank en viezigheid heen zien. De grot is oprecht mooi en heeft een regenwoud bij de achteruitgang, echt wel mooi dus. Het is ook enorm hoog en groot, alleen ja het stinkt dus enorm en er lopen duizenden kakkerlakken. Na een paar foto’s lopen we dus snel de grot weer uit! Lizan zweert overigens dat ze nooit weer naar een grot hoeft, Tom blijft er maar om lachen.

Natuurlijk lopen we even terug naar de bosjes waar we de orang-oetan zagen. De aap is terug op zijn plek, althans dat denken we in eerste instantie. Deze orang-oetan heeft een baard en is dus een mannetje, terwijl de eerste een moeder met een baby was. Wat een geluk hebben we, drie orang-oetans op onze eerste dag in de jungle. Allemaal op zo’n vijftien meter afstand, dat is echt heel erg dichtbij! Onderweg van de grot naar de parkeerplaats spotten we ook nog een pygmee eekhoorn, een kameleon en een salamander. Ja, de jungle behandelt ons erg goed op de eerste dag!

We rijden vanaf de grotten terug naar de hoofdweg om vervolgens naar Sukau te rijden, als Mr. Joe ineens “orang-oetan, orang-oetan” schreeuwt. Wij zien in eerste instantie niks, omdat we naar de bossen kijken. Dan kijken we voor ons en steekt de primaat heel ontspannen de weg over en gaat in een boom zitten. Mr. Joe stopt de auto en we kunnen de aap tot op enkele meters naderen. De orang-oetan geeft ons totaal geen aandacht, want hij denkt alleen maar aan zijn eten. We kunnen tot op wel drie meter naderen en de aap blijft ons heel ontspannen aankijken en doorkauwen op zijn blaadjes. We fotograferen en filmen tot we een ons wegen en na een tijd leggen we alle apparatuur weg en genieten we alleen maar. Het is echt ongelofelijk hoe dicht bij we kunnen komen en het dier kunnen bewonderen. De handen zijn prachtig en lijken als twee druppels water op mensen handen. En de uitdrukkingen op zijn gezicht zijn alsof ze uit de mooiste documentaire komen, dit is onrealistisch. Terwijl we langzaam terug naar de auto willen lopen schreeuwt Lizan ineens “nog één!” Nog geen tien meter bij de eerste orang-oetan vandaag, zit een tweede in de boom. Deze is meer schuw en klimt direct hoog in de boom als het merkt dat wij hem in de gaten hebben. Ons jungle avontuur kan nu al niet meer stuk, vijf orang-oetans op één dag, ongelofelijk! En dan te bedenken dat we heel veel mensen hebben gesproken die er geen één of slechts een hand in Borneo hebben gezien. Het schijnt nog al een kwestie van geluk te zijn mocht je ze zien, want ze worden heel erg met uitsterven bedreigd door het vernietigen van hun leefgebied. En wij zien er dus gewoon vijf en ook nog allemaal met gezicht en al!

We rijden na een lange vertraging dus naar Sukau. We komen vlak voor vier uur aan, net op tijd dus voor de middagsafari bij Sukau Backpackers, onze accommodatie. We hebben hier een eigen bungalow. Slechts voor één nacht, want morgen gaan we naar een homestay, die vandaag helaas al vol zat.

Na onze tas te hebben gedropt gaan we dus meteen op riviersafari over de Kinabatangan Rivier. Met twee volle bootjes varen we eerst stroomafwaarts, maar daar zijn hele donkere wolken, dus draaien we om en gaan we stroomopwaarts. De wolken halen ons in en het begint heel hard te regenen. Echt heel hard en Tom vraagt of ze hem aan land kunnen zetten, want hij is bang dat zijn fotocamera en telefoon het anders niet overleven. Loes en Lizan blijven aan boord onder het motto: “we zijn nu toch al doorweekt.” Groot gelijk hebben ze, maar na vijf minuten komen zij ook terug. Deze regenbui was zelfs de bootbestuurders en gidsen te veel.

Als de regenbui over is lopen we het dorpje in, dat verder is dan wij dachten. Het is een uur lopen over een lelijke grindweg die ook nog eens vol regenplassen ligt. Op aanraden van onze chauffeur Mr. Joe gaan we naar restaurant Simpang Tiga bekent om de lekkerste nasi goreng van het dorp. Als locals dat zal zeggen dan moeten we dat uitproberen he. Het is echt lekker en ook een behoorlijke portie, we hebben er moeite mee om het op te krijgen. De man de eigenaresse geeft ons een lift naar Sukau Backpackers. We zijn hem heel erg dankbaar, want anders zouden we een uur in het donker moeten lopen.

