Fraser Island (K'Gari)

25 mei 2017 - Fraser Island, Australië

Dinsdag 23 mei is het dan zo ver. Onze driedaagse tour naar Fraser Island. We staan om 07:00 uur op om van het ontbijt te kunnen genieten, pannenkoeken. Al snel zoeken de groepsleden elkaar op. In onze auto, dus groep, zitten twee Canadese vriendinnen (Jordi en Shannon), drie Britse mannen (Elliot, Richard en Mark) en Lotte die het Nederlandse team versterkt. Al snel wordt Loes "Lois" genoemd en Lotte "Lulu". Blijkbaar hebben Nederlanders lastige namen. Gelukkig is Tom waar dan ook ter wereld hetzelfde. In totaal zijn we met vier auto's en 32 personen, en al gauw blijkt dat wij de beste, leukste en meest gezellige groep hebben!

Na het ontbijt ontmoeten we onze tourguide, Luuk, die zichzelf Lukey Love noemt, omdat hij een echte dromer is. Hij droomt over een betere wereld en is een echte hippie, een prachtige vent die met alles wat hij zegt een achterliggende boodschap heeft (daarover later meer). Tijdens zijn introductie krijgt hij de humor er al gauw in. Hij maakt continue grappige opmerkingen en probeert oneindig door te rijmen wat hem dan ook vaak lukt. Hij heeft één doel: "this tour gonna be the best fucking days of your fucking life" en zijn belangrijkste regel is: " rule number one, let's make some fucking fun. Zijn overige regels waren: "rule number two, respect the crew", "rule number three....." en "rule number four, don't die on the tour". Voor de rest waren we volgens hem volwassen en was alles toegestaan.

Na de introductie vertrokken we met onze 4x4 colonne richting de veerboot. De overtocht naar Fraser Island duurde slechts een kwartiertje, maar we zagen wel dolfijnen onderweg. Eenmaal op Fraser aangekomen, zegt Lukey door de portofoon, dat we niet bang moeten zijn om flink gas te geven op het zand, omdat we anders vast kunnen te komen zitten. Dat laten we ons geen twee keer zeggen en rijden met 90 kilometer per uur over het strand langs de oceaan. Het is een snelweg over het strand, want er staan ook verkeersborden met een maximum snelheid van tachtig. Echt supergaaf om zo snel over het strand te rijden en wat is het hier mooi!!! 

Halverwege onze bestemming stoppen we en roept Lukey ons bijeen en geeft achtergrondinformatie over Fraser Island. De lokale "Butchulla" clan (Aboriginal) noemen het eiland K'Gari, wat het paradijs betekent en dat is niet voor niets!! Het eiland is gevormd door wind, zand en golven en de prachtige helderblauwe zoetwatermeren, kristalheldere waterstroompjes, gigantische natuurlijke zandduinen over 200 meter hoog en tropische regenwouden van deze gigantische zandbak vormen het eiland tot een mysterieus paradijs zoals nergens ter wereld. Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld is met een oppervlakte van 120km bij 15km en is de enige plek ter wereld waar regenwoud op zand groeit. Dit eiland niet alleen prachtig is, maar ook volledig zelfvoorzienend. De gigantisch hoge bomen in het regenwoud zorgen voor verse zuurstof en een grote variatie aan vogels, de zoetwatermeren zorgen voor vers drinken water en er is heel veel zeevoedsel, omdat twee golfstromen hier samen komen. Op het eiland zijn dingo's te vinden en voor de kust onder andere dolfijnen, mantaroggen, haaien en walvissen.

