De noordkust en Tarkine Drive

15 maart 2018 - Smithton, Australië

Onze tweede dag in Tasmanië, dinsdag 13 maart, gaan we samen met Lars via Gunns Plains naar de noordkust. Vlak voor het kustplaatsje Burnie stoppen we bij het Fernglade Reserve waar we een korte wandeling deden. Hier zou een grote kans zijn om de platypus (vogelbekdier) te spotten, maar helaas liet hij zich vandaag niet zien. De wandeling zelf was mooi langs een rivier en omgeven door varens. Vanaf het Fernglade Reserve reden we langs de kust naar Wyngaert, Table Cape, Rocky Cape National Park en uiteindelijk Stanley. Overal is de kust ruig en nemen we natuurlijk een kijkje. Stanley is een uit historisch plaatsje met mooie oude huizen en gebouwen. Ook hebben we daar een wandeling gedaan in of eigenlijk op het Nut State Reserve gedaan. Om op het Nut plateau te komen, een natuurlijk platform 143 meter boven de zee met hele steile kliffen, moeten we via een korte, maar hele steile zigzag wandeling naar boven lopen. We kunnen ook kiezen voor een stoeltjeslift, maar dat doen we natuurlijk niet. Eenmaal boven lopen we een circuit van een half uurtje. We hebben hier mooie een mooi 360 graden uitzicht over de Kustlijn van het noordwesten van Tasmanië en het binnenland. We moeten ook weer via het steile pad naar beneden. Het is echt steil, we snappen wel dat hier een kabelbaantje is. Na Stanley en de nut te hebben bezocht was het al etenstijd en hebben we een kampeerplek opgezocht bij Anthony Beach.

Vanaf onze kampeerplek aan het strand rijden we samen met Lars op woensdag 14 maart eerst naar het dorpje Smithton. Vanaf daar starten we de Tarkine Drive, een prachtige route door de adembenemende wildernis in het noord-westen van Tasmania: de Tarkine regio. Via een dramatische kustlijn komen we via wilde rivierlandschappen en regenwouden weer terug in Smithon. Eerst rijden we 50 kilometer door boerenlandschap en heuvels voordat we in de Arthur-Poelman Conservation Area komen. Vanaf hier beginnen de bezienswaardigheden. We zijn nu aan de westkust. Onze eerste stop is West Point Reserve. Het is een ruige kust met scherpe vulkanisch gevormde rotsen in het zwart, geel, oranje en grijs. De golven klappen hoog op de rotsen en er staat een sterke wind. We lopen hier wat rond tot we uiteindelijk uitkomen bij een bunker uit 1916. Er is niet veel van over, dus na een korte stop rijden we verder.

Ons volgende punt waar we vandaag stoppen is Bluff Hill Point. Hier is een vuurtoren,  maar echt bijzonder is het verder niet. We rijden dus gauw verder naar het uitkijkpunt "Edge of the World" bij het plaatsje Arthur River. Dit is een klein vissersdorpje aan de gelijknamige rivier. Vanaf het punt kijken we heel mooi over de ruige kustlijn, het dorpje en de rivier. Daarna gaan we weer landinwaarts en verlaten we de Arthur-Poelman Conservation Area en rijden we het regenwoud in. Onze eerste stop hier is de Balfour Track, prachtige wandeling door een donker koel bos met overal mos en paddestoelen en overwoekerde bomen. Daarna rijden we naar de Kannunah Bridge en de Sumac Lookout, waar mooi over de rivier en de bossen uitkijken. Onze laatste stop van vandaag is Julius River. Hier zijn twee wandelingen door regenwoud, die we natuurlijk allebei hebben gelopen en slaan we ons kamp op. We komen hier aan de praat met een Kiwi (Nieuw-Zeelander), die heel Tasmanië rondfietst. Het is een leuke man en we halen onze herinneringen van onze roadtrip in Nieuw-Zeeland op.