In de ochtend moeten we heel vroeg opstaan, want al om 06:00 uur gaan we met Sukau Backpackers op ochtendsafari over de Kinabatangan Rivier. Meteen zien we al een Brahminy Kite (Brahmaanse wouw, een haviksoort) boven ons vliegen en niet veel verder zien we Common Goldenback (Javaanse Goudrugspecht) op een boom zitten. Dan zien we  ook de eerste hornbills aan de rivier, de Oriental Pied Hornbill (bonte neushoornvogel). Het is de meest voorkomende neushoornvogel en niet met uitsterven bedreigd.

We varen een smalle zijtak van de Kinabatangan Rivier in, de mist hangt laag boven het water en we hebben dus een prachtig uitzicht over de rivier dat wordt geflankeerd door de jungle. We zien een hele familie Proboscis monkeys (neusapen) in de bomen zitten. Je kan ze al van afstand ruiken door de urinegeur die ze verspreiden. De neusapen hebben een grote kenmerkende neus en in het rijk van deze apensoort geldt: hoe groter de neus, hoe aantrekkelijke de man. De neusaap komt alleen voor in Borneo en wordt met uitsterven bedreigd. In het Maleis wordt de neusaap “Orang Belanda” genoemd, oftewel Nederlander. De Maleisiërs scheppen hiermee de gelijkenis met de missionarissen en eerste scheepslui die aankwamen in Borneo. Volgens de bevolking hadden de Nederlanders net zo’n bolle buik en grote lange neus als de neusaap.

Niet ver bij de apen vandaan zien we een grote krokodil. Eerst zien we slechts de staart, maar dan varen we vlak bij de krokodil en zien we ook de grote kop. Vervolgens zien we een aantal vogels. Allereerst de Stork-billed kingfisher (ooievaarsbekijsvogel). Met 35 centimeter is het een van de grootste ijsvogels. Volgens onze gids de grootste ter wereld, maar wij denken van Borneo, want de kookaburra in Australië is een grotere ijsvogel. Vlak na de grootste ijsvogel, zien we de kleinste: de Blue-eared kingfisher (Menintingijsvogel). Het is klein, schattig en heel mooi gekleurd. Een oranje buik en een ijsblauwe rug. Wederom zien we een kleine vogel, deze keer een Borneon Blue Flycatcher (Borneoniltava). Het is een schaarse endemische zangvogel uit Borneo. Ook deze is erg mooi en blauw gekleurd. Overigens poseren alle vogels voor ons mooi op en tak op ooghoogte. Veelal houden ze het water in de gaten opzoek naar een prooi. Als we lang genoeg blijven kijken, zien we ze vanzelf een visje vangen. De Black-and-red broadbill (zwart-rode hapvogel) is de laatste kleine vogel die we deze ochtend spotten. Het is mooi klein rood met zwart vogeltje, heeft een blauwe snavel en is een zangvogel. Tijdens deze safari zagen we ook een familie long-tailed macaques (Java-apen of krabbenetende makaken). Dit zijn echt brutale apen en kunnen met stenen beginnen te gooien als ze niet gefotografeerd willen worden. Het is dus oppassen met deze apen. Boven ons vloog ook een Crested serpent eagle (Indische Slangenarend). Na ruim twee uur over de rivieren te hebben gevaren komen we voldaan om 08:00 uur aan bij Sukau Backpackers. We ontbijten en pakken onze tassen in, want we worden om 10:00 uur opgehaald door Osman van Osman Homestay.

Met een klein bootje worden we dus door Osman opgehaald. Het is twee kilometer stroomopwaarts van Sukau. Zijn huis is gelegen op een prachtig gazon met jungle in de rug, ver weg van de rest van de accomodaties. Wat een rust hier, men kan hier alleen per boot komen. Het huis zelf is op palen gebouwd en het heeft een mooie veranda. Vanaf daar kijken we uit op de rivier en de tuin met mooie bloemen. Er hangen foto’s van Osman met David Attenborough, de legendarische documentairemaker van BBC’s Planet Earth series. Osman is zijn persoonlijke gids als Sir Attenborough opnames maakt bij de Kinabatangan Rivier. Het zegt toch wel iets over zijn kwaliteiten. Osman praat met ons wat we willen en we geven aan dat het onze droom is om de Borneose Pygmee Olifanten te zien. We hadden gehoord dat Osman de olifantenfluisteraar of Elephant King wordt genoemd, dus vragen we of het mogelijk is om op olifantensafari te gaan. 