Na de interessante uitleg over dit paradijs rijden we verder naar Eurong, een heel klein en volgens ons enige dorpje op het eiland. Tijdens de rit hiernaar toe, doen we een kennismakingsspelletje in de auto. We moeten onze naam zeggen, waar we vandaan komen, wie je celebrity crush, en iets interessants aan je of wat je gedaan het in me leven. Loes breekt direct het ijs met "I'm Loes, from the Netherlands, Angelina Jolie and I'm an Idiot!" De toon was gezet en sindsdien passeerden de meest bizarre onderwerpen de revue en werd het alsmaar gezelliger. We deden nog een aantal gênante spelletjes tot we in Eurong arriveerden. Hier kregen we onze lunch. Althans we kregen de ingrediënten, de lunch mochten we zelf in elkaar flansen. Naast de gezelligheid bleek dat we ook een team waren, want zonder overleg en geklaag, begonnen een paar met het voorbereiden van de lunch, anderen bereidden de lunch en weer anderen wasten af. Na de lunch speelden we frisbee, wat wij hadden meegenomen. Waar wij al direct een hecht clubje waren, zag je bij de andere auto's nog onwennige groepsvorming. Bij ons was het alsof we elkaar al jaren kenden.

Na een uurtje vervolgden we onze weg naar Lake Mckenzie (Boorangoora in Aboriginal). Lukey gaf aan dat het een moeilijke rit over diep mul zand zou worden, dus hij wilde ervaren en zelfverzekerde bestuurders achter het stuur. Tom had al een paar keer op het strand met onze eigen reus op wielen gereden, dus ging achter het stuur zitten. De groep gaf aan spanning te willen hebben, dus we reden bewust als een malle. Remmen voor hobbels en dan vol gas er overheen rijden, achterin leek het alsof je in een achtbaan gaf. Wat lachen!! Na een rit van ongeveer een uur, komen we aan bij Lake Mckenzie. Een belachelijk mooi helder meer met wit zand! Het water is zo helder dat het nep lijkt. En het zand is zo zacht, Luke vertelde ons dat het zand perfect werkt als scrub, haarmasker, maar ook voor je tanden, alles gaat er van glanzen en word er zacht van. Dit hebben we dus allemaal geprobeerd, inclusief de tanden, Jak! Maar het hielp echt!!! Dit water is trouwens helemaal drinkbaar en heel erg schoon. We hebben ons hier dus prima vermaakt met z'n allen! 

Na Lake Mckenzie zijn we naar tropisch regenwoud op zand gereden. Daar doorheen liep een  heel mooi, helde stroompje. We scheuren snel naar onze camping, voordat het vloed wordt, want anders komen we niet meer bij onze camping. Uit de aanhanger halen we de koelboxen met de ingrediënten voor de maaltijden. We moeten zelf onze maaltijd in elkaar flansen en weer doet iedereen wat. Sommigen doen het snijwerk, sommige koken en sommigen wassen af, echt een top team. Mark het de belangrijkste taak van allemaal, hij schonk iedereen de wijn bij!!!!

Na het eten doen we een paar drankspelletjes, waaronder Fuck the Dealer en nog veel te veel andere spellen waar wij niet goed in zijn. Wij dronken rode wijn, daar komen problemen van. En als man kun je blijkbaar niet valsspelen, dus Tom dronk maar door en door. Tot we met z'n allen naar het strand gingen om naar de sterren te kijken. Tom kwam na 3 keer vallen en zijn vele slechte ideeën om op jacht te gaan naar dingo's, en te zitten in de zee omdat het zicht vanaf daar mooier was, ook bij ons zitten. Dit was van korte duur... het universum draaide wel heel snel. We liepen dus maar terug naar de tent en zijn gaan slapen.

