Ontspannen en genieten midden in het Meratus Gebergte

31 mei 2019 - Loksado, Indonesië

Na twee slechte nachten achter elkaar op een boot, daarna dus nog een helse busrit en vervolgens nog een nare situatie op het busstation van Kandangan komen we op donderdag 30 mei aan in Loksado. We hebben dus in totaal drie nachten bijna geen oog dicht gedaan en zijn helemaal gebroken. Bij aankomst gaan we eerst lunchen alvorens we inchecken in het Moutain Meratus Resort. Onze accommodatie ligt aan de rivier en is omgeven door bergen. Het is heel rustgevend hier en heeft de ideale omstandigheden om bij te komen van de laatste drie helse dagen en nachten. Onze bungalow heeft een heel groot en fijn bed en een buitendouche. We ploffen meteen op bed en doen even een klein middagdutje.

We ontwaken een uurtje later en komen aan de praat met het personeel. Ze vertellen dat we de enige gasten zijn en dat het nu stilte voor de storm is. Volgende week is het namelijk Hari Raya Idul Fitri, het Suikerfeest en in Indonesië is dat de grootste feestdag van het jaar. Het is een te vergelijken met kerstmis maar dan in overtreffende trap. Iedereen gaat terug naar familie. De dag erna staat het hele land twee weken stil en gaat iedereen op vakantie. Bijna alles is dan volgeboekt en dus ook dit resort. Pfiew, zijn wij blij nu hier te zijn.

Van het personeel krijgen we fietsen, want ze mogen ons geen scooter verhuren. Dat hebben ze afgesproken met de lokale bevolking hier die ook mee wil profiteren van het toerisme. Het is eigenlijk een gedwongen afspraak na pesterijen van de lokale bevolking aan het resort. Ze strooiden zout in de olie en remvloeistof van de scooters. Echt maffiapraktijken! Ja de Indonesische bevolking lijkt altijd zo lief, maar ook hier zitten ratten tussen. Ze kunnen heel geniepig zijn, want ondertussen zetten ze een hele grote glimlach op hun gezicht.

Op de fiets verkennen we de omgeving, we moeten overal een vervallen brug waar heel veel planken missen (we voelen ons net een koorddanser in her circus) en fietsen we naar een klein Dayakdorpje. De mensen zijn hier heel vriendelijk en overal lopen kleine biggetjes rond. We zijn dus weer in christelijk gebied. Wat ons opvalt zijn de vijf verschillende kleuren prullenbakken. Allereerst dat ze hier afvalbakken hebben en ten tweede dat ze hier recyclen. Er is een bak voor organisch afval, plastic, karton, flessen en chemisch afval. Op heel weinig plekken in Indonesië wordt afval verzamelt en al helemaal niet gescheiden. Het meeste wordt gewoon verbrand langs de weg. En dat helemaal hier in de bergen waar haast niemand woont. Wie verzamelt dit? En waar wordt dit naartoe gebracht zijn de vragen die in ons opkomen. Het blijkt dat het resort waar wij verblijven dit heeft geplaatst. We kijken in de afvalbakken, maar zien helaas dat de bevolking het idee niet begrijpt of wil begrijpen, want alles ligt gewoon door elkaar in de bakken. Vervolgens fietsen we door naar Air Terjun Riam Barajang. We parkeren de fiets, lopen door het water en klimmen op de waterval. Na even te hebben genoten van de rust en het uitzicht gaan we door naar Air Terjun Riam Hanai. Onderweg moeten we over een gammele bamboebrug en bij aankomst moeten we ook eerst door het water om bij de waterval te komen. Deze is nog rustgevender en mooier dan de eerste en we besluiten er bovenop te klimmen, want we zijn altijd nieuwsgierig naar wat er achter een waterval zit!

Er schijnt nog een waterval in de buurt te zijn, maar die kunnen we niet vinden. Het blijkt achteraf te ver weg te zijn en over een uur gaat de zon al onder. Voldaan fietsen we terug naar het resort en onderweg zien half kokosnoten onderaan bomen liggen waar heel langzaam wit boomsap in vloeit dat uit een heel klein gaatje uit de boom komt. We vragen ons af wat het is en als we iemand de kokosnoten zien verzamelen vragen we wat het is. Het blijk dat ze met het sap rubber maken en dat we door een rubberplantage fietsen. Hé, wat leuk, hebben we dat ook een keer gezien.