In de ochtend vervolgen we onze gesprekken met hem en na het ontbijt vertrekken we naar Lake Chisholm. Een korte frisse ochtendwandeling door regenwoud naar een meertje. We wilden daarna naar de Wes Beckett Falls, maar helaas is de weg afgesloten in verband met een bosbrand van een aantal jaar geleden. We komen langs de Dempster Plain, waar we uitkijken over een vlakte. Mooi om de uitgestrekte vlakten te zien afwisselen met de bebossing. Het zijn over het algemeen allemaal korte stops aan de Tarkine Drive en onze volgende stop is dan ook heel erg kort: op een brug vanuit onze auto kijken we op de Rapid River uit. De ena laatste stop is een van de mooiste stops van de rit: een sinkhole. Een prachtig moerasachting poeltje met allemaal mooie bomen en varens eromheen en diverse kikkergeluiden.

De allerlaatste stop is dan toch echt de allermooiste stop van de Tarkine Drive: de Trowutta Arch. Na een korte wandeling door het bos komen we zeer onverwacht bij een enorme poort van rotsen. Aan weerszijden van de poort waren grotten die nauw de duisternis van de rots ingingen. Achter de poort was een modderige waterpoelen daarachter een grotere, heldere waterpoel. We lopen wat rond en lopen zelfs over de door natuur gevormde poort. Het is hier prachtig. We hadden deze bijna overgeslagen.

We komen na een half uur rijden weer aan in Smithon. We doen een paar boodschappen en werken onze blog bij in de bibliotheek. Tegen 16:00 uur verlaten we het dorpje en rijden we via een mooie route door het bos naar de Dip Falls en Big Tree. Onderweg komen we langs de Black River picknickplek en we moeten daar ook de gelijknamige rivier door. Dat hebben we lang niet meer gedaan, maar vinden we natuurlijk hartstikke leuk! Onze grote vriend de Jeep is het gelukkig niet verleerd en we kunnen de tocht naar waterval vervolgen. De weg door het bos is erg mooi door regenwoud en naaldbos, best een bijzondere combinatie. De waterval is heel erg mooi, vooral het gesteente. Het lijken allemaal zwart gekleurde, vierkante blokken die op elkaar gestapeld zijn. Heel bijzonder. 

Een kilometer verderop is de Big Tree. Zoals de naam al laat blijken is het gewoon een hele grote boom, maar zeker niet zo groot als de bomen in het zuidwesten van Australië en de Kauri-bomen uit Nieuw-Zeeland. De boom is slechts 62 meter hoog, maar de stam is wel 16 meter in omvang bij de basis en ook erg oud, rond de 190 jaar. Ook typisch Australisch overigens om ergens een overduidelijke naam aan te geven, zoals: Big Tree, Sandy Desert, Round Hill, etc..

Ons doel van vandaag om in de buurt van Cradle Mountain te overnachten, omdat we daar morgen willen wandelen. We kunnen kiezen om terug naar de snelweg te rijden of binnendoor te gaan. Snelwegen kennen we wel, dus gaan we binnendoor door de bergen over grindwegen. De paden zijn heel erg smal, maar het uitzicht is fantastisch. Onderweg gaat de zon onder en we hebben een heel mooi zicht op een berg, waar we nog steeds de naam niet van weten. Vlak voor het helemaal donker is komen we uit op de snelweg en vanaf hier is het nog maar 80 kilometer richting onze kampeerplek. De snelweg is overigens niet echt een snelweg te noemen, want je kunt door alle bocht en hoogtes gemiddeld slechts 50 kilometer per uur rijden. 

Foto’s

2 Reacties

  1. Harriet:
    30 maart 2018
    Mooi verhaal!
    Op naar het volgende avontuur!
  2. IRMA THRESIA ALBERTA Westerbeek Westerhof:
    31 maart 2018
    We blijven jullie volgen ,en genieten van jullie mooie avonturen . xx