De volgende ochtend, woensdag 24 mei, heeft Tom een enorme kater. Gelukkig heeft Lotte hele zware pijnstillers bij zich, die alle pijn onderdrukken. Misschien zijn deze pillen hier niet voor bedoeld en niet goed voor je lichaam, alles beter dan een mega kater op deze mooie en bijzondere dagen. We ontbijten met z'n allen en gelukkig ben ik niet de enige die het zwaar heeft. Na het ontbijt stappen alle groepen hun eigen auto in en rijden we naar de "Champagne Pools". Dit waren twee in rotsen gelegen poeltjes waar telkens hoge golven inklapten waardoor het leek op champagne. Het water was fris, maar door het prachtige weer (30 graden) maakte ons dat niets uit! Nadat we ons hier een uur erg hebben vermaakt, reden we door naar Indian Head. Dit is een uitkijkpunt met een geschiedenis. In de tijd dat de westerse bevolking het eiland opkwam, wilden ze de inheemse bevolking uitmoorden. Op deze hoge rots, met stijle kliffen de zee in, lieten ze de bevolking de keus om te springen of te worden beschoten. Naast deze vreselijke geschiedenis, is het ook gewoon een heel mooi uitkijkpunt en kan je vanaf hier heel veel zee dieren bekijken. Zo zagen wij manta-roggen en een haai in de golven zwemmen.

Op de weg terug naar het kamp stoppen we om pippies (schelpdieren) te graven. We krijgen van Luuk uitleg hoe we die kunnen vinden op het strand. Met eb zie je kleine cirkelsn het strand zitten, graaf vijf tot tien centimeter en je hebt een pippie. Je moet deze in een zak/bak met zout water leggen, waardoor ze blijven leven en zichzelf helemaal reinigen door al het water uitspugen. Zo hadden we lekkere verse pippies bij onze barbecue. Na de lunch reden we naar het schipwrak van de Maheno. Na de nodige foto's vervolgden we onze weg naar de "Eli Creek". Hier gingen we met van die opblaasbare autobanden naar beneden. Het water van het begin van de creek was zo vers, dat je het gewoon kon drinken. Heel erg lekker, het lekkerste water in Australië tot nu toe. Na de tijd reden we terug naar ons kamp voor het avondeten. Ons avondeten vandaag was een barbecue met een dikke steak en onze eigen gevonden pippies natuurlijk. Deze waren erg lekker! Na het eten was het weer tijd voor een feestje met muziek (natuurlijk was Tom DJ), de nodige "Goon" en drankspelletjes. We speelden onder andere "Never have I ever", maar hier waren wij beiden niet zo goed in. Na een tijdje vonden we het goed geweest en gingen we bij het kampvuur zitten en marshmallows bakken. Op een gegeven moment kwam er een andere groep aan en wie zat daar bij? Alex, de Duitse jongen die we in Springbrook en Brisbane hebben ontmoet. Erg aangenaam en gezellig om hem weer tegen te komen.

Donderdag 25 mei, stonden we op tijd op, we vertrokken om 08:00 uur naar Eli Creek om ons water bij te vullen en goed wakker te worden. Vervolgens vervolgden we onze weg naar Lake Wappy waar we na een wandelingetje van 20 minuten aankwamen bij een enorme zandduin met daarachter een groen helder meer. Het leek op een oase in de woestijn! We zwommen in het ijskoude water en bekeken de grote vissen die hier zwommen. Er zwemmen zelf meervallen! Die we allemaal een beetje eng vinden.. 

Toen was het tijd om terug te rijden naar het dorpje om daar te lunchen. Onderweg naar het dorpje kwamen we als klap op de vuurpijl ook nog de beroemde Dingo tegen. Na de lunch gingen we helaas alweer terug naar de boot. De tour zat er helaas op. Het was erg aangenaam dat niemand bereik had deze drie dagen, dus iedereen was connected met elkaar. Het waren echt drie supergave dagen met avontuur en gezelligheid. We hadden iedere dag geweldig weer met heldere blauwe lucht en dat voor een gebied waar het driehonderd dagen per jaar regent. Luky Love, de tourguide, was echt een relaxte gozer en leerde ons heel veel over de rol van de mens op aarde en het nut van het leven. We hadden veel filosofische gesprekken met hem, echt een interessante en intelligente man, die alleen af en toe werkte om wat basisinkomen te hebben. Hij reisde de hele wereld over, dus gaf ons aardig wat inspiratie. Al met al met stip de beste trip van Australië tot nu toe!

Foto’s

1 Reactie

  1. Marleen Coopman:
    14 juni 2017
    WAUW!