Osman zegt dat het mogelijk is, maar geeft aan dat het ver is, dus we zijn zes tot zeven uur onderweg en het gaat duurder worden. Geen probleem vinden we, alles om de olifanten te spotten. Yanti, Osman’s vrouw, maakt eerst een heerlijke lunch voor ons alvorens we vertrekken. We gaan stroomafwaarts richting de monding van de Kinabatangan Rivier in de Sulu Zee. Osman vaart eerst naar het plaatsje Abai, de laatste nederzetting voor de riviermonding, om te vragen of de olifanten vandaag zijn gesignaleerd. Helaas hebben ze de olifanten al een aantal dagen niet gezien. Het is heel rustig hier, want weinig mensen komen zo ver op de rivier. Heerlijk! Osman vaart nu naar de oever waar de olifanten als laatste zijn gespot. Hij vraagt of Tom met hem meegaat om de olifanten te tracken. Met alleen een machete trekken de mannen door de jungle. Osman ziet aan de voetsporen welke richting de olifanten oplopen. De sporen zijn twee dagen oud volgens hem. We lopen verder, komen bij een enorm groot open veld en vinden olifantenuitwerpselen. Osman ruikt eraan en zegt dat de olifanten hier vanochtend zijn geweest. Bijna twee uur zijn ze weg, maar nog geen olifanten. Loes en Lizan wachten nog steeds in de boot. Osman zegt dat hij hier nog nooit is geweest en terug moeten. Het is lastig om de weg terug te vinden, maar gelukkig heeft Tom de boot in zijn gps gemarkeerd, want hij had al zo’n gevoel. Ondanks dat we de olifanten niet hebben gevonden, zegt Osman wel te weten welke richting ze op zijn gelopen. Terug bij de boot varen we naar dat punt, maar helaas geen olifanten. We zijn in totaal al vier onderweg en zien nog geen olifanten, we verliezen onze hoop dus een beetje. Osman zegt dat als ze niet hier zijn ze haast wel bij een andere oever in deze richting moeten zijn. Dan roept hij opeens olifant!!! Wij zijn niks, maar Osman start zijn motor en vaart op volle snelheid richting zijn doel op tweehonderd meter. Hij kijkt door zij verrekijker en bevestigd: Olifant!!

We racen als gekken over de rivier naar de olifant. We meerden de boot aan en moesten een hoge oever opklimmen. We moesten doodstil blijven staan, want een groot dominant mannetje stond achter een boom. Osman hield de gehele tijd het mannetje in de gaten terwijl hij de andere olifanten riep. Deze man kan echt de olifantentaal spreken, heel grappig. Toen hoorde hij dat de familie olifanten verderop waren en gingen we terug naar de boot. We vaarden zo’n honderd meter verder en meerden weer aan. Daar zagen we de hele groep lopen. Het was een heel bijzonder moment, Lizan en Loes zagen voor het eerst in hun leven olifanten. Zo mooi!! Er waren grote mannetjes, kinderen, moeders en zelfs baby’s. De kleinste baby was net geboren en heel schattig! We konden heel dichtbij komen tot enkele meters afstand. Als we maar bij de dominante mannen wegbleven. Ook de moeder van de pasgeboren baby was erg beschermd en dus gevaarlijk. We zagen wel tachtig olifanten, echt super veel en wat waren we gelukkig. Een heel mooi moment tijdens onze reis. Er kwamen ook twee andere toeristen aan van een ander tourbedrijf, die waren Osman gevolgd. De gidsen van dat bedrijf wisten, als we Osman volgen dan zien we bijna 100% zeker olifanten. We gaan weer terug naar onze boot, want Osman wil dat we het spektakel zien: olifanten die zich wassen, verkoelen en spelen in de rivier. Onze gastheer calculeert waar de olifanten zo’n beetje ter water zouden moeten gaan. Wij zijn een stuk sneller dan de olifanten dus we moeten ruim een half uur wachten tot ze arriveren. En ja hoor, ze gaan te water. Het is echt bijzonder om van zo dichtbij mee te maken, het is heel erg mooi! Doordat we in een bootje zitten en een meter van de oever zijn, kunnen we heel dichtbij de olifanten op de kade komen. Sommigen staan slechts op een meter afstand, de olifanten geven ook helemaal niks om ons, zolang we de toegang tot de rivier maar niet blokkeren. We hebben de olifanten echt een behoorlijke tijd aanschouwt, voordat we terug varen naar het huis van Osman. Onderweg spotten we een Wrinkled Hornbill (Maleise jaarvogel of geribbelde neushoornvogel genoemd). Bij thuiskomst ontmoeten we ook de vier andere gasten die vandaag zijn gearriveerd: twee Britse meisjes en een Italiaans stel. De vrouw van Osman, Yanti, heeft ook deze keer weer heerlijk gekookt.

Op de tweede dag bij Osman, donderdag 18 april, staan we wederom vroeg op. Om 06:00 uur doen we een ochtendsafari, de dieren worden dan wakker en hebben hun ontbijt. Ze zijn even actief, voordat het te heet wordt en weer gaan slapen. Met een bootje varen we nu stroomopwaarts. We racen een heel stuk, zodat we alle commerciële bedrijven inhalen, Osman wil graag de eerste zijn zodat we in alle rust van de dieren kunnen genieten en we de dieren niet wegjagen. Vrijwel direct nadat we een zijtak van de Kinabatangan Rivier zijn ingevaren zien we een grote monitor varaan (opzoeken) op de zandbanken liggen en op boven de rivier hangende boom. De neusapen zien we ook weer en Osman heeft er allerlei trivia over te vertellen en Osman ziet en ruikt dieren ver van te voren, hij is echt goed. Ook de Java-apen zijn zoals gewoonlijk langs de rivier te vinden en we zien enorme krokodillen van zo’n vijf meter. Ook zien we heel veel baby-krokodillen. Iets wat we nog niet eerder hadden gezien. Verder zien we niet veel nieuwe diersoorten, maar het blijft iedere keer mooi als we dieren spotten! Het is ook spannend, zien we wat? Zien we niks? Oh, wat is dat daar in de verte?

Na de safari krijgen we ons ontbijt. Loes en Lizan doen daarna de was en Tom gaat met Osman mee naar de winkel. Daarna hangen we rondom het huis te wachten tot de lunch. We hebben op tijd lunch, want vandaag gaan de andere gasten op olifantensafari. Wij wachten tot 16:00 uur voor onze middagsafari en hangen tot die tijd rond het huis. De zoon van Osman gaat met ons mee op jacht naar dieren en met hem zien we wederom de neusaap, het blijft een bijzondere verschijning met zijn lange neus en dikke buik. We zien ook een apensoort die we nog niet eerder hebben gezien: de pig-tailed macaque, oftewel lampongsaap. Het is een makaak met een klein krullend staartje dat lijkt op een varkensstaartje. Ook deze aap wordt met uitsterven bedreigd door het vernietigen van hun leefgebied. Een hele familie steekt de rivier over een kabels over het water, een oversteekplaats voor apen dat door mensen is gemaakt. Het is mooi om te zien hoe de apen hun evenwicht proberen te behouden op de kabel en het calculeren. We zitten er schuin onder en kunnen alles dus goed zien. We zien ook moeder met baby’s hangend onder hun buik en op een gegeven moment is er een gevecht en alle mannetjes apen bemoeien zich ermee. Het is niet veel anders dan in het mensenleven. Of moeten wij ons eigenlijk vergelijken met apen? Voor de rest zien we tijdens deze middagsafari nog heel wat andere diersoorten en op de terugweg naar ons verblijf zien we nog een hele bijzondere vogel: de: White Crowned Hornbill, de Langkuifneushoornvogel. Volgens onze gids komen vogelliefhebbers vanuit de hele wereld naar deze rivier om deze zeldzame vogel te kunnen bewonderen. Niet altijd met succes, want de vogel laat zich niet altijd zien en staat sinds 2018 op de lijst van bedreigde diersoorten. Het is dan wel weer grappig dat wij, die niet veel om vogels geven, deze bijzondere vogel dan weer spotten. 

Bij terugkomst zijn de andere gasten al terug van de olifantensafari. Hun trip was beduidend korter dan onze, maar zij hebben gelukkig de olifanten gezien. Zij hoefden ze niet te tracken en zagen ze vrijwel meteen vanaf de waterkant. Enig nadeel er waren ook heel veel andere boten bij. We krijgen ons diner en gaan daarna op nachtsafari met Osman en de twee Britse meisjes. Dit is nog spannender dan een dagsafari, want in een klein bootje met slechts een spotlight ga je opzoek naar dieren. In de nacht zoek je voor de ogen van de nachtdieren die geel of oranje oplichten als je er op schijnt. Vrijwel meteen zien we de Asian Palm Civet op nog geen tien meter van Osman’s huis. De Asian Palm Civet wordt in het Nederlands Loewak genoemd, ja deze civetkat is bekend van de beruchte “Koffie Luwak”. 

Osman is echt een hele goede spotter, want vanuit het niets trekt hij naar de kade en ziet een piepklein slapende Blue-eared kingfisher (Menintingijsvogel), de kleinste ijsvogelsoort. Het is echt mooi en we kunnen het vogeltje naderen op een meter afstand. Het blijft gewoon doorslapen, zo schattig. Wederom toont Osman zijn spotkunsten, want van ver vaart hij naar een Maleisische Visuil (Buffy Fish Owl) die op een tak boven het water op zoek is naar een prooi. We zien heel veel gele oogjes vlak boven het water uitsteken, dat betekent dus krokodillen. Als we dichtbij een krokodil komen, schrikt Tom die voorin de boot zit, zich ineens dood! Terwijl de focus op de krokodil ligt , springen er ineens twee vissen tegen hem aan en vallen de boot in. Door onze aanwezigheid ontsnappen de vissen dus op wonderlijke wijze aan de krokodil. We varen verder en zien een Mouse-Deer (dwerghert of dwergmuskusdier). De kleinste hertensoort ter wereld, wordt in het Indonesisch Kantjil genoemd en is de hoofdpersoon in de Kantjilverhalen in Indonesië, Maleisië en de Filipijnen. Het diertje werkt zich in deze fabels continue in de nesten en redt zich daar met zijn slimheid telkens weer uit. De nachtsafari is nog niet voorbij. Osman gewapend met een spotlight, geeft Tom ook een zaklamp onder het motto “twee zien meer dan één”. We varen een zijtak in van de Kinabatangan River en Tom ziet ineens twee ogen en daarna een klein beestje. Hij waarschuwt de rest we we vragen Osman wat het is. Enthousiast begint Osman te dansen. Het is een flat-headed cat, de platkopkat en wordt ook met uitsterven bedreigd. Het is heel bijzonder om deze kleinste wilde katsoort te spotten. De kat heeft kleine zwemvliesjes tussen zijn tenen en is een gespecialiseerde viseter. Wanneer het dier ons ziet, huppelt de platkopkat weg. Het maakt sprongetjes met vier pootjes tegelijk, een beetje zoals tijgertje van Winnie de Pooh, heel leuk. De kat had ons dus in de gaten en loopt verder, we proberen het vanaf de rivier te volgen, maar dat is lastig in de dichte bossen en in het donker. Osman neemt telkens nieuwe posities in en hoopt dat de kat zich daar laat zien. We zien hem nog enkele keren, maar tot een goede foto komt het niet. Maakt ook niet uit, het was fantastisch om te ervaren en de spanning die het met zich meebracht. Volgens Osman kunnen we niet verder de zijtak van de rivier in, want de krokodillen zijn daar te groot om in de nacht te varen, ze kunnen volgens hem de boot in tweeën breken. We nemen even een pauze, als Tom ineens twee oranje ogen ziet. Osman ziet het later ook en we varen er direct heen, want Osman denkt dat het een grote kat is. De ogen stonden ver uit elkaar en zijn oranje, twee kenmerken. We varen langs de oever waar we het dier spotten, we zoeken een hele poos, maar het dier is helaas vertrokken. Volgens Osman komt het door de volle maan, waar de dieren ons kunnen zien. Poeh wat een spanning was dat zeg! Tot slot varen we nog een andere zijtak in en zagen we een wild zwijn. Na ruim drie uur is de nachtsafari voorbij. Osman is echt een goede spotter en wat was het spannend! De hele tijd zitten we geconcentreerd om ons heen te kijken op zoek naar ogen en bewegingen in de bomen.

2 Reacties

  1. Lizan Elias:
    26 mei 2019
    En vergeet niet de slang (zeg ik dit goed?) die Loes dacht te zien tijdens de nachtsafari! Wat een leuk avontuur 😃
  2. Benno:
    26 mei 2019
    Dat wordt wennen, later, in het Lutterzand.....