We gaan eten in een ander dorpje en komen daar aan de praat met een man die de priester van het dorp blijkt het zijn. Hij was in het bezit van een auto en we vroegen of hij ons tegen betaling kon wegbrengen als we dit gebied wilden verlaten. Dat wilde hij wel, waarop hij vroeg of we vanavond mee wilden naar een Dayakceremonie in een dorp hier verderop. Het was een klein uurtje achterop de motor naar Haratai. Wat de ceremonie precies inhield weten we nog steeds niet, maar het had iets te maken met offeren en het vieren van de nieuwe oogst. Aangekomen zitten er honderden Dayak op de grond en we krijgen allemaal eten. Werkelijk allemaal niet te eten. Nee de Dayakmensen kunnen echt niet koken gewoon. De haren van het varken zitten nog aan het vlees en de groenten zijn enorm bitter. De hele zaal is aangekleed met rieten versiersels, manden vol offermaterialen en andere in elkaar geknutselde versiersels. Het ziet er bijzonder uit en we zijn erg benieuwd wat er gaat gebeuren. Overal rennen kinderen rond en iedereen wil met ons praten en op de foto. We hebben echt het gevoel dat we de act van de avond zijn. Het is heel erg leuk, maar ook heel erg vermoeiend en denk maar niet dat mensen meer dan twee woorden Engels kunnen. Ach, ons Indonesisch groeit in ieder geval met de dag, een handige leerschool dit.

Voordat de ceremonie begint is, zijn er twee families aan het handelen over een bruidsschat van een toekomstig echtpaar. De bruiloft is morgen en gasten zijn alleen welkom als men dit trouwritueel ook meemaakt. Voorafgaand aan de oogstceremonie is er altijd bruidsschat onderhandeling van een toekomstig echtpaar. Het verband tussen de ceremonie en het ritueel kunnen wij ook niet helemaal leggen en kan ook niemand ons uitleggen. Het standaard Indonesische antwoord, zoals met alles, is: “ja is traditie”. Maar waarom dan of wat is de achterliggende gedachte, vragen wij dan. Ja, dat doen we altijd al, zo hebben we dat geleerd, staat in de Koran of onze voorouders deden dat ook. Ze doen vaak dingen, zonder ook maar een idee te hebben waarom.

De onderhandeling duurt heel erg lang, zo’n drie uur. De familie van de bruid gaat maar niet akkoord met het bedrag. Er ligt echt heel veel briefgeld in het midden tussen de twee families in. Na de onderhandeling blijkt dat er bijna dertig miljoen rupiah ligt. Dat is omgerekend bijna € 1900,- en dat is heel veel geld in Indonesië. Na de onderhandeling moet het nog worden gevierd dat er een overeenstemming is bereikt. Inmiddels is het al 23:00 uur en het lijkt er niet op dat de ceremonie snel begint. Wij hebben al drie gebroken nachten, zijn dus heel erg moe en besluiten naar huis te gaan. We missen dus de ceremonie en mogen de volgende dag dus ook niet op de bruiloft komen. Jammer dan, maar we konden echt niet meer.

We slapen die nacht als een roos in ons heerlijke grote bed. Uitgeslapen worden we wakker en gaan we op vrijdag 31 mei bamboe-raften. De lokale bevolking in Loksado leeft vooral van de bamboe dat hier werkelijk overal in de omgeving groeit. Bamboe groeit zo’n 5 tot 20 centimeters per dag (sommige soorten zelfs een meter). Het groeit dus heel erg snel en als het is gekapt groeit het ook zo weer aan. De plantsoort is enorm sterk en wordt zelfs voor hele hoge steigerconstructies gebruikt. Het product is dus enorm duurzaam en kan voor heel veel doeleinden worden gebruikt. De lokale bevolking kapt dus bamboe en moet het dus uit het gebied zien te krijgen. Aangezien bamboe blijft drijven maken ze een bamboe-vlot. Ze knopen zo’n twintig bamboestokken aan elkaar vast die allemaal zo’n acht tot tien meter lang zijn. Ze staan er zelf op en varen het over de rivier naar de grote weg toe. Dit kan dagen duren en dan moeten ze nog terug naar het dorp lopen. Althans zo gebeurde het vroeger, tegenwoordig worden ze teruggebracht met de motor.

Wij gaan vandaag dus op zo’n vlot, samen met een gids. Met ons drieën op één vlot over de Sungai Amandit. We laten ons stroomafwaarts drijven en het enige wat we hoeven te doen is sturen door middel van, hoe kan het ook anders, een bamboestok. Sturen is heel simpel. Je steekt de stok zo diep mogelijk het water in tot je de rivierbodem raakt. Soms is het te diep dan moet je je wegduwen van de oever. Het lijkt allemaal heel makkelijk, maar het kost een behoorlijke kracht en ook moet je op de juiste plek op het vlot staan. Onze gids is heel erg behendig, fantastisch om te zien. Wij sturen meer voor spek en bonen. Overal langs de rivier groeit bamboe en iedere honderd meter is er een stroomversnelling waar al het water tussen de grote keien door wil. Onze gids mag dan heel behendig zijn, toch botst hij een keer vol tegen een steen en vallen we bijna van het vlot. Vanaf de zijkant stromen allerlei kleinere rivieren samen op de Sungai Amandit. Heel veel bomen zijn in de bloei wat een heel mooi beeld op levert met de rivier, de bergen, de blauwe lucht en roze, gele, oranje, rode en paarse bloesems aan de bomen. De krekel- en vogelgeluiden maken de ervaring compleet en werken ontspannend. Het bamboe-raften is rustgevend en spannend tegelijk door alle stroomversnellingen. Na iedere stroomversnelling belanden we weer in een rustig en stil paradijs, het is de perfecte afwisseling.

Af en toe passeren we Dayakdorpen en zien we de lokale bevolking in de rivier zwemmen of zich wassen. Ook zien we mannen in de rivier lopen met een doos op hun rug met daaraan een draad en een lange speer verbonden. In de doos zit een accu die dus via een draad aan de speer is verbonden waar ze de vissen mee elektrocuteren. Als ze een vis signaleren stoten ze de vis waardoor het buiten bewustzijn raakt. Een efficiënte manier van vissen dus. Wij begrijpen alleen niet hoe het kan dat de elektrische shock geen invloed op henzelf heeft, ze staan tenslotte in het water. Sommige vissers hebben overigens alleen een speer, dus zonder accu, in de hand en vangen daar hun vis mee. Echt heel knap!

De tocht over de rivier duurt zo’n tweeënhalfuur. Het was een hele mooie ervaring, maar ook lang genoeg, want het was best uitputtend. We kunnen ons niet voorstellen dat ze dit soms dagen doen om bij de hoofdweg uit te komen waar ze de bamboe op vrachtwagens kunnen laden. Echt respect voor de mannen die dat doen! Na afloop worden we opgewacht door onze ojek (motortaxi) van het resort. We gaan eerst even langs heetwaterbronnen en een waterval. Onderweg komen we langs een prachtige weg waar we uitzicht hebben over de Bukit Batu Langara, een hoge berg in het Meratus Gebergte. De waterval en waterbron vallen erg tegen. De waterval bevat bijna geen water en de heet waterbron is een betegeld bad waar middels een lange buis heet grond water instroomt. Op de terugweg naar ons resort genieten we wederom van het uitzicht. 

Terug in Loksado zien we mannen noten drogen op de grond. Ze leggen de Kemirinoten op een zeiltje om te drogen en nadat ze zij gedroogd hoeven ze alleen de hoeken van het zeil bij elkaar te vouwen en hebben ze een knapzak. We hebben nog nooit van deze noten gehoord en de mannen vragen of we ze willen proeven. Heel erg lekker! Het smaakt een beetje als hazelnoot en heeft ook dezelfde structuur. We kunnen een kilo van deze noten kopen voor 40.000 Rupiah, dat is grofweg €2,40. Dat is toch een koopje? Heerlijke voor bij de borrel en nog gezond ook! Ook vraagt hij of we interesse hebben in iets zoets. Nieuwsgierig lopen we met de man mee naar zijn loods. Daar liggen kilobalen kaneel en dat kunnen we kopen voor 50.000 Rupiah per kilo, pakweg €3,-. Even voor jullie beeldvorming, we zochten op internet op wat de kiloprijs bij de Albert Heijn is. Kaneelstokjes van het eigen merk kosten €67,50 per kilogram. Dit is echt spotgoedkoop, wij snappen de handelaren van de V.O.C wel. We geven aan dat we kaneel heel lekker vinden, maar geen kilo kunnen kopen. Het is echt een grote bos. De man geeft ons voor niets een meter kaneel om in onze thee te stoppen. Gratis een meter kaneel, we hebben nog nooit zoveel kaneel in onze handen gehad! We gaan lunchen en eten Bakso, het enige wat we kunnen verkrijgen. Het is nog steeds ramadan en onze eetkeuzes overdag zijn heel erg beperkt. Om onze honger in tussentijd te stoppen eten we een flinke hoeveelheid van de lekkere noten die we zojuist hebben gekocht. Daarna komt ons eten. Het is enorm zoutig en onze lippen voelden helemaal zanderig aan. Beetje vreemd we hebben het ook laten staan. Daarna werden we ook allebei meteen ziek en waren we op en af aan het rennen naar de badkamer. Zo mooi als de dag begon, zo ziek waren we het vervolg van de dag. De rest van de dag verbleven we dus op onze kamer om uit te zieken. Dit is daadwerkelijk de eerste keer dat we thuisbleven doordat we allebei ziek waren. Eerdere keren hielpen pillen nog wel eens, maar die werkten nu